11
De universiteit was veranderd en Hari Seldon kon zijn instemming niet verbergen.
De centrale ruimten van het complex van het Project waren plotseling een en al kleur en licht, en in de lucht hingen holografieën van veranderende driedimensionale afbeeldingen van Seldon op verschillende plaatsen en verschillende tijden. Ook waren er holografieën van Dors Venabili, iets jonger, van Raych als tiener, nog niet bijgeschaafd, van Seldon en Amaryl, die er ongelooflijk jong uitzag, over hun computers gebogen. Zelfs even een vluchtige afbeelding van Eto Demerzel, die Seldons hart vulde van verlangen naar zijn oude vriend en de bescherming die hij had gevoeld voordat Demerzel was verdwenen.
Keizer Cleon was nergens in de holografieën te zien. Dat was niet omdat er geen holografieën van hem bestonden, maar het was onder de heerschappij van de junta niet verstandig om de mensen aan het vroegere Imperium te doen denken.
De kleuren stroomden naar buiten, overstroomden en vulden kamer na kamer, gebouw na gebouw. Op de een of andere manier hadden ze de tijd gevonden om de hele universiteit te veranderen in een spektakel zoals Seldon nog nooit had gezien of van had durven dromen. Zelfs de koepellichten werden verduisterd om een kunstmatige nacht te maken, waartegen de universiteit drie dagen lang flonkerend zou afsteken.
'Drie dagen!' zei Seldon half onder de indruk, half van afschuw vervuld.
'Drie dagen,' zei Dors Venabili met haar hoofd knikkend. 'De universiteit wilde het niet voor minder.'
'Wat een geld kost dat! En een werk!' zei Seldon fronsend.
'De kosten zijn minimaal,' zei Dors, 'vergeleken met wat jij voor de universiteit hebt gedaan. En het werk is allemaal vrijwilligerswerk. De studenten hebben overal voor gezorgd.'
Nu verscheen er een panoramische afbeelding van de universiteit vanuit de lucht gezien en Seldon staarde ernaar, terwijl hij zichzelf dwong te glimlachen.
Dors zei: 'Je bent blij. Je hebt de afgelopen paar maanden niets anders gedaan dan brommen dat je geen zin had in een feest voor iemand die een oude man werd... en moet je jezelf nu zien.'
'Nou, het vleit me. Ik had er geen idee van dat het zo zou zijn.'
'Waarom niet? Je bent een godheid, Hari. De hele wereld, het hele Imperium kent je.'
'Nee,' zei Seldon, die heftig met zijn hoofd schudde. 'Nog niet één op de miljard weet ook maar iets over me... en zeker niet over mijn psychohistorie. Niemand buiten het Project heeft er ook maar het flauwste benul van hoe psychohistorie werkt, en zelfs niet iedereen binnen het project begrijpt het.'
'Dat doet er niet toe, Hari. Het gaat om jóu. Zelfs de kwadriljoenen die niets over jou of je werk weten, weten dat Hari Seldon de grootste mathematicus van het Imperium is.'
'Nou,' zei Seldon rondkijkend, 'dat gevoel geven ze me nu in elk geval wel. Maar drie dagen en drie nachten! Er blijft geen splinter van de universiteit heel.'
'Wel hoor. Alle archieven zijn opgeborgen. De computers en andere apparatuur zijn beveiligd. De studenten hebben een soort veiligheidsdienst ingesteld die ervoor waakt dat er niets beschadigd wordt.'
'Daar heb jij allemaal voor gezorgd, nietwaar, Dors?' zei Seldon, terwijl hij haar met een innige glimlach aankeek.
'Een aantal van ons. In geen geval ik alleen. Je collega Tamwile Elar heeft ongelooflijk hard gewerkt.'
Seldon keek dreigend.
'Wat is er met Elar?' vroeg Dors.
Seldon zei: 'Hij blijft me steeds "maestro" noemen.'
Dors schudde met haar hoofd. 'Goh, wat een vreselijke misdaad.'
Seldon negeerde haar en zei: 'En hij is jong.'
