9
Hari Seldon zat achterover in zijn stoel, waarbij de verticale leuning meegaf, zodat hij een half liggende positie aannam. Hij hield zijn handen achter zijn hoofd en zijn ogen staarden in de verte. Zijn ademhaling ging heel langzaam.
Dr. Venabili zat aan de andere kant van de kamer en had haar viewer uitgezet en de microfilms teruggelegd. Ze was geconcentreerd bezig geweest haar meningen over het Florina-incident uit de vroege Trantoriaanse geschiedenis te herzien en trok zich er nu even ontspannen uit terug om te gissen naar Seldons overpeinzingen.
Het moest over psychohistorie gaan. Waarschijnlijk zou het hem de rest van zijn leven kosten om de zijpaden van deze semi-chaotische wetenschap af te tasten, waarna hij uiteindelijk een toch nog incomplete techniek in handen van anderen zou moeten overdragen (Amaryl, als die jongeman zich niet ook al had doodgestaard op de zaak), wat zijn hart zou breken.
Toch gaf het hem een reden voor zijn bestaan. Hij zou langer leven wanneer hij zich van top tot teen met het probleem bezighield, en daar was ze blij om. Ze wist dat ze hem eens zou verliezen en ze merkte dat die gedachte haar tegenstond. In het begin had het er niet op geleken dat het zou lukken, toen haar eenvoudige taak er slechts uit had bestaan dat ze hem moest beschermen om wat hij wist.
Wanneer was het een persoonlijke kwestie geworden? Hoe kon een kwestie zo persoonlijk worden? Wat was er bijzonder aan de man die haar een onprettig gevoel gaf als ze hem niet kon zien, zelfs wanneer ze wist dat hij veilig was, zodat de diep in haar gewortelde bevelen niet in werking traden? Zijn veiligheid was het enige waarover ze moest waken. Hoe was de rest daar bijgekomen?
Ze had er lang geleden met Demerzel over gepraat, toen het gevoel onmiskenbaar was geworden.
Hij had haar ernstig aangekeken en gezegd: 'Je bent een ingewikkeld geheel, Dors, en er zijn geen eenvoudige antwoorden. In mijn leven zijn er verscheidene individuen geweest bij wie ik gemakkelijker kon denken, plezieriger kon reageren, als ze aanwezig waren. Ik heb geprobeerd het gemak van mijn reacties tijdens hun aanwezigheid en het ongemak van mijn reacties na hun definitieve afwezigheid te beoordelen, om te zien of ik er netto op voor- of achteruit was gegaan. Daarbij werd me één ding duidelijk. Het genot van hun gezelschap compenseerde het verdriet van hun verscheiden. Alles bij elkaar is het dus beter om te ervaren wat je nu ervaart, dan het niet te doen.'
Ze dacht: Op een dag zal Hari een leegte achterlaten en die dag komt elke dag dichterbij. Ik moet er niet aan denken.
Om die gedachte te verjagen onderbrak ze hem plotseling: 'Waar denk je aan, Hari?'
'Wat?' Het kostte Seldon duidelijk moeite om zijn ogen op haar te richten.
'Psychohistorie, neem ik aan. Je hebt zeker weer een doodlopende weg gevonden.'
'Kom nou. Daar denk ik helemaal niet aan.' Hij lachte plotseling. Wil je weten waar ik aan denk? Haar!'
'Haar? Wiens haar?'
'Nu het jouwe.' Hij keek haar teder aan.
'Is er iets mis mee? Moet ik het in een andere kleur verven? Of zou het na al die jaren misschien grijs moeten worden?'
'Ach kom! Wie wil er nou grijs in jóuw haar zien? Maar daardoor dacht ik aan andere dingen. Nishaya bijvoorbeeld.'
'Nishaya? Wat is dat?'
'Het maakte geen deel uit van het pre-Imperiale koninkrijk Trantor, dus het verbaast me niets dat je er nooit van hebt gehoord. Het is een kleine wereld. Geïsoleerd. Onbelangrijk. Over het hoofd gezien. Ik weet er alleen iets over
omdat ik de moeite heb genomen het op te zoeken. Heel weinig werelden van de vijfentwintig miljoen die er zijn kunnen meer dan een korte indruk achterlaten, maar ik betwijfel of er een wereld is die zo onopvallend is als Nishaya. Wat heel opvallend is, snap je?'
Dors schoof haar referentiemateriaal opzij en zei: 'Op wat voor paradox stuur je nou weer aan? Je zegt altijd dat je daar zo de pest aan hebt. Wat is dat voor opvallende onopvallendheid?'
'O, ik heb geen bezwaar tegen paradoxen wanneer ik ze opstel. Weet je, Joranum komt van Nishaya.'
'O, je maakt je dus druk om Joranum.'
'Ja. Ik heb een paar van zijn toespraken bekeken, op aandringen van Raych. Er wordt weinig zinnigs in gezegd, maar het algehele effect kan bijna hypnotisch zijn. Raych is erg van hem onder de indruk.'
'Ik denk dat iedereen die uit Dahl afkomstig is dat zou zijn, Hari. Joranums constante roep om gelijkheid voor alle sectoren spreekt natuurlijk aan bij de vertrapte hittepoelers. Herinner je je nog de keer dat we in Dahl zijn geweest?'
'Dat herinner ik me heel goed en natuurlijk neem ik het de jongen niet kwalijk. Het zit me alleen dwars dat Joranum uit Nishaya komt.'
