|

24

De dag van de barbecue

‘Dat klinkt als Holly,’ zei Sam. Hij zette zijn bierflesje neer. ‘Ik ga wel.’

‘O hemel,’ zei Tiffany. ‘Ik laat je zien waar ze zijn.’

‘Mammie!’ krijste Holly boven. ‘Mammie, mammie, mammie!’

‘Ik geloof dat ik ook naar boven moet,’ zei Clementine duidelijk opgelucht.

Erika wilde mee om te kijken of alles goed was met Holly, maar nu beide ouders al gingen was dat duidelijk ongepast, een staaltje van bemoeiziek gedrag dat Clementine een geërgerde zucht zou ontlokken. Nu zaten alleen Erika, Oliver en Vid nog in de kamer, en het was meteen duidelijk dat die combinatie geen succes was, hoewel Vid natuurlijk zijn uiterste best deed.

Oliver staarde somber in zijn champagneglas, terwijl Vid zijn baksel controleerde en vervolgens de ovendeur weer dichtdeed.

Erika keek zoekend om zich heen naar inspiratie. Er stond een grote glazen schaal midden op de keukenbar, gevuld met stukjes glas in allerlei maten en kleuren.

‘Wat mooi,’ zei ze, en ze trok de schaal naar zich toe om de inhoud beter te bekijken.

‘Die is van Tiffany,’ zei Vid. ‘Ze noemt het zeeglas. Ik noem het rommel.’ Hij pakte een lang, ovaal stukje donkergroen glas op. ‘Kijk dit! Ik zeg tegen haar, lieve schat, dat is een scherfje van een flesje Heineken! Een of andere zuiplap heeft dat op het strand achtergelaten, en dan breng jij die troep mee naar huis! Ze houdt vol dat het door de zee is gepolijst of zoiets.’

‘Het heeft wel iets decoratiefs,’ zei Erika, al was ze het met hem eens. Het was een schaal met rommel.

‘Ze is een hoarder, die vrouw van mij,’ vervolgde Vid. ‘Als ze mij niet had, zou ze net zo’n type zijn als je op tv ziet, weet je, van die mensen die zoveel troep in huis hebben dat ze de voordeur niet meer uit kunnen.’

‘Tiffany is geen hoarder,’ zei Erika.

Oliver schraapte zijn keel. Een kleine waarschuwing.

‘Jawel, echt!’ zei Vid. ‘Je zou haar kleerkast eens moeten zien. Haar schoenen. Ze lijkt Imelda Marcos wel.’

‘Maar ze is geen hoarder,’ zei Erika. Ze meed Olivers blik. ‘Mijn moeder is een echte hoarder.’

Oliver stak zijn hand uit tot vlak voor Erika, alsof hij wilde voorkomen dat een ober zijn glas nog eens vulde, alleen bedoelde hij in plaats van ‘niet meer vullen’, ‘niets meer zeggen’. In Olivers wereld vertelde je anderen helemaal niets. Familiezaken waren privé. Familie was iets waarvoor je je schaamde. Dat hadden ze gemeen, alleen wilde Erika zich niet meer schamen.

‘Meen je dat echt?’ vroeg Vid belangstellend. ‘Zoals in die tv-programma’s?’

Die tv-programma’s. Erika herinnerde zich dat ze de tv een keer aanzette en voor het eerst haar moeders gang zag, open en bloot in al zijn walgelijkheid, en hoe ze met beide handen tegen haar borst gedrukt achteruitgesprongen was, alsof ze was beschoten. Het was net een nachtmerrie; een vijand had haar ranzige geheim gefilmd en uitgezonden. Maar even later was het tot haar doorgedrongen. Natuurlijk was dat niet de gang van haar moeder, maar die van een man op leeftijd uit Wales, aan de andere kant van de wereld, maar evengoed kon Erika het gevoel niet van zich afschudden dat ze te zien was geweest, publiekelijk vernederd, en met een venijnige klap op de afstandsbediening had ze het toestel uitgezet alsof ze iemand een klap in zijn gezicht gaf.

‘Ja, echt,’ zei Erika. ‘Net als in die tv-programma’s.’

‘Wauw,’ zei Vid.

‘Ze heeft last van een ziekelijke hechting aan levenloze voorwerpen,’ hoorde Erika zichzelf zeggen. Oliver zuchtte.

