1
'Ik zeg je nogmaals, Hari,' zei Yugo Amaryl, 'dat je vriend Demerzel met grote problemen te kampen heeft.' Hij benadrukte het woord 'vriend' heel licht en met een onmiskenbare afkeer.
Hari Seldon bemerkte de bittere toon maar negeerde die. Hij keek op van zijn tricomputer en zei: 'Laat ik je nog eens zeggen, Yugo, dat dat onzin is.' En toen voegde hij er met een spoortje ergernis - een spoortje slechts - aan toe: 'Waarom neem je mijn tijd in beslag door erover door te gaan?'
'Omdat ik het belangrijk vind.' Amaryl ging uitdagend zitten. Dat gebaar gaf aan dat hij zich niet zomaar zou laten wegsturen. Hier zat hij en hier zou hij blijven zitten.
Acht jaar eerder was hij een hittepoeler geweest in de Dahlsector en stond hij zo laag op de sociale ladder als maar mogelijk was. Hij was door Seldon uit die positie gehaald, waarna die van hem een mathematicus en een intellectueel had gemaakt; meer nog, een psychohistoricus.
Hij vergat nooit één moment wat hij was geweest en wie hij nu was en aan wie hij die kans te danken had. Dat betekende dat als hij op harde toon tegen Hari Seldon moest spreken - voor Seldons eigen bestwil - geen enkel gevoel van ontzag en liefde voor de andere man en geen enkele terughoudendheid aangaande zijn eigen loopbaan hem zouden tegenhouden. Een dergelijke hardheid - en veel meer -was hij Seldon verschuldigd. 'Kijk, Hari,' zei hij met zijn linkerhand door de lucht zwaaiend, 'om een reden die ik niet begrijp, sla je die Demerzel heel hoog aan. Ik niet. Niemand voor wie ik ontzag heb heeft veel met hem op, behalve jij. Het maakt me niet uit wat er met hem persoonlijk gebeurt, Hari, maar zolang ik het idee heb dat jij dat wel doet, móet ik hem wel onder je aandacht brengen.'
Seldon glimlachte zowel om de eerlijkheid van de ander als om de zinloosheid van diens bezorgdheid. Hij was gek op Yugo Amaryl, meer nog dan gek. Yugo was een van de vier mensen die hij ontmoet had tijdens de korte periode van zijn leven toen hij over het oppervlak van de planeet Trantor vloog. Eto Demerzel, Dors Venabili, Yugo Amaryl en Raych, vier mensen zoals hij ze nooit meer was tegengekomen.
Op een speciale manier, die voor elk van hen anders was, waren die vier onmisbaar voor hem. Yugo Amaryl vanwege zijn snelle begrip, zijn grondbeginselen van de psychohistorie en zijn tot de verbeelding sprekende onderzoeken op nieuwe terreinen. Het was een troost voor hem te weten dat als er iets met Seldon zelf zou gebeuren voordat de mathematica van dat vakgebied geheel was uitgewerkt - en wat schoot het maar langzaam op en hoe enorm groot waren de obstakels - dat er ten minste één goede geest zou overblijven die het onderzoek zou voortzetten.
Hij zei: 'Het spijt me, Yugo, ik wil niet ongeduldig tegen je doen of zomaar datgene wat je me zo graag duidelijk wilt maken ongezien van de hand wijzen. Het komt door mijn werk, de last van het faculteitshoofd zijn.'
Amaryl vond dat het zijn beurt was om te glimlachen en hij onderdrukte een zacht gegrinnik. 'Het spijt me, Hari en ik zou niet mogen lachen, maar je bent geen geboren faculteitshoofd.'
'Dat weet ik maar al te goed, maar ik zal het moeten leren. Het moet lijken alsof ik iets onschuldigs doe, maar er is niets, echt niets onschuldiger dan het hoofd te zijn van de mathematische faculteit van de Streelinguniversiteit. Ik kan mijn dagen met onbelangrijk werk vullen, zodat niemand naar het verloop van ons psychohistorische onderzoek zal vragen. Maar het probleem is dat ik mijn dagen inderdaad met onbelangrijk werk vul en onvoldoende tijd heb om...' Hij keek zijn kantoor rond, naar het materiaal dat lag opgeslagen in computers waartoe alleen hij en Amaryl toegang hadden en dat, voor het geval iemand er per ongeluk op stuitte, zorgvuldig was verpakt in een verzonnen symbologie die niemand anders zou begrijpen.
Amaryl zei: 'Wanneer je je eenmaal beter hebt ingewerkt ga je dingen delegeren en krijg je meer tijd.'
'Ik hoop het,' zei Seldon twijfelend. 'Maar vertel eens, wat is er zo belangrijk aan Eto Demerzel?'
'Gewoon dat Eto Demerzel, de Eerste Minister van onze grote keizer, druk bezig is een opstand mogelijk te maken.'