Dors haalde haar schouders op. 'Nou, Joranum moet èrgens vandaan komen en omgekeerd moet Nishaya, net als elke andere wereld, zijn mensen er van tijd tot tijd op uitsturen, zelfs naar Trantor.'
'Ja, maar zoals ik zei, heb ik de moeite genomen Nishaya te bekijken. Het is me zelfs gelukt om via de hyperruimte contact te leggen met een lage ambtenaar daar, wat een aanzienlijke hoeveelheid kredieten heeft gekost, wat ik naar eer en geweten niet de faculteit in rekening kan brengen.'
'En heb je iets ontdekt dat de kredieten waard was?'
'Ik denk het wel. Weet je, Joranum vertelt altijd verhaaltjes om zich uit te drukken; verhalen die legenden zijn op zijn thuisplaneet Nishaya. Hier op Trantor is het effect daarvan groot, want daardoor lijkt hij een man van het volk te zijn, vol met onopgesmukte ideeën. Die verhalen dragen zijn toespraken. Daardoor lijkt het alsof hij van een kleine wereld afkomstig is en is opgegroeid op een afgelegen boerderij die werd omgeven door een ongetemde ecologie. Daar houden de mensen van, vooral op Trantor, waar ze liever doodgaan dan ergens in een ongetemde ecologie vast te komen zitten, maar er toch juist graag over dromen.'
'Wat bedoel je daar allemaal mee?'
'Het vreemde is dat de man die ik op Nishaya heb gesproken, geen enkele van die verhalen kende.'
'Dat zegt niets, Hari. Het is misschien dan wel een kleine wereld, maar toch een wereld. Wat gangbaar is in Joranums geboortesector van de wereld is misschien niet gangbaar op een andere plaats, waar die beambte van jou vandaan kwam.'
'Nee, nee. Volksvertellingen zijn meestal in de een of andere vorm wereldomvattend. Maar los daarvan kostte het me grote moeite om de man te verstaan. Hij sprak Galactische Standaardtaal met een zwaar accent. Ik heb om het te controleren een paar anderen op die wereld gesproken en die hadden allemaal hetzelfde accent.'
'En wat bedoel je daarmee?'
'Joranum praat niet zo. Hij praat vrij goed Trantoriaans. Veel beter dan ik eigenlijk. Ik benadruk de letter "r", zoals op Helicon gebruikelijk is. Hij niet. Volgens de archieven is hij op Trantor aangekomen toen hij negentien jaar oud was. Volgens mij is het gewoon onmogelijk dat je de eerste negentien jaar van je leven die barbaarse Nishayaanse versie van het Galactisch Standaard praat en dan naar Trantor komt en dat accent verliest. Hoe lang hij hier ook is, er zou een spoor van het accent moeten achterblijven. Kijk maar naar Raych en de manier waarop hij soms terugvalt op zijn Dahlse manier van praten.'
'Wat leid je hier allemaal uit af?'
'Wat ik afleid, wat ik hier de hele avond als een afleidmachine heb zitten afleiden, is dat Joranum helemaal niet afkomstig is van Nishaya. Eigenlijk denk ik dat hij Nishaya heeft uitgekozen als de plaats waar hij vandaan zou komen omdat het zo geïsoleerd ligt, zo afgelegen dat niemand erop zou komen het te controleren. Hij moet een grondig computeronderzoek hebben uitgevoerd om die ene wereld te vinden waarvan de kans dat hij op een leugen zal worden betrapt het kleinst is.'
'Maar dat is belachelijk, Hari. Waarom zou hij willen doen alsof hij van een wereld komt waar hij helemaal niet vandaan komt? Dat zou betekenen dat hij een heleboel dossiers heeft moeten vervalsen.'
'En dat is nou precies wat hij waarschijnlijk heeft gedaan. Waarschijnlijk heeft hij genoeg volgelingen bij de overheid om dat mogelijk te maken. Waarschijnlijk is het niet één persoon geweest die de boel heeft veranderd, en al zijn volgelingen zijn te fanatiek om erover te praten.'
'Maar toch... Waarom?'
'Omdat ik denk dat Joranum niet wil dat de mensen weten waar hij echt vandaan komt.'
'Waarom niet? Alle werelden in het Imperium zijn voor de wet gelijk.'
'Daar weet ik niets van. Maar die verheven theorieën van hem zijn niet afkomstig uit het ware leven.'
'Waar komt hij dan vandaan? Heb je enig idee?'
'Ja. Wat ons terugbrengt naar de kwestie haar.'
'Wat is er met het haar?'
'Ik zat daar met Joranum, bekeek hem en voelde me ongemakkelijk, zonder te weten waarom. Toen besefte ik uiteindelijk dat ik me door zijn haar ongemakkelijk voelde. Er was iets mee, een levendigheid, een glans... een perfectie die ik nooit eerder heb gezien. En toen wist ik het. Zijn haar is kunstmatig en zorgvuldig op een schedel geplant die niets van zulke dingen zou moeten weten.'
'Zou móeten weten?' Dors' ogen vernauwden. Het was duidelijk dat ze het plotseling begreep. 'Bedoel je...'
'Ja, dat bedoel ik. Hij komt uit de op het verleden gerichte, van mythologieën vergeven sector Mycogen op Trantor. Dat is wat hij zo moeizaam heeft geprobeerd te verbergen.'