3
Toch kon Hari Seldon niet de opwelling van tevredenheid onderdrukken die hij voelde toen hij zijn laboratorium binnenging.
Wat was alles veranderd.
Het was twintig jaar geleden begonnen met zijn eigen gekrabbel op zijn tweederangs Helicoonse computer. Toen drongen de eerste aanwijzingen van datgene wat een parachaotische wiskunde zou worden op een vage manier tot hem door.
Daarna volgden de jaren op de Streelinguniversiteit, waarin hij samen met Yugo Amaryl probeerde de formules te normaliseren, de lastige oneindigheden op te ruimen en een manier te vinden om langs de ergste chaotische effecten te komen. Daarmee waren ze weinig opgeschoten.
Maar nu, na tien jaar als premier, had hij een hele verdieping vol met de modernste computers en een hele staf mensen die aan een grote verscheidenheid aan problemen werkte.
Noodzakelijkerwijs kon eigenlijk niemand van zijn staf, behalve Yugo en hijzelf natuurlijk, veel meer weten dan het onmiddellijke probleem waar hij of zij zich mee bezighield. Ieder van hen werkte aan een klein ravijn of uitloper van de gigantische bergketen van psychohistorie die alleen Seldon en Amaryl als een bergketen konden zien, en zelfs zij zagen het slechts vaag, want de toppen gingen verborgen in de wolken en de hellingen lagen achter een sluier van mist.
Dors Venabili had natuurlijk gelijk. Hij zou moeten beginnen mensen in het hele geheim in te wijden. De techniek begon veel verder te reiken dan wat slechts twee mensen aankonden. En Seldon begon oud te worden. Zelfs al kon hij er nog op rekenen enkele tientallen jaren te leven, de jaren van zijn vruchtbaarste doorbraken lagen beslist achter hem.
Zelfs Amaryl werd over een maand negenendertig en hoewel dat nog jong was, was het wellicht niet al te jong meer voor een mathematicus. En hij werkte bijna net zo lang aan het probleem als Seldon zelf. Zijn vermogen tot nieuw en divergerend denken nam misschien ook af.
Amaryl had hem zien binnenkomen en kwam nu op hem af. Seldon keek hem vriendelijk aan. Amaryl was net zo goed een Dahliet als Seldons pleegzoon Raych, maar toch zag Amaryl er met zijn gespierde bouw en korte lichaam helemaal niet als een Dahliet uit. Hij had geen snor, geen accent, het leek bijna alsof hij zich in het geheel niet meer van zijn Dahlse afkomst bewust was. Hij was doof geweest voor de verlokking van Jo-Jo Joranum, die het volk van Dahl zo grondig had aangesproken.
Het was alsof Amaryl geen sectoraal patriottisme kende, geen planetair patriottisme, zelfs geen Imperiaal patriottisme. Hij behoorde volkomen de psychohistorie toe.
Seldon voelde een knagende ontoereikendheid. Zelf bleef hij zich bewust van zijn eerste twintig jaar op Helicon en hij zag zichzelf alleen als een Heliconiaan. Hij vroeg zich af of dat bewustzijn zich niet verraadde door ervoor te zorgen dat zijn gedachten van psychohistorie werden afgeleid. In het ideaalste geval zou je, om psychohistorie goed te kunnen gebruiken, boven werelden en sectoren moeten staan en slechts in een gezichtloze abstractie met mensen moeten omgaan... en dat was wat Amaryl deed.
Maar Seldon niet, gaf hij met een zachte zucht tegenover zichzelf toe.
Amaryl zei: 'We boeken vooruitgang, Hari, lijkt me.'
'Lijkt je dat, Yugo? Lijkt je dat slechts?'
'Ik wil niet zonder ruimtepak de ruimte inspringen.' Dit zei hij met een vrij ernstige stem (Seldon wist dat hij weinig gevoel voor humor had), waarna ze naar hun privé-kantoor liepen. Dat was klein maar ook goed afgeschermd.
Amaryl ging zitten en sloeg zijn benen over elkaar. Hij zei: 'Je laatste programma om de chaos te omzeilen zou gedeeltelijk kunnen werken... ten koste van de scherpte natuurlijk.'
'Natuurlijk. Wat we winnen als we recht op ons doel afgaan, verliezen we in de omwegen. Zo werkt het heelal. We moeten gewoon zien dat we het heelal voor de gek houden.'