Seldon fronste zijn wenkbrauwen. Waarom zou hij dat doen?'
'Ik zei niet dat hij het wilde doen, hij doet het gewoon en - of hij het weet of niet - met aanzienlijke hulp van enkele politieke vijanden. Het maakt mij niets uit, moet je weten. Ik vind het, onder ideale omstandigheden, uitstekend dat hij uit het paleis verdwijnt, van Trantor... uit het Imperium, wat mij betreft. Maar jij slaat hem hoog aan, zoals ik zei, en dus waarschuw ik je omdat ik bang ben dat je de laatste politieke ontwikkelingen niet zo aandachtig volgt als je wel zou moeten.'
'Ik moet belangrijker dingen doen,' zei Seldon kalm.
'Zoals psychohistorie. Akkoord. Maar hoe moeten we de psychohistorie met enige hoop op succes verder ontwikkelen als we niets van politiek afweten? Ik bedoel de huidige politiek. Nu, op dit moment wordt het heden toekomst. We kunnen niet alleen het verleden bestuderen. We weten wat er in het verleden is gebeurd. We kunnen onze resultaten controleren ten opzichte van het heden en de nabije toekomst.'
'Ik heb het idee,' zei Seldon, 'dat ik dat argument al eerder heb gehoord.'
'Ja, je zult het nog eens horen. Ik schiet er weinig mee op met je dit uit te leggen.'
Seldon zuchtte, ging achterover in zijn stoel zitten en keek Amaryl glimlachend aan. De jongere man kon scherp zijn, maar hij nam de psychohistorie serieus en dat maakte alles goed.
Amaryl droeg nog steeds de tekenen van zijn jonge jaren als hittepoeler. Hij had de brede schouders en de gespierde bouw van iemand die gewend was geweest aan zware fysieke arbeid. Hij had zijn lichaam niet slap laten worden, wat een goed teken was, want het zette Seldon er ook toe aan niet al zijn tijd achter zijn bureau door te brengen. Hij bezat niet Amaryls fysieke kracht maar hij beschikte nog steeds over zijn eigen talenten als twister. Al was hij net veertig geworden en zou hij het niet eeuwig kunnen volhouden. Maar voorlopig zou hij zo doorgaan. Dank zij zijn dagelijkse oefeningen was zijn middel nog steeds slank en zijn armen en benen stevig.
Hij zei: 'De reden voor die bezorgdheid om Demerzel kan niet alleen zijn dat hij een vriend van me is. Je moet nog meer redenen hebben.'
'Dat is niet zo moeilijk. Zolang je een vriend van Demerzel bent, is je positie hier aan de universiteit veilig en kun je doorgaan met je psychohistorische onderzoek.'
'Kijk eens aan. Ik heb inderdaad een reden om bevriend met hem te zijn. Dat is je dus wel duidelijk.'
'Je hebt er belang bij hem te koesteren. Dat begrijp ik. Maar een vriendschap... dat begrijp ik niet. Wel is het zo dat als Demerzel zijn macht zou verliezen, los van de gevolgen die dat voor jouw positie zou hebben, Cleon het Imperium zelf zou regeren en het nog sneller op zijn ondergang zou afsturen. Voordat we alle gevolgtrekkingen van de psychohistorie zouden hebben uitgewerkt en het mogelijk zouden hebben gemaakt dat die wetenschap de hele mensheid zou kunnen redden, zouden we ten onder gaan in anarchie.'
'Ik begrijp het. Maar weet je, ik denk eerlijk gezegd niet dat we de psychohistorie op tijd zullen kunnen uitwerken om de ondergang van het Imperium te voorkomen.'
'Zelfs als we de ondergang niet zouden kunnen voorkomen, zouden we de gevolgen toch kunnen verzachten?'
'Misschien.'
'Zie je wel? Hoe meer tijd we hebben om rustig te werken, hoe groter de kans wordt dat we de ondergang moeten voorkomen of in elk geval de gevolgen moeten beperken. Omdat de zaken er zo voor liggen - dat we terug moeten werken - is het misschien noodzakelijk om Demerzel te redden, of wij - of tenminste ik - het leuk vinden of niet.'
'Toch zei je net dat je graag zou zien dat hij uit het paleis en van Trantor zou verdwijnen, zelfs uit het Imperium.'
'Ja, onder ideale omstandigheden, zei ik. Maar we leven niet in een tijd met ideale omstandigheden en we hebben onze Eerste Minister nodig, zelfs al is hij een instrument van onderdrukking en despotisme.'
'Ik begrijp het. Maar waarom denk je dat het Imperium zo dicht bij de ondergang is dat het verlies van een Eerste Minister die zal veroorzaken?'
'Door de psychohistorie.'
'Gebruik je die om voorspellingen te doen? We hebben het kader zelfs nog niet opgesteld. Wat voor voorspellingen kun je doen?'
'Wat dacht je van intuïtie, Hari?'