Het grootste deel van haar leven had ze het gemeden haar moeders ‘gewoonte’ te analyseren of er zelfs veel aan te denken, behalve als het echt niet anders kon. Het was alsof haar moeder een sociaal verwerpelijke fixatie had. Toen ze uit huis ging, had ze zich steeds meer van haar los kunnen maken, maar daarna, ongeveer een jaar geleden, had Erika op een avond het woord ‘hoarder’ gegoogeld, en ineens had ze een onstilbare honger naar informatie gekregen. Ze las boeken, krantenartikelen en casestudy’s, in het begin met het hart in haar keel, alsof ze iets verbodens deed, maar tijdens het verzamelen van feiten en cijfers en woorden als ‘ziekelijke hechting aan levenloze voorwerpen’ nam haar hartslag af. Ze was niet de enige. Ze was niet zo afwijkend. Er was zelfs een website Kinderen van hoarders, waarop mensen zoals Erika het ene na het andere verhaal over dezelfde frustraties deelden. Erika’s hele jeugd, die ooit in al zijn heimelijke schande zo uniek had geleken, was gewoon een categorie, een soort, een hokje dat afgevinkt kon worden.

Al die research had ertoe geleid dat ze besloot om in therapie te gaan. ‘Mijn moeder is een hoarder,’ had ze in het allereerste gesprek tegen de psychologe gezegd zodra ze zat, even kalm als dat ze tegen haar huisarts zou hebben gezegd ‘ik moet veel hoesten’. Het was spannend geweest, alsof ze ooit hoogtevrees had gehad en nu ging skydiven. Ze praatte erover. Ze zou tips en technieken leren. Ze liet zich herstellen als een defect apparaat. Ze zou weer zo goed als nieuw worden. Niet meer bang om naar haar moeder te gaan. Geen paniek meer bij een bepaalde geur, een woord of gedachte die haar aan haar jeugd deed denken. Ze ging er iets aan doen.

De spanning was wat afgenomen toen het ernaar uit begon te zien dat het herstelproces niet echt zo snel of systematisch ging als ze had gehoopt, maar ze bleef optimistisch en vond het nog steeds een bewijs van geestelijke gezondheid dat ze haar moeders probleem nu zo vrijelijk kon bespreken. ‘Dat is geen teken van geestelijke gezondheid,’ had Oliver een keer ongewoon geïrriteerd gezegd toen Erika in de rij bij de supermarkt aan een oude dame had uitgelegd waarom ze zoveel extra sterke vuilniszakken kocht. ‘Dat wekt een labiele indruk.’ Oliver begreep niet dat Erika er een vreemde, wonderlijke vreugde aan ontleende om haar moeder te verraden. Ik hou je geheimen niet langer voor me, mam. Ik vertel ze aan deze aardige oude dame bij de supermarkt; ik vertel ze aan iedereen die ze wil horen.

Vid leek gefascineerd en nieuwsgierig.

‘Wauw,’ zei hij. ‘Dus ze kan niets weggooien? Ik weet nog dat ik in een van die programma’s een oude kerel zag die kranten bewaarde, weet je. Stapels kranten, en ik dacht alleen: kerel, waar ben je mee bezig, die lees je toch nooit, smijt ze in de vuilnisbak!’

‘Tja,’ zei Erika.

‘Smijt wat in de vuilnisbak?’ Tiffany kwam weer binnen met Dakota (die er flets en onopvallend uitzag naast haar sprankelende moeder) en Holly, die na al haar gekrijs weer fris en fruitig leek. Een echte dramaqueen.

‘Alles in orde?’ vroeg Erika.

‘O, ja hoor,’ zei Tiffany. ‘Holly had zich alleen bezeerd bij het tennissen op de Wii.’

‘Heb je een bal op je neus gehad?’ vroeg Oliver aan Holly. Het was alsof de hele vorm en textuur van zijn gezicht veranderde als hij met kinderen praatte, alsof hij zijn kaken niet meer op elkaar geklemd hield of zoiets.

‘Eh... die tennisballen zijn niet “echt”, Oliver,’ zei Holly. Ze stak twee vingers van elke hand op om aanhalingstekens te maken bij het woordje ‘echt’.

Oliver sloeg zich tegen de zijkant van zijn hoofd. ‘Stom van me.’

