|

66

Weer een regenachtige ochtend. Weer haar verhaal doen voor een groep bejaarden. Clementines ogen waren droog en branderig toen ze de parkeergarage in reed van het wijkgebouw waar de ouderenbond van Hills District zijn maandelijkse bijeenkomst hield. Ze had bijna de hele nacht wakker gelegen terwijl de woorden ‘uit elkaar’ door haar hoofd spookten, totdat ze uiteindelijk rechtop was gaan zitten, een blocnote en een pen had gepakt en had opgeschreven: Ik ben bang dat mijn huwelijk voorbij is. Want had niet een of andere onderzoeker geopperd dat stress afnam als je je zorgen opschreef? In werkelijkheid was het schokkend om het zo zwart op wit te zien staan. De stress was er helemaal niet door afgenomen. Ze had het blaadje van de blocnote gescheurd en versnipperd.

Toen Vid, Tiffany en Dakota de vorige avond na hun onverwachte bezoekje waren vertrokken, was Clementine bijna uitgelaten geweest. Er was beslist sprake van opluchting: eindelijk opluchting na wat ze met angst en beven tegemoet had gezien. Het idee Vid en Tiffany terug te zien was veel traumatischer geweest dan het weerzien in feite was. In haar herinnering had ze al hun eigenschappen uitvergroot, terwijl het in feite heel gewone, aardige mensen waren. Tiffany was lang niet zo sexy als Clementine zich herinnerde. Vid was lang niet zo charismatisch. Ze hadden geen bijzondere, hypnotiserende, erotiserende macht. En die arme Dakota was nog maar een kind, dat had rondgelopen met een verschrikkelijk schuldgevoel over iets waar ze niets aan kon doen.

Maar het was onmiddellijk duidelijk dat Sam daar anders over dacht. Zodra ze vertrokken waren, had hij zich omgedraaid en was hij in de keuken de vaatwasser in gaan ruimen. Hij had nergens over willen praten, alleen over de dagelijkse beslommeringen: hij bracht Holly naar taekwondo, zij zou wat geld overmaken voor hun creditcard, ze hoefden niets te doen voor het avondeten morgen omdat ze bij Clementines ouders gingen eten. Daarna waren ze allebei naar hun eigen bed gegaan. In die lange nacht was het tot haar doorgedrongen dat Sam en zij al uit elkaar wáren. Mensen konden uit elkaar zijn terwijl ze onder hetzelfde dak woonden. Dat was precies wat zij deden.

Het was een opluchting geweest toen de wekker ging en ze haar pogingen om de slaap te vatten kon opgeven. Ze was opgestaan en was gaan oefenen voor de auditie. Daarna kwam al vroeg de dertienjarige Logan, die ze al twee jaar lesgaf zonder dat hij het wilde, maar die even beleefd naar haar glimlachte alsof hij het wel wilde. Logans muziekdocent had tegen zijn moeder gezegd dat hij talent had en dat het ‘misdadig zou zijn om dat niet te ontwikkelen’. Logan was inderdaad technisch voortreffelijk, maar zijn hart ging uit naar de elektrische gitaar. Dat was zijn passie. Toen Logan die ochtend plichtsgetrouw al Clementines instructies opvolgde, had ze zich afgevraagd of zij in de oren van Ainsley ook zo klonk als ze haar auditiestukken oefende. Wat voor vreselijk woord had ze ook weer gebruikt? Robotachtig. Zou ze tegen die arme kleine Logan moeten zeggen dat hij als een robot klonk? Maar wat had dat voor zin? Ze durfde te wedden dat hij op zijn elektrische gitaar niet robotachtig klonk.

Nu was het nog maar halftwaalf, en ze had het gevoel dat ze al uren op was.

En dat was ook eigenlijk zo, hield ze zich voor toen ze haar paraplu opstak en over de drukke parkeerplaats liep.

‘Waar is je viool, lieve kind?’ vroeg het hoofd van de ouderenbond toen Clementine zich voorstelde.

