|

21

Clementine legde haar boek omgekeerd op schoot in het lampschijnsel dat op het dekbed viel. Ze luisterde naar de regen en keek naar de donkere, lege kant van het tweepersoonsbed.

Toen Sam terug was van zijn ‘stukje rijden’, nadat haar moeder naar huis was vertrokken (‘Een andere keer,’ had ze flink gezegd. ‘We proberen het een andere keer nog eens.’), hadden ze met geen woord gerept over hun rampzalige avondje uit. Ze hadden beleefd en afstandelijk tegen elkaar gedaan, als huisgenoten zonder speciale band. ‘Er staat nog een restje pasta in de ijskast.’ ‘Goed, misschien eet ik daar wel wat van.’ ‘Ik ga naar bed.’ ‘Welterusten.’ ‘Welterusten.’

Sam was in de studeerkamer gaan slapen op de divan waar iedereen altijd rugpijn aan overhield. (‘Ja, heel goed geslapen!’ verzekerden gasten hun altijd de volgende ochtend terwijl ze intussen discreet over hun onderrug wreven.)

Het leek erop dat de studeerkamer nu Sams slaapkamer was. Ze deden zelfs niet alsof ze eerst in hetzelfde bed stapten, waarna een van hen midden in de nacht met een kussen onder de arm wegsloop. We slapen nu in aparte kamers. Ze ervoer het als schokkend en misselijkmakend toen die gedachte zich uitkristalliseerde.

De laatste keer dat Sam en zij gewoon samen een hele nacht in dit bed hadden geslapen, een nacht zonder dromen en lakens die zich om hun lichaam wikkelden, zonder tandengeknars of gewoel, was de nacht voor de barbecue.

Het leek nu onvoorstelbaar dat ze samen naar bed gingen, de hele nacht sliepen en de volgende ochtend samen wakker werden. Hoe was die laatste normale nacht verlopen? Ze kon zich er niets van herinneren, ze wist alleen dat ze nu, nog maar acht weken later, totaal veranderd waren.

Hadden ze gevreeën? Waarschijnlijk niet. Daar kwam het nauwelijks nog van. Daarom waren ze die avond zo ontvankelijk geweest. Voor de seks.

Haar moeder had gehoopt dat het etentje in het luxe restaurant tot gevolg zou hebben dat ze daarna thuis ‘de liefde bedreven’. Als ze niet zo vroeg thuisgekomen waren, als ze hand in hand binnengelopen waren, zou Pam snel vertrokken zijn met een knipoog, een lachje, en dan zou ze de volgende dag hebben gebeld en iets vreselijk ongepasts hebben gezegd als: ‘Ik hoop dat jullie niet te moe waren om de liefde te bedrijven, schat, een gezond seksleven is heel belangrijk voor een goed huwelijk.’

Dan zou Clementine haar vingers in haar oren hebben willen stoppen en ‘lalala’ willen zingen, zoals ze deed toen haar moeder seksuele voorlichting gaf in de auto terwijl ze Erika en haar naar een feestje bracht. Erika, die elke keer dat Clementines moeder haar mond opendeed nog net niet alles noteerde, luisterde altijd aandachtig naar die lessen en stelde specifieke vragen over de details. ‘Wanneer moet het condoom precies omgedaan worden?’ ‘Als de penis van de jongen...’ ‘lalala!’ riep Clementine dan.

Haar moeder had altijd veel te openhartig en jolig gedaan over seks, alsof het iets heilzaams was, zoals aquarobics. Ze had altijd schaamteloos The Joy of Sex op haar nachtkastje liggen, alsof het een mooie roman was. Clementine herinnerde zich vooral al dat háár op de foto.

Clementine wilde dat seks iets subtiels, iets heimelijks was. Licht uit. Mysterie. Geen haar. Er kwam een beeld bij haar op van Tiffany in die idiote achtertuin, voordat de feestverlichting aanging: Tiffany’s T-shirt felwit in de schemering. Een zoete smaak vulde Clementines mond. Het was de smaak van Vids dessert. Nu was het de smaak van schaamte.