'We hebben het een klein beetje voor de gek gehouden. Het is net of je door matglas kijkt.'
'Beter dan de jaren waarin we probeerden door lood te kijken.'
Amaryl mompelde iets tegen zichzelf en zei toen: 'We vangen glimpen van licht en duisternis op.'
'Leg uit!'
'Dat kan ik niet, maar ik heb de primaire radiant, waarmee ik heb zitten werken als een... een...'
'Probeer het met een lamec. Dat is een lastdier dat we op Helicon hebben. Het bestaat niet op Trantor.'
'Als een lamec hard werkt, dan heb ik als een lamec met de primaire radiant gewerkt.'
Hij drukte op de codetoetsen op zijn bureau, waarna het slot van een lade openklikte en deze geluidloos openschoof. Hij pakte een donkere, ondoorschijnende kubus, die Seldon belangstellend bekeek. Seldon had zelf de schema's van de primaire radiant uitgewerkt, maar Amaryl had hem in elkaar gezet. Amaryl was goed met zijn handen.
De kamer werd donker en formules en vergelijkingen glinsterden in de lucht. Getallen spreidden zich eronder uit, vlak boven het bureaublad hangend, alsof ze werden vastgehouden door onzichtbare marionettentouwtjes.
Seldon zei: 'Prachtig. Eens, als we lang genoeg leven, zal de primaire radiant een stroom aan mathematische symboliek opleveren die het verleden en de toekomst in kaart zal brengen. Daarin zullen we rivieren en beken vinden, waarna we manieren bedenken om die te veranderen, zodat de stroom andere rivieren en beken gaat volgen die we liever zien.'
'Ja,' zei Amaryl droog, 'als we met de kennis kunnen leven dat de acties die we ondernemen - waarmee we het beste voor hebben - alles misschien alleen maar slechter kunnen maken.'
'Geloof me, Yugo, ik ga 's avonds nooit naar bed zonder dat die gedachte aan me knaagt. Toch zijn we nog niet zo ver. Het enige dat we hebben is dit, dat, zoals je zegt, niet meer is dan licht en donker dat we door matglas zien.'
'Dat is waar.'
'En wat denk je te zien, Yugo?' Seldon bekeek Amaryl aandachtiger, iets strenger. Hij was zwaarder geworden en werd een beetje vadsig. Hij zat te vaak over de computers gebogen (en nu over de primaire radiant) en kreeg te weinig lichaamsbeweging. En hoewel hij zo nu en dan een vrouw opzocht, wist Seldon dat hij nooit getrouwd was. Een fout! Zelfs iemand die aan werken verslaafd is wordt dan gedwongen tijd uit te trekken om een levensgezel tevreden te stellen, evenals dat hij tijd voor de kinderen zal moeten vrijmaken.
Seldon dacht aan zijn eigen, nog slanke lichaam en aan hoe Dors er achterheen zat dat hij zo bleef.
Amaryl zei: 'Wat zie ik? Het Imperium verkeert in gevaar.'
'Het Imperium verkeert altijd in gevaar.'
'Ja, maar nu is het duidelijker. De kans bestaat dat we problemen in het centrum krijgen.'
'Op Trantor?'
'Dat neem ik aan. Of in de Periferie. Ofwel de situatie wordt hier slechter - misschien burgeroorlog - of de buitenste Buitenwerelden zullen beginnen zich los te maken.'
'Om daarop te komen heb je toch geen psychohistorie nodig.'
'Het interessante is dat beide mogelijkheden elkaar schijnen uit te sluiten. Of het ene of het andere gebeurt. De kans dat het allebei gebeurt is heel klein. Hier! Kijk! Dat is je eigen mathematica. Kijk dan!'
Ze bogen zich lange tijd over het scherm van de primaire radiant.
Uiteindelijk zei Seldon: 'Ik begrijp niet waarom die twee elkaar zouden uitsluiten?'
'Ik ook niet, Hari, maar wat is de waarde van psychohistorie als we alleen te zien zouden krijgen wat we toch al zouden weten? Dit toont ons iets wat we niet weten. Wat het ons niet toont is in de eerste plaats welk alternatief beter is en ten tweede wat we moeten doen om ervoor te zorgen dat het beste gebeurt en de mogelijkheid dat het slechtste gebeurt zo klein mogelijk wordt.'
Seldon tuitte zijn lippen en zei langzaam: 'Ik kan je wel zeggen welk alternatief te verkiezen is. Laat de Periferie gaan en houd Trantor.'