'Het wordt steeds erger. Kom, Hari, je zult moeten leren om op een elegante manier oud te worden. En om te beginnen moet je laten blijken dat je jezelf vermaakt. Dat zullen de anderen leuk vinden, wat de feestvreugde vergroot. Dat wil je toch wel? Kom mee, loop rond. Verberg je niet hier bij mij. Begroet iedereen. Glimlach. Vraag naar hun gezondheid. En denk eraan dat je na het banket een toespraak moet houden.'
'Ik haat banketten en toespraken nog meer.'
'Toch zul je wel moeten. Lopen nu!'
Seldon slaakte een overdreven zucht en deed wat hem werd gezegd. Hij zag er heel indrukwekkend uit, zoals hij in de overwelfde ingang van de grote hal stond. De volumineuze premiersgewaden van vroeger waren verdwenen, evenals de kleren in Heliconiaanse stijl die hij in zijn jeugd graag droeg. Nu droeg Seldon een pak dat bij zijn hoge status paste: Een rechte broek, feilloos in de plooi, met daarboven een aangepaste uniformjas. Op zijn hart was in zilverdraad het insigne geborduurd: SELDON PSYCHOHISTORIE PROJECT VAN DE STREELINGUNIVERSITEIT. Het glansde als een baken op het deftige titaniumgrijs van zijn kleren. Seldons ogen fonkelden in een gezicht dat nu getekend was door ouderdom. Zijn zestig jaar werd zowel door zijn rimpels als door zijn grijze haar verraden.
Hij ging de kamer binnen waarin de kinderen aan het feesten waren. De kamer was helemaal leeggehaald, op lange tafels met eten na. Zodra ze hem zagen renden de kinderen op hem af, want ze wisten dat hij de reden voor het feest was. Seldon probeerde aan hun graaiende vingers te ontsnappen. Wacht, wacht, kinderen,' zei hij. 'Even achteruit.'
Hij haalde een kleine gecomputeriseerde robot uit zijn zak en zette die op de grond. In een Imperium zonder robots was dit iets dat ieders ogen zou doen uitpuilen. Hij zag eruit als een klein knuffeldier, maar kon ook zonder waarschuwing van vorm veranderen, wat de kinderen elke keer schaterend in lachen deed uitbarsten. En als de vorm veranderde, veranderden het geluid en de bewegingen die hij maakte ook.
'Kijk,' zei Seldon, 'en speel er maar mee. Probeer hem heel te houden. Straks krijgen jullie er allemaal een.'
Hij glipte weg de gang in die terug naar de grote hal leidde en merkte onderweg dat Wanda achter hem aan liep.
'Opa,' zei ze.
Tja, Wanda was natuurlijk anders. Hij liet zich zakken en tilde haar hoog in de lucht, waarna hij haar omdraaide en weer neerzette.
'Vermaak je je, Wanda?' vroeg hij.
'Ja,' zei ze. 'Maar je moet niet in die kamer gaan.'
'Waarom niet, Wanda? Dat is mijn kamer. Het kantoor waarin ik werk.'
'Daar heb ik mijn nare droom gehad.'
'Ik weet het, Wanda, maar dat is toch allemaal voorbij?' Hij aarzelde en liep toen met Wanda naar een van de stoelen die in de gang stonden. Hij ging zitten en zette haar op zijn schoot. 'Wanda,' zei hij, 'weet je zeker dat het een droom was?'
'Ik denk dat het een droom was.'
'Sliep je echt?'
'Ik geloof het wel.'
Ze scheen er niet graag over te praten en Seldon besloot er niet op door te gaan. Het had geen zin om haar te dwingen.
Hij zei: 'Nou, droom of niet, er waren twee mannen en die hadden het over limonadedood, hè?'
Wanda knikte.
Seldon zei: 'Weet je zeker dat ze limonade zeiden?'
Wanda knikte weer.
'Zouden ze iets anders kunnen hebben gezegd, terwijl jij dacht dat ze limonade zeiden?'
'Ze zeiden limonade.'
Daar zou Seldon het mee moeten doen. 'Nou, ga maar gauw spelen, Wanda. Vergeet die droom.'