‘Mijn viool?’ zei Clementine. ‘Ik speel cello, maar eh...’

‘Je cello dan,’ zei de vrouw terwijl ze haar blik ten hemel sloeg om de aandacht te vestigen op Clementines overbodige opmerking over zoiets onbenulligs: een cello was per slot van rekening toch een grote viool! ‘Waar is je cello dan, kind?’

‘Ik ga geen cello spelen,’ zei Clementine slecht op haar gemak. ‘Ik ben gastspreker. Ik kom iets vertellen.’

Ineens werd ze heel even door angst bevangen. Ze kwam toch om haar verhaal te doen? Dit was toch geen optreden? Natuurlijk niet. Ze kwam voor haar verhaal.

‘O ja?’ zei de vrouw teleurgesteld. Ze keek op het papier in haar hand. ‘Hier staat dat je celliste bent. We dachten dat je voor ons ging spelen.’

Ze keek vol verwachting naar Clementine, alsof het raadsel nu werd opgelost. Clementine hief haar handen. ‘Het spijt me,’ zei ze. ‘Ik kom een verhaal vertellen. Het heet “Op een gewone dag”.’

Mijn god.

Ze voelde zich uitgeput. Had het eigenlijk wel zin om dit allemaal te doen? Hielp ze hiermee iemand of deed ze het alleen om zichzelf beter te voelen, om boete te doen, alles weer in balans te brengen op de universele schaal van goed en kwaad?

Ze had besloten dit verhaal aan anderen te vertellen om zichzelf in de ogen van haar moeder te rehabiliteren. Een paar dagen nadat Ruby uit het ziekenhuis was gekomen, had Clementine bij een kop thee met haar moeder gezegd (ze hoorde nog de schrille, ongemakkelijke toon waarop ze had gesproken) dat ze vond dat ze iets moest doen om anderen ervan te doordringen hoe snel een ongeluk als dit zich kon voordoen en om te voorkomen dat anderen diezelfde fout maakten. Ze had het gevoel dat ze ‘haar verhaal moest doen’.

Het was eigenlijk haar bedoeling geweest om zo’n ontroerende ‘deel alsjeblieft’-post op Facebook te zetten, die dan viraal zou gaan. (Waarschijnlijk zou ze daar niet eens toe zijn gekomen.)

Maar haar moeder had opgetogen gereageerd. ‘Wat een geweldig idee!’ Clementine kon haar verhaal doen voor bepaalde groepen in de samenleving, voor moeders, verenigingen – die waren altijd op zoek naar gastsprekers. Ze kon zich ‘associëren’ met een eerstehulppost, zoals St John Ambulance, na haar verhaal folders uitdelen, misschien met korting voor een cursus. Pam zou het allemaal organiseren. Zij beschikte over alle contacten. Ze had een groot aantal vrienden bij zorgverenigingen in heel Sydney. Die zaten altijd te springen om gastsprekers. Dan zou ze zo’n beetje Clementines agent zijn. ‘Dit zou levens kunnen redden, Clementine,’ had ze gezegd met die bekende stichtelijke blik. O god, had Clementine gedacht. Maar het was al te laat. Zoals haar vader altijd zei: ‘De Pam-trein heeft het station verlaten. Die is niet meer te stoppen.’

Ze had inderdaad het gevoel dat het goed was dat ze dit deed. Het was alleen zo moeilijk om die spreekbeurten in te passen in haar reeds overvolle agenda, vooral als ze tussen de optredens, de lessen, het ophalen van de kinderen en het oefenen voor de auditie heel Sydney door moest rijden.

En dan kwam daar nog bij dat ze de ergste, meest beschamende dag van haar leven opnieuw moest beleven.

‘Dit is een verhaal dat begint met een barbecue,’ zei ze vandaag tegen de leden van de ouderenbond, die intussen zaten te lunchen met lamsvlees, gebakken aardappelen en doperwten. ‘Een gewone barbecue bij kennissen in een gewone achtertuin.’