‘Ruby’s hoofd kwam – beng! – tegen mijn neus.’ Holly wreef verontwaardigd over haar neus bij de herinnering. ‘Ze heeft een superhard hoofd.’

‘Au,’ zei Oliver.

‘Dakota gaat Holly het huisje laten zien waar Barney in slaapt,’ zei Tiffany.

‘Ik wil een puppy voor mijn verjaardag,’ zei Holly. ‘Net zo een als Barney.’

‘We geven Barney aan jou!’ zei Vid. ‘Hij is heel stout.’

‘Echt waar?’ vroeg Holly. ‘Mag ik hem hebben?’

‘Nee,’ zei Dakota. ‘Mijn vader doet alleen maar stom.’

‘O,’ zei Holly met een boze blik naar Vid.

Misschien kan ik haar een puppy geven voor haar verjaardag, dacht Erika. Ze zou een rood lint om zijn nek binden, Holly zou haar armpjes eromheen slaan en Clementine zou toegeeflijk liefdevol glimlachen. (Was ze dronken? Haar gedachten schoten allerlei rare kanten op.)

‘O hemel, nou, dat laat ik aan je papa en mama over, hoor!’ zei Tiffany. Ze tilde haar T-shirt op en krabde haar platte, zongebruinde buik. ‘En nu kunnen we allemaal naar buiten, denk je niet, Vid? Het is te mooi weer om binnen te blijven. Is die strudel nu eindelijk klaar?’

‘Wat zijn Clementine en Sam aan het doen?’ vroeg Erika.

‘Ruby wilde dat ze ook even met haar tennisten op de Wii,’ zei Tiffany. ‘Ze is er eigenlijk nog wat te klein voor, en volgens mij zijn ze die hele Ruby vergeten en een wedstrijdje met elkaar begonnen.’

‘Ze zullen de luiertas wel nodig hebben,’ zei Erika, en ze pakte Clementines tas op. Het was zo typisch Clementine en Sam om op de computer te gaan spelen terwijl hun kind verschoond moest worden, en dan waren ze ook nog bij mensen die ze amper kenden. Soms waren het net tieners. ‘Ik breng hem wel even naar boven.’

‘Het is de laatste kamer.’ Tiffany viel ineens uit: ‘Niet op het marmer!’ Ze duwde Vid terug naar het fornuis voordat hij een gloeiend heet bakblik op de keukenbar wilde zetten.

Erika hing de tas om haar schouder en liep de zacht gestoffeerde, gedraaide trap op. Boven kwam ze op een enorme, ongemeubileerde overloop, als een leeg veld. Ze bleef staan om het kind van vijf in haar te laten genieten van al die ruimte. Ze spreidde haar armen en zwaaide ze heen en weer. Aan de ene muur hing een enorm schilderij van een oog waarin een hemelbed in de pupil werd weerspiegeld (absurd!) en dat werd verlicht door één spotlight, dat erboven hing als een omgekeerde melkfles. Het leek wel een zaal in een galerie voor moderne kunst. Hoe lang zou haar moeder nodig hebben om zo’n ‘ruimte’ vol te proppen met troep?

Erika liep af op de stemmen die ze achter in de gang hoorde. De vloerbedekking was zo dik dat ze erop veerde als een astronaut. Oeps. Ze wankelde, waardoor haar schouder langs de muur streek.

‘Ze had het me onder vier ogen moeten vragen.’ Dat was Clementine, zacht maar duidelijk verstaanbaar. ‘Niet met ons alle vier. Met kaas en crackers, jemig. Dat kleine stinkkaasje. Het was echt maf. Vond jij dat niet maf?’

Erika bleef stokstijf staan. Ze stond zo dicht bij de kamer dat ze hun schaduw kon zien. Ze bleef tegen de muur aan staan, weg van de deur.

‘Waarschijnlijk vond ze dat het ons alle vier aangaat,’ zei Sam.

‘Dat zal wel,’ zei Clementine.

‘Wil je het doen?’ vroeg Sam.

‘Néé. Ik wil het niet. Ik bedoel, dat is mijn eerste, instinctieve reactie. Gewoon nee. Ik wil het niet. Dat klinkt vreselijk, maar ik... ik moet er gewoon niet aan dénken. Ik vind het bijna... weerzinwekkend. O god, zo bedoel ik het niet, ik wil het gewoon echt niet.’

