|
64
De ochtend na de barbecue
Nog voordat ze haar ogen opendeed, voelde Dakota hoe ongelukkig ze was. Het was alsof haar hele lichaam veranderd was, het leek platter, zwaarder en toch leger, alsof er iets uit gezogen was. Gisteren had ze iets verschrikkelijks, iets afgrijselijks en onverantwoordelijks gedaan. Ze had met een schattig klein meisje gespeeld alsof het een pop was en daarna, toen het haar begon te vervelen, had ze haar gewoon aan de kant gegooid en was ze met iets anders gaan spelen, en toen was dat kleine meisje bijna verdronken. Ze dacht aan de vrouw op de hoek, die in verwachting was. Toen Dakota en haar moeder haar de vorige week in een winkel tegenkwamen, had haar moeder voorgesteld dat Dakota als ze wat ouder was kon komen oppassen, waarop de vrouw enthousiast riep ‘Dat zou fantastisch zijn!’, en iedereen maar glimlachen, niet wetend dat Dakota veel te onverantwoordelijk was om ooit oppas te worden, ze zou het kind blootstellen aan elektrocutie of het zich aan een strijkijzer laten branden of een pan hete soep over zich heen laten trekken of...
Boem!
Ze sprong op. Er klonk een oorverdovende, verpletterende dreun in de achtertuin. Ze gooide de dekens van zich af en rende naar haar slaapkamerraam. Ze kroop op haar knieën in de vensterbank en trok het gordijn opzij.
Haar vader stond in de fontein, alleen was al het water eruit, zodat er alleen maar vieze modder te zien was. Een grote, ijzeren staaf zwaaide hij als een honkbalknuppel naar het reusachtige monument in het midden. Het deed Dakota denken aan een oude film die ze op tv had gezien, over een oorlog of een revolutie of zoiets waarbij honderden mensen met touwen een reusachtig standbeeld van een man omver probeerden te trekken, en ze juichten allemaal toen het langzaam kantelde.
Alleen was het nu maar één persoon: haar vader. En ze had hem nog nooit zo gezien: boos, stil en agressief, alsof hij iemand of iets kapot wilde maken. Ze zag hoe het marmeren hoofd van een engel door de lucht heen vloog, toen kon ze het niet langer aanzien. Ze rende terug naar haar bed en kroop onder de dekens als een klein kind dat zich wil verstoppen voor het onweer.