'Intuïtie heeft altijd bestaan. We willen meer, nietwaar? We zoeken een mathematische benadering die een waarschijnlijkheid oplevert van bepaalde toekomstige ontwikkelingen onder deze of gene voorwaarde. Als intuïtie voldoende is om ons te leiden, hebben we helemaal geen psychohistorie nodig.'
'Het hoeft geen kwestie van het een of het ander te zijn, Hari. Ik doel op beide, een combinatie die misschien beter is dan een van beide apart. Tenminste totdat de psychohistorie is geperfectioneerd.'
'Als dat er ooit van komt,' zei Seldon. 'Maar zeg eens, uit welke hoek dreigt er gevaar voor Demerzel en wat voor gevaar is het? Bedoel je dat Demerzel ten val zal worden gebracht?'
'Ja,' zei Amaryl en er verscheen een grimmige blik in zijn ogen.
'Vertel dan eens op. Vergeef me mijn onwetendheid.'
Amaryl bloosde. 'Je hebt je al eens eerder onder het volk begeven, Hari. Je hebt vast wel van Jo-Jo Joranum gehoord.'
'Zeker. Hij is een demagoog. Wacht, waar komt hij ook alweer vandaan? Nishaya, is het niet? Een volkomen onbelangrijke wereld. Geitenhoeders, geloof ik. Uitstekende kaas.'
'Inderdaad. Maar hij is niet zomaar een demagoog. Hij staat aan het hoofd van een sterke achterban en wordt sterker. Hij werkt, zegt hij, aan sociale rechtvaardigheid en een grotere politieke invloed van het volk.'
'Ja,' zei Seldon. 'Dat heb ik ook gehoord. Zijn slogan is: De regering is van het volk.'
'Niet helemaal, Hari. Hij zegt: De regering is het volk.'
Seldon knikte. 'Tja, weet je, ik kan me wel in die gedachte vinden.'
'Ik ook. Ik sta er helemaal achter, als Joranum het echt zou menen. Maar dat is niet zo. Hij gebruikt het als een opstapje. Het is een weg, geen doel. Hij wil van Demerzel af. Daarna is het eenvoudig om Cleon te manipuleren. En dan zal Joranum de troon zelf in handen nemen en zal hij het volk zijn. Je hebt me zelf verteld dat er een aantal van dergelijke episodes in de geschiedenis van het Imperium is geweest, en tegenwoordig is het Imperium zwakker en minder stabiel dan het was. Een klap die het in vroeger eeuwen slechts zou hebben doen schudden, kan het nu verbrijzelen. Het Imperium zal ondergaan in burgeroorlogen en er nooit meer bovenop komen. En we zullen geen psychohistorie hebben om ons te vertellen wat er moet gebeuren.'
'Ja, ik begrijp wat je bedoelt, maar zo gemakkelijk zal het toch niet zijn om Demerzel op te ruimen?'
'Je weet niet hoe sterk Joranum aan het worden is.'
'Het doet er niet toe hoe sterk hij aan het worden is.' De schaduw van een gedachte scheen over Seldons voorhoofd te glijden. 'Het verbaast me dat zijn ouders hem Jo-Jo hebben genoemd. Er zit iets kinderlijks in de naam.'
'Daar hebben zijn ouders niets mee te maken gehad. Zijn ware naam is Laskin, een heel algemene naam op Nishaya. Hij heeft zelf voor Jo-Jo gekozen, waarschijnlijk naar aanleiding van de eerste lettergreep van zijn achternaam.'
'Hoe gekker hoe leuker, nietwaar?'
'Nee, niet waar. Zijn volgelingen roepen het uit: Jo... Jo... Jo... Jo. Steeds weer opnieuw. Het werkt hypnotisch.'
'Nou,' zei Seldon, die aanstalten maakte om weer aan de slag te gaan met zijn tricomputer en de door hem gemaakte meerdimensionale simulatie, 'we zullen zien wat er van komt.'
'Kun je daar zo nonchalant over doen? Echt, het gevaar is heel reëel.'
'Nee, dat is het niet,' zei Seldon met stalen ogen en een plotseling verharde stem. 'Je kent niet alle feiten.'
'Welke feiten ken ik niet?'
'Daar hebben we het een andere keer over, Yugo. Ga nu verder met je werk en laat mij me druk maken over Demerzel en de toestand van het Imperium.'
Amaryls lippen verstrakten, maar de drang tot gehoorzaamheid jegens Seldon was sterk. 'Ja, Hari.'
Maar niet overstelpend sterk. Hij draaide zich bij de deur om en zei: 'Je begaat een vergissing, Hari.'
Seldon glimlachte licht. 'Dat denk ik niet, maar ik heb je waarschuwing gehoord en ik zal hem niet vergeten. Toch komt alles in orde.'
En terwijl Amaryl verdween, vervaagde Seldons glimlach. Zou alles inderdaad in orde komen?