Weerzinwekkend.

Erika sloot haar ogen. Therapie noch lange, hete douches zouden haar ooit schoon genoeg maken. Ze was nog steeds dat vieze vlooienkind.

‘Nou, je hóéft het niet te doen,’ zei Sam. ‘Ze vragen je alleen om erover na te denken, je hoeft je er echt niet zo over op te winden.’

‘Maar ze heeft verder niemand! Alleen mij. Ik ben altijd de enige. Andere vriendinnen heeft ze niet. Het is alsof ze steeds weer een stukje van mij moet hebben.’ Clementine klonk nu harder.

‘Sst,’ zei Sam.

‘Ze kunnen ons niet horen.’ Maar Clementine dempte haar stem weer, en Erika moest haar oren spitsen om haar te kunnen verstaan. ‘Ik denk dat ik het gevoel zou hebben dat het mijn kind was. Dat ze mijn kind kregen. Stel dat het op Holly en Ruby zou lijken?’

‘Daar zou je je niet zoveel zorgen over hoeven maken, aangezien je liever je ogen zou...’

‘Dat was een grapje. Dat had Erika niet mogen vertellen, ik meende het niet echt...’ Clementine begon weer harder te praten.

‘Ja, dat weet ik, natuurlijk. Hoor eens, laten we verder spelen, dan hebben we het er later thuis over.’

‘Papa!’ Ruby’s stemmetje. ‘Weer spelen! Nu! Nu, nu, nu.’

‘Genoeg gespeeld, Ruby, we moeten weer naar beneden,’ zei Clementine.

‘We moeten haar verschonen, dat moeten we doen,’ zei Sam. ‘Waar is de luiertas?’

‘Beneden, natuurlijk, die zit niet aan mijn pols vast.’

‘Jezus, je hoeft niet zo tegen me te snauwen. Ik ga hem wel halen.’ Sam kwam de kamer uit en bleef geschrokken staan.

‘Erika!’ zei hij, en het was bijna grappig zoals hij achteruitdeinsde, met grote ogen van angst, alsof ze een insluiper was.

Bijna echt gebeurd
cover.xhtml
Section001.xhtml
Section002.xhtml
Section003.xhtml
Section004.xhtml
Section005.xhtml
Section006.xhtml
Section007.xhtml
Section008.xhtml
Section009.xhtml
Section010.xhtml
Section011.xhtml
Section012.xhtml
Section013.xhtml
Section014.xhtml
Section015.xhtml
Section016.xhtml
Section017.xhtml
Section018.xhtml
Section019.xhtml
Section020.xhtml
Section021.xhtml
Section022.xhtml
Section023.xhtml
Section024.xhtml
Section025.xhtml
Section026.xhtml
Section027.xhtml
Section028.xhtml
Section029.xhtml
Section030.xhtml
Section031.xhtml
Section032.xhtml
Section033.xhtml
Section034.xhtml
Section035.xhtml
Section036.xhtml
Section037.xhtml
Section038.xhtml
Section039.xhtml
Section040.xhtml
Section041.xhtml
Section042.xhtml
Section043.xhtml
Section044.xhtml
Section045.xhtml
Section046.xhtml
Section047.xhtml
Section048.xhtml
Section049.xhtml
Section050.xhtml
Section051.xhtml
Section052.xhtml
Section053.xhtml
Section054.xhtml
Section055.xhtml
Section056.xhtml
Section057.xhtml
Section058.xhtml
Section059.xhtml
Section060.xhtml
Section061.xhtml
Section062.xhtml
Section063.xhtml
Section064.xhtml
Section065.xhtml
Section066.xhtml
Section067.xhtml
Section068.xhtml
Section069.xhtml
Section070.xhtml
Section071.xhtml
Section072.xhtml
Section073.xhtml
Section074.xhtml
Section075.xhtml
Section076.xhtml
Section077.xhtml
Section078.xhtml
Section079.xhtml
Section080.xhtml
Section081.xhtml
Section082.xhtml
Section083.xhtml
Section084.xhtml
Section085.xhtml
Section086.xhtml
Section087.xhtml
Section088.xhtml
Section089.xhtml
Section090.xhtml
Section091.xhtml
Section092.xhtml
Section093.xhtml
Section094.xhtml
Section095.xhtml
Section096.xhtml
Section097.xhtml