Een paar dagen na de barbecue had Clementine gedroomd dat ze op het podium van het Opera House seks had met iemand die niet Sam was. Holly en Ruby zaten in het publiek te kijken naar hun moeder die seks had met een andere man. Vooraan zaten ze, op de eerste rij met hun benen te zwaaien, terwijl Clementine op de meest verderfelijke manier kermde en kreunde; eerst keken ze zonder uitdrukking geboeid toe alsof ze naar Dora keken, maar toen begonnen ze te huilen, en Clementine riep ‘Nog heel even’ alsof ze nog met de afwas bezig was, niet met een orgasme, en daarna kwamen haar ouders en die van Sam alle vier met een blik vol walging door de zaal aanrennen, en Clementines moeder schreeuwde: ‘Hoe kon je, Clementine, hoe kon je?’

De droom was niet moeilijk te verklaren. Clementine zou het voorval altijd in verband blijven brengen met seks. Ranzige, platte seks.

Dagenlang waren fragmenten van die weerzinwekkende droom blijven hangen als een echte herinnering. Ze moest zichzelf steeds geruststellen: er is niets gebeurd, Clementine. Je hebt geen seks gehad in het Opera House waar je kinderen bij waren.

Het voelde nog steeds meer als een herinnering dan als een droom.

Ze hadden die eerste week na de barbecue allebei akelig gedroomd. Ze waren in hun lakens verstrikt geraakt, hun kussens stonken naar zweet. Dan schrok ze wakker van Sams kreten, alsof iemand haar bij de voorkant van haar shirt greep en haar omhoogtrok tot ze met een bonkend hart rechtop zat. Sam kwam dan naast haar overeind, verward brabbelend, en haar eerste instinctieve reactie was steevast woede, nooit medeleven.

Sam was in zijn slaap gaan tandenknarsen. Een onverdraaglijk melodietje in volmaakte driekwartsmaat. Klik-twee-drie, klik-twee-drie. Ze lag dan voor haar gevoel met open ogen in het donker urenlang te tellen.

Blijkbaar was Clementine in haar slaap gaan praten. Ze was een keer wakker geworden toen Sam zich over haar heen boog en schreeuwde (hij zei dat hij niet schreeuwde, maar dat deed hij wel): ‘Hou op, hou op, hou op!’

Wie het meest gefrustreerd raakte, ging slapen of lezen in de studeerkamer. Vanaf die tijd werd de divan opgemaakt als bed. Uiteindelijk zouden ze erover moeten praten. Het kon niet altijd zo blijven doorgaan, toch?

Niet aan denken nu. Er zou wel een oplossing komen. Ze had nu belangrijker dingen aan haar hoofd. Bijvoorbeeld dat ze morgen Erika moest bellen om af te spreken met haar te gaan theedrinken na het werk. Dan zou ze haar vertellen dat ze natúúrlijk haar eicellen aan haar zou afstaan. Het zou haar een plezier, een eer zijn.

Om de een of andere reden kwam er een herinnering bij haar op aan de eerste en enige keer dat ze als kind bij Erika thuis was geweest.

Ze waren ongeveer een halfjaar bevriend en Clementine was altijd degene (meestal op aandringen van haar moeder) die Erika uitnodigde, maar andersom werd zij nooit bij haar thuis gevraagd, en dat was ze met het goed ontwikkelde rechtvaardigheidsgevoel van een kind een beetje zat geworden. Het was leuk om eens bij anderen te zijn. Vaak kreeg je dan iets lekkers wat je thuis niet mocht. Dus waarom deed Erika zo raar en gesloten en, eerlijk gezegd, zelfzuchtig?

Toen had Clementines moeder hen op een dag met de auto naar een schoolpicknick gebracht en waren ze bij Erika’s huis langsgegaan om even iets op te halen wat ze vergeten was. Een hoedje? Clementine wist het niet meer. Wat ze nog wel wist, was dat ze uit de auto achter haar aan rende om te zeggen dat ze ook een warme trui moest meenemen omdat het koud werd, en dat ze in de gang van het huis verbijsterd was blijven staan. De voordeur kon niet helemaal open. Erika was waarschijnlijk zijdelings naar binnen gegaan. De deur werd geblokkeerd door een stapel stampvolle kartonnen dozen die tot het plafond reikte.