'Goed, opa.' Ze klaarde op zodra de kwestie van de droom was afgedaan en snel verdween ze naar de feestelijkheden.
Seldon ging op zoek naar Manella. Het kostte hem flink wat tijd om haar te vinden, want na elke stap werd hij tegengehouden, begroet en aangesproken.
Uiteindelijk zag hij haar in de verte. 'Neem me niet kwalijk... Neem me niet kwalijk... Ik moet iemand... Neem me niet kwalijk...' sputterend werkte hij zich met grote moeite een weg naar haar toe.
'Manella,' zei hij, terwijl hij haar opzij trok en geforceerd alle kanten op glimlachte.
'Ja, Hari,' zei ze. 'Is er iets aan de hand?'
'Het gaat om Wanda's droom.'
'Je wilt me toch niet zeggen dat ze het er nog steeds over heeft.'
'Ja, het zit haar nog steeds dwars. Luister, we hebben toch limonade op het feest?'
'Natuurlijk, daar zijn de kinderen gek op. Ik heb er in heel kleine glaasjes van verschillende vormen enkele tientallen Mycogeense smaakkiemen bij gedaan, die de kinderen een voor een kunnen proberen om te zien welke het beste smaakt. De volwassenen hebben het ook gedronken. Ik, tenminste. Waarom probeer jij het niet eens, Hari? Het is heerlijk.'
'Ik sta te denken. Als het geen droom was, als het kind echt twee mannen over limonadedood heeft horen praten...' Hij pauzeerde, alsof hij niet durfde door te gaan.
Manella zei: 'Denk je dat iemand de limonade heeft vergiftigd? Dat is belachelijk. Dan zou nu elk kind hier misselijk of stervende moeten zijn.'
'Ik weet het,' mompelde Seldon. 'Ik weet het.'
Hij liep weg en zag bijna Dors niet toen hij langs haar kwam. Ze pakte zijn elleboog. 'Wat een gezicht!' zei ze. 'Je kijkt bezorgd.'
'Ik heb aan Wanda's limonadedood lopen denken.'
'Ik ook, maar ik heb er tot nu toe niets van kunnen maken.'
'Ik blijf steeds aan de mogelijkheid van vergif denken.'
'Laat maar. Ik verzeker je dat elk stukje voedsel dat naar het feest is gebracht moleculair is gecontroleerd. Ik weet dat je vindt dat dat weer typisch een voorbeeld van mijn waanzin is, maar mijn taak is jou te bewaken en dat doe ik.'
'En alles is...'
'Geen vergif. Dat beloof ik je.'
Seldon glimlachte. 'Goed dan. Dat is een opluchting. Ik dacht ook niet echt...'
'Laten we hopen van niet,' zei Dors droog. 'Wat ik veel erger dan dat verhaal over gif vind, is dat ik heb gehoord dat je over een paar dagen bij dat monster Tennar op visite gaat.'
'Noem hem geen monster, Dors. Wees voorzichtig. We worden omgeven door oren en monden.'
Meteen liet Dors haar stem dalen. 'Je zult wel gelijk hebben. Kijk om je heen. Al die lachende gezichten... en toch, wie weet welke van onze "vrienden" verslag zullen uitbrengen bij het hoofd en zijn trawanten, als de avond voorbij is? O, mensen! Te bedenken dat na al die duizenden eeuwen zulk fundamenteel verraad nog steeds bestaat. Het lijkt me allemaal zo onnodig. Toch weet ik hoeveel kwaad het kan doen. Daarom moet ik met je meegaan, Hari.'
'Onmogelijk, Dors. Dat zou de zaken er alleen maar ingewikkelder op maken. Ik ga zelf en raak niet in de problemen.'
'Je hebt er geen idee van hoe je met de generaal moet omgaan.'
Seldon keek ernstig. 'Jij wel? Je praat net als Elar. Hij is er ook van overtuigd dat ik een hulpeloze oude idioot ben. Hij wil ook met me meegaan, of liever nog in mijn plaats gaan. Ik vraag me af hoeveel mensen op Trantor mijn plaats willen innemen,' voegde hij er met een duidelijke spot aan toe. 'Tientallen? Miljoenen?'