22
Het kostte Raych geen moeite om ervoor te zorgen dat hij met speciale aandacht werd behandeld. De hele groep zogenaamde tuinmannen was nu ondergebracht in een van de hotels in de keizerlijke sector, al was het natuurlijk niet een van de beste hotels.
De tuinmannen vormden een vreemde groep. Ze kwamen van vijftig verschillende werelden, maar Raych kreeg weinig kans om met een van hen te praten. Het was Andorin gelukt om hem bij de anderen vandaan te houden, zonder dat het al te erg opviel.
Raych vroeg zich af waarom. Het verontrustte hem. Eigenlijk had hij zich al verontrust gevoeld sinds hij uit Wye was vertrokken. Het belemmerde hem in zijn denken en hij vocht ertegen, maar niet met al te veel succes.
Andorin droeg zelf grove kleren en probeerde er als een arbeider uit te zien. Hij speelde de rol van tuinman als iemand die de 'show' leidde - wat dat ook voor 'show' mocht zijn.
Het speet Raych dat hij niet achter de aard van die 'show' was gekomen. Ze hadden hem ingesloten en voorkomen dat hij nog contact met buiten kon leggen. Hij had zelfs geen kans gehad om zijn vader te waarschuwen. Misschien deden ze dit met elke Trantoriaan die ze in de groep hadden gewerkt. Gewoon als een extreme voorzorgsmaatregel. Raych schatte dat er zich een dozijn Trantorianen onder hen bevond, allemaal mensen van Namarti natuurlijk, zowel mannen als vrouwen.
Wat hem dwars zat was dat Andorin hem bijna met genegenheid behandelde. Hij nam hem volkomen in beslag en stond erop dat ze altijd samen aten. Hij behandelde hem heel anders dan de anderen.
Kon dat zijn omdat ze Manella hadden gedeeld? Raych wist niet genoeg over de zeden in de Wye-sector om te kunnen zeggen of hun samenleving misschien relaties van één vrouw met meerdere mannen kende. Als twee mannen een vrouw deelden, maakte hen dat dan tot op zekere hoogte broeders? Schiep het een band?
Raych had nog nooit van iets dergelijks gehoord, maar hij wist maar al te goed dat hij nog geen fractie wist van alle eindeloze subtiliteiten die er in de Galactische, of zelfs Trantoriaanse samenlevingen bestonden.
Maar nu hij terugdacht aan Manella klampte hij zich even aan dat beeld vast. Hij miste haar vreselijk en hij dacht eraan dat de reden voor zijn neerslachtigheid misschien was dat hij haar miste, al was het gevoel dat hij nu ervoer, nu hij zijn lunch met Andorin beëindigde, eerlijk gezegd bijna wanhoop. Maar hij kon er geen reden voor bedenken.
Manella!
Ze had gezegd dat ze de keizerlijke sector wilde bezoeken en waarschijnlijk kon ze Andorin wel zover krijgen. Hij was wanhopig genoeg om een idiote vraag te stellen: 'Meneer Andorin, ik blijf me maar afvragen of u misschien juffrouw Dubanqua mee hebt genomen. Hier naar de keizerlijke sector.'
Andorin keek hem stomverbaasd aan. Toen lachte hij vriendelijk. 'Manella? Zie je haar al in de tuinen werken? Of zelfs doen alsof ze dat zou kunnen? Nee, nee, Manella is zo'n vrouw die voor stille momenten is geboren. Verder heeft ze geen enkele functie.' En toen: 'Waarom vraag je dat, Planchet?'
Raych haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet. Het is hier nogal saai. Ik dacht gewoon...' Zijn stem ebde weg.
Andorin bekeek hem aandachtig. Uiteindelijk zei hij: 'Vind je dan dat het er veel toe doet met welke vrouw je samen bent? Ik verzeker je dat het haar niet uitmaakt met welke man ze samen is. Zodra dit voorbij is, zijn er andere vrouwen. Meer dan genoeg.'
'Wanneer is dit voorbij?'
'Binnenkort. En jij zult daar een heel belangrijke rol in spelen.' Andorin keek Raych nauwlettend aan.
Raych zei: 'Hoe belangrijk? Ben ik dan niet gewoon... een tuinman?' Zijn stem klonk hol en hij kon er geen fonkeling in brengen.
'Je zult meer dan dat zijn, Planchet. Je neemt een blaster mee naar binnen.'
'Een wat?'
'Een blaster.'
'Ik heb nog nooit een blaster vast gehad. Nooit van mijn leven.'
'Daar is niets aan. Je tilt hem omhoog, je wijst ermee, je sluit het contact en er sterft iemand.'
'Ik kan niet iemand vermoorden.'
'Ik dacht dat je een van ons was, dat je alles voor de zaak zou doen.'