Je moet het brengen als een verhaal, had haar moeder gezegd. Een verhaal spreekt meer aan.

‘We horen het niet!’ riep iemand achter in de zaal. ‘Horen jullie haar? Ik versta er niets van.’

Clementine boog zich dichter naar de microfoon.

Ze hoorde iemand aan het tafeltje vlak bij de katheder zeggen: ‘Ik dacht dat er een violiste zou komen.’

Het zweet parelde langs haar rug.

Ze ging door. Ze vertelde haar verhaal terwijl vorken over borden schraapten. Ze kwam met feiten en cijfers. Een kind kan binnen tien seconden te water raken, in twee minuten tijd het bewustzijn verliezen en in vier tot zes minuten blijvende hersenschade oplopen. Negen van de tien kinderen die verdronken, waren in het gezelschap van volwassenen. Een kind kan al verdrinken in vijf centimeter water. Ze sprak over het belang van een ehbo-cursus en dat elk jaar dertigduizend Australiërs stierven omdat niemand in de buurt genoeg van reanimatie wist om hun leven te redden. Ze sprak over het prachtige werk dat CareFlight deed en hoe blij ze waren met een gift.

Toen ze klaar was, overhandigde de voorzitter van de vereniging haar een doos bonbons en vroeg om een applaus voor de bijzonder boeiende gastspreker van vandaag. Heel informatief, en wat fijn dat haar dochter weer helemaal was hersteld, en misschien kon Clementine de volgende keer cello komen spelen!

Toen ze later naar de deur liep terwijl haar jurk op haar rug plakte, kwam er een man naar haar toe die met een servet zijn mond afveegde. Ze wapende zich. Sommige mensen konden het niet laten om haar na afloop op haar nummer te zetten, om te zeggen dat ze haar peuter geen moment uit het oog had mogen verliezen.

Maar zodra ze het gezicht van de man zag, wist ze dat het niet zo iemand was. Hij was van de andere soort. Hij had niet de ontspannen, autoritaire blik van iemand die ooit de lakens had uitgedeeld, maar de gekwetste blik van iemand die een verschrikkelijk verlies had meegemaakt. Het waren zijn ogen, als zacht geworden fruit vlak voordat het gaat rotten.

Hij had een verhaal dat hij moest delen. Het was haar taak om te luisteren. Dat was haar echte boetedoening.

Hij zou waarschijnlijk gaan huilen. De vrouwen huilden niet. Vrouwen op leeftijd waren spijkerhard, maar het leek of mannen met de jaren zachter werden; ze werden overstelpt door hun emoties, alsof de tijd een barrière had weggesleten.

Ze zette zich schrap.

‘Mijn kleinzoon zou dit weekend dertig zijn geworden,’ zei hij.

‘Ach,’ zei Clementine.

Ze wachtte op het verhaal. Er was altijd een reeks gebeurtenissen die uitgelegd moest worden: als dit niet was gebeurd, als dat wel was gebeurd. In dit geval was het allemaal begonnen met een kapotte telefoon. De telefoon bij zijn dochter beneden was kapot, dus was hij naar boven gerend om op te nemen, en op dat moment klopte de buurman op de voordeur aan en begon een gesprek met zijn schoonzoon, en intussen zag de kleine jongen kans om naar buiten te lopen. Hij sleepte een stoel naar het zwembad. Er dreef een tennisbal op het water. Hij probeerde de bal eruit te halen. Hij hield van cricket. Hij was er ook best goed in. Het was een kleine dondersteen. Zat geen moment stil. Je zou niet hebben gedacht dat hij groot genoeg was om zo’n stoel mee te slepen. Doortastend.

‘Wat vreselijk voor u,’ zei Clementine.