'Echt?'
'Geen twijfel mogelijk. We moeten Trantor stabiel houden, al is het alleen maar omdat wij hier zijn.'
'Onze eigen redding is toch niet van beslissend belang?'
'Nee, maar psychohistorie wel. Wat schieten we ermee op om de Periferie intact te houden als de omstandigheden op Trantor ons dwingen ons werk aan de psychohistorie te staken? Ik zeg niet dat we gedood zullen worden, maar misschien wordt het onmogelijk om eraan te werken. Ons lot is afhankelijk van de ontwikkeling van de psychohistorie. En het Imperium... Als de Periferie zich afscheidt zal er slechts een desintegratie in gang worden gezet die misschien pas over lange tijd de kern bereikt.'
'Zelfs als je gelijk hebt, Hari, wat moeten we doen om Trantor stabiel te houden?'
'Om te beginnen moeten we daar eens over nadenken.'
Er viel een stilte, tot Seldon zei: 'Denken maakt me er niet vrolijker op. Stel dat het Imperium de verkeerde weg bewandelt en dat al van het begin af aan heeft gedaan? Elke keer wanneer ik met Gruber praat denk ik daaraan.'
'Wie is Gruber?'
'Mandell Gruber. Een tuinman.'
'O, degene die met die hark kwam aanrennen om je te redden tijdens die aanslag op je leven?'
'Ja. Ik ben hem daar altijd dankbaar voor geweest. Hij had alleen een hark, terwijl de kans bestond dat er nog meer samenzweerders waren, met blasters. Dat is pas loyaliteit. Hoe dan ook, met hem praten is als een vleug frisse lucht. Ik kan niet de hele dag door met hofbeambten en psychohistorici praten.'
'Dank je.'
'Ach kom! Je weet wat ik bedoel. Gruber houdt van de open lucht. Hij verlangt naar de wind, de regen, de bijtende kou en alles wat het rauwe weer hem verder nog kan brengen. Soms mis ik het zelf.'
'Ik niet. Het zou mij niet uitmaken als ik nooit naar buiten zou gaan.'
'Jij bent onder de koepel opgegroeid, maar stel dat het Imperium zou bestaan uit eenvoudige, niet-geïndustrialiseerde werelden die leefden van veeteelt en akkerbouw, met kleine bevolkingen en veel lege ruimte. Zouden we dan niet allemaal beter af zijn?'
'Dat vind ik vreselijk klinken.'
'Ik heb wat vrije tijd gespendeerd om het zo goed mogelijk uit te werken. Het lijkt me een onstabiel evenwicht. Een dunbevolkte wereld van het soort dat ik heb beschreven gaat ofwel ter ziele, verarmt en daalt af tot een cultuurloos, bijna dierlijk niveau... of de wereld industrialiseert. Zo'n wereld staat op een smalle richel en kan beide kanten op vallen. En toevallig is bijna elke wereld in de Galaxis de kant van de industrialisatie op gevallen.'
'Omdat dat beter is.'
'Misschien. Maar het kan niet eeuwig doorgaan. We zien nu de gevolgen van een te harde val. Het Imperium kan niet veel langer meer blijven bestaan omdat het... oververhit is geraakt. Ik kan geen andere manier vinden om het uit te drukken. We weten niet wat er daarna zal volgen. Als we met behulp van psychohistorie de val kunnen voorkomen, of, wat waarschijnlijker is, een herstel na de val kunnen bewerkstelligen, zou dat dan slechts een nieuwe periode van oververhitting tot gevolg hebben? Is dat de enige toekomst die de mensheid heeft? Duwen we net als Sisyphus een rotsblok naar de top van een berg om hem daarna weer omlaag te zien rollen?'
'Wie is Sisyphus?'
'Een persoon uit een primitieve mythe. Yugo, je moet toch eens meer lezen.'
Amaryl haalde zijn schouders op. 'Zodat ik over Sisyphus kan meepraten? Dat is onbelangrijk. De psychohistorie toont ons misschien een weg naar een geheel nieuwe samenleving, een die volkomen anders is dan alles wat we gezien hebben, een die stabiel en wenselijk zou zijn.'
'Ik hoop het,' zuchtte Seldon. 'Ik hoop het, maar er is nog niets dat daarop wijst. Voor de nabije toekomst zullen we er gewoon aan moeten werken dat we de Periferie loslaten. En dat zal het begin van de val van het Imperium markeren.'