'Ik bedoelde niet... vermoorden.' Raych scheen zijn gedachten niet te kunnen ordenen. Waarom moest hij doden? Wat waren ze werkelijk met hem van plan? En hoe kon hij de keizerlijke garde waarschuwen voordat de moord plaatsvond?
Andorins gezicht verhardde plotseling, een plotse verandering van vriendelijke belangstelling naar strenge vastberadenheid. Hij zei: 'Je móet doden.'
Raych verzamelde al zijn moed. 'Nee. Ik dood niemand. Punt uit.'
Andorin zei: 'Planchet, je doet wat je gezegd wordt.'
'Geen moord.'
'Zelfs moord.'
'Hoe wilt u me dwingen?'
'Ik draag het je gewoon op.'
Raych voelde zich duizelig. Waar kwam dat zelfvertrouwen van Andorin vandaan?
Hij schudde zijn hoofd. 'Nee.'
Andorin zei: We hebben je iets te eten gegeven, Planchet, sinds we uit Wye zijn vertrokken. Ik heb ervoor gezorgd dat je samen met mij at. Ik heb voor je dieet zorggedragen. Vooral de maaltijd die je zojuist hebt gegeten.'
In Raych groeide een enorm gevoel van afgrijzen. Plotseling begreep hij het. 'Desperaat!'
'Precies,' zei Andorin. 'Je bent een slimme duivel, Planchet.'
'Dat is verboden!'
'Ja, natuurlijk. Moord ook.'
Raych kende desperaat. Het was een chemische aanpassing van een volkomen onschadelijk kalmeringsmiddel. Maar de aangepaste vorm bracht geen kalmering, slechts wanhoop. Het was verboden vanwege het gebruik ervan bij geestbeheersing, al deden hardnekkige geruchten de ronde dat de keizerlijke garde het gebruikte.
Andorin zei, alsof het niet moeilijk was om Raych' gedachten te lezen: 'Het heet desperaat omdat het een oud woord is dat "wanhopig" betekent. Ik denk dat je je wanhopig zult voelen.'
'Nooit,' fluisterde Raych.
'Dat is heel vastberaden van je, maar je hebt niets tegen het chemische middel in te brengen. En hoe hopelozer je je voelt, hoe effectiever de drug werkt.'
'Vergeet het maar.'
'Denk na, Planchet. Namarti herkende je meteen, zelfs zonder je snor. Hij weet dat je Raych Seldon bent, en onder mijn leiding ga je je vader vermoorden.'
Raych mompelde: 'Niet voordat ik jou vermoord.'
Hij kwam van zijn stoel overeind. Dat zou geen enkel probleem moeten zijn. Andorin was dan misschien wel groter, maar hij was mager en duidelijk geen atleet. Raych kon hem met één arm in tweeën breken... maar hij wankelde toen hij overeind kwam. Hij schudde met zijn hoofd, maar dat werd niet helderder.
Andorin kwam ook overeind en deinsde achteruit. Hij trok zijn rechterhand uit zijn linkermouw, waar hij hem in had gestoken, en had een wapen vast. Op vriendelijke toon zei hij: 'Ik ben voorbereid. Ik weet van je moed als Heliconiaanse twister. Het komt niet tot een man-tegen-man-gevecht.' Hij keek neer op zijn wapen. 'Dit is geen blaster,' zei hij. 'Ik kan het me niet permitteren je te doden voordat je je taak hebt vervuld. Het is een neuronenzweep. Veel erger eigenlijk. Ik richt op je linkerschouder, en geloof me, de pijn zal zo vreselijk zijn, dat de grootste stoïcijn van de wereld er niet tegen bestand zou zijn.'
Raych, die grimmig langzaam naar voren was gekomen, bleef plotseling staan. Hij was twaalf jaar oud geweest toen hij kennis had gemaakt met een neuronenzweep, zij het een kleintje. Als je er eenmaal door was geraakt, vergat je de pijn nooit meer, hoe lang je ook mocht leven, hoe druk je leven ook mocht zijn.
Andorin zei: 'Bovendien zal ik hem op volle kracht gebruiken, zodat de zenuwen in de bovenarm tot een ondraaglijke pijn worden opgezweept en daarna zo erg beschadigd zullen zijn, dat je ze niet meer zult kunnen gebruiken. Je linkerarm zal altijd verlamd blijven. Ik zal je rechterarm sparen, zodat je met de blaster overweg kunt. Dus als je nu zou willen gaan zitten en de zaken accepteert zoals ze zijn, zoals je wel zult moeten, blijven misschien beide armen intact. Je moet natuurlijk dooreten, zodat het desperaatniveau toeneemt. Je situatie zal alleen maar erger worden.'
Raych voelde de door de drug versterkte wanhoop over zich heen komen en die wanhoop op zich versterkte het effect nog meer. Hij begon dubbel te zien en wist niets meer te zeggen.
Raych wist alleen dat hij zou moeten doen wat Andorin hem zou opdragen. Hij had het spel gespeeld en verloren.