‘Tja, ik wilde alleen zeggen dat het goed is dat je dit doet,’ zei de man. Hij had godzijdank niet gehuild. ‘Mensen hiervan doordringen. Dat is een goede zaak. Mensen laten nadenken over wat ze doen. Een gezin komt er niet overheen als zoiets gebeurt. Het huwelijk van mijn dochter ging eraan onderdoor. Mijn vrouw is nooit meer de oude geworden. Zij was namelijk degene die belde. Ze heeft het zichzelf nooit vergeven. Natuurlijk was het niet haar schuld, of de schuld van de buurman, maar gewoon pech, het verkeerde moment, tja. Dat soort dingen gebeurt. Maar goed. Je hebt vandaag iets goeds gedaan, lieve kind. Heel goed gesproken.’

‘Dank u wel,’ zei Clementine.

‘Weet je zeker dat je geen toetje met ons wilt eten? Ze hebben een heel lekkere schuimtaart.’

‘Dat is heel vriendelijk van u,’ zei Clementine. ‘Maar ik moet gaan.’

‘Geen probleem, ga maar gauw, je hebt het vast heel druk,’ zei de man. Hij klopte haar op de arm.

Ze liep snel naar de deur, ze was vrij.

‘Tom,’ zei hij ineens.

Ze draaide zich om en zette zich schrap. Daar had je het.

Zijn ogen liepen vol. Ze stroomden over. ‘Zo heette de kleine man. Voor het geval u het zich afvroeg. Hij heette Tom.’

De hele weg naar huis huilde ze om die kleine man, om de oma die had gebeld, om de opa die zijn verhaal had verteld en om de ouders, omdat hun huwelijk het niet had overleefd, en omdat het ernaar uitzag dat Clementines huwelijk dit ook niet zou overleven.

Bijna echt gebeurd
cover.xhtml
Section001.xhtml
Section002.xhtml
Section003.xhtml
Section004.xhtml
Section005.xhtml
Section006.xhtml
Section007.xhtml
Section008.xhtml
Section009.xhtml
Section010.xhtml
Section011.xhtml
Section012.xhtml
Section013.xhtml
Section014.xhtml
Section015.xhtml
Section016.xhtml
Section017.xhtml
Section018.xhtml
Section019.xhtml
Section020.xhtml
Section021.xhtml
Section022.xhtml
Section023.xhtml
Section024.xhtml
Section025.xhtml
Section026.xhtml
Section027.xhtml
Section028.xhtml
Section029.xhtml
Section030.xhtml
Section031.xhtml
Section032.xhtml
Section033.xhtml
Section034.xhtml
Section035.xhtml
Section036.xhtml
Section037.xhtml
Section038.xhtml
Section039.xhtml
Section040.xhtml
Section041.xhtml
Section042.xhtml
Section043.xhtml
Section044.xhtml
Section045.xhtml
Section046.xhtml
Section047.xhtml
Section048.xhtml
Section049.xhtml
Section050.xhtml
Section051.xhtml
Section052.xhtml
Section053.xhtml
Section054.xhtml
Section055.xhtml
Section056.xhtml
Section057.xhtml
Section058.xhtml
Section059.xhtml
Section060.xhtml
Section061.xhtml
Section062.xhtml
Section063.xhtml
Section064.xhtml
Section065.xhtml
Section066.xhtml
Section067.xhtml
Section068.xhtml
Section069.xhtml
Section070.xhtml
Section071.xhtml
Section072.xhtml
Section073.xhtml
Section074.xhtml
Section075.xhtml
Section076.xhtml
Section077.xhtml
Section078.xhtml
Section079.xhtml
Section080.xhtml
Section081.xhtml
Section082.xhtml
Section083.xhtml
Section084.xhtml
Section085.xhtml
Section086.xhtml
Section087.xhtml
Section088.xhtml
Section089.xhtml
Section090.xhtml
Section091.xhtml
Section092.xhtml
Section093.xhtml
Section094.xhtml
Section095.xhtml
Section096.xhtml
Section097.xhtml