‘Ga weg! Wat doe je hier?’ had Erika geroepen toen ze ineens in de gang verscheen met een gezicht dat afschrikwekkend verwrongen was tot een masker van woede, en Clementine was achteruitgedeinsd, maar de glimp die ze van de gang van Erika’s huis had opgevangen, was ze nooit vergeten.

Het was alsof ze in een achterbuurt terecht was gekomen. Al die troep: torenhoge stapels oude kranten, een wirwar van klerenhangers, winterjassen en schoenen, een koekenpan vol kralensnoeren en bergen uitpuilende, dichtgeknoopte plastic tassen. Het was alsof iemands leven was ontploft.

En die stank. De stank van verrotting, schimmel en verval.

Erika’s moeder, Sylvia, was verpleegkundige, en waarschijnlijk een zeer bekwame verpleegkundige. Ze had voor haar pensionering jarenlang in een verpleeghuis gewerkt. Clementine vond het onbegrijpelijk dat iemand die zo woonde in de zorg werkte, waar alles schoon, hygiënisch en opgeruimd moest zijn. Volgens Erika, die inmiddels vrijelijk over de hamsterwoede van haar moeder kon praten, was het niet ongewoon; het kwam zelfs vrij vaak voor dat hoarders in de zorg werkten. ‘Ze zeggen dat het komt doordat ze zich zo op de zorg voor anderen richten dat ze de zorg voor zichzelf vergeten,’ zei Erika. En daarna voegde ze eraan toe: ‘Of voor hun kinderen.’

Jarenlang waren de problemen van Erika’s moeder iets geweest waar ze allemaal omzichtig naar verwezen, zelfs toen er programma’s over op tv kwamen en er ineens een woord voor die gruwelgewoonte bestond: hoarding. Erika’s moeder was een hoarder. Het was een probleem. Een aandoening. Maar pas toen Erika er met haar ‘aardige psychologe’ over was gaan praten, ongeveer een jaar geleden, was ze het woord ‘hoarding’ hardop gaan zeggen en besprak ze de psychologie erachter op die vreemde, nieuwe, afgemeten manier, alsof het nooit een groot, duister geheim was geweest.

Hoe kon Clementine haar geen plaats gunnen in haar huis en haar leven nadat ze hun huis had gezien? Dat kon niet, en toch deed ze het.

Nu was het nog net zo. Ze was geen goed mens geworden. De gedachte haar vriendin te helpen om haar diepste wens te vervullen deed haar nog steeds geen plezier. De waarheid was dat ze nog steeds dezelfde overweldigende afkeer voelde als die eerste keer toen ze had gevraagd haar eicellen af te staan, maar het verschil was dat die afkeer haar nu goeddeed. Ze wilde dat de artsen haar lichaam zouden opensnijden. Ze wilde dat ze er een deel van haarzelf uit haalden en dat aan Erika gaven. Daar gaan we. We brengen alles in evenwicht.

Ze deed haar lamp uit, draaide zich om naar het midden van het bed en probeerde aan iets te denken, wat dan ook, behalve aan die ene dag. Die zogenaamde ‘gewone dag’.

Bijna echt gebeurd
cover.xhtml
Section001.xhtml
Section002.xhtml
Section003.xhtml
Section004.xhtml
Section005.xhtml
Section006.xhtml
Section007.xhtml
Section008.xhtml
Section009.xhtml
Section010.xhtml
Section011.xhtml
Section012.xhtml
Section013.xhtml
Section014.xhtml
Section015.xhtml
Section016.xhtml
Section017.xhtml
Section018.xhtml
Section019.xhtml
Section020.xhtml
Section021.xhtml
Section022.xhtml
Section023.xhtml
Section024.xhtml
Section025.xhtml
Section026.xhtml
Section027.xhtml
Section028.xhtml
Section029.xhtml
Section030.xhtml
Section031.xhtml
Section032.xhtml
Section033.xhtml
Section034.xhtml
Section035.xhtml
Section036.xhtml
Section037.xhtml
Section038.xhtml
Section039.xhtml
Section040.xhtml
Section041.xhtml
Section042.xhtml
Section043.xhtml
Section044.xhtml
Section045.xhtml
Section046.xhtml
Section047.xhtml
Section048.xhtml
Section049.xhtml
Section050.xhtml
Section051.xhtml
Section052.xhtml
Section053.xhtml
Section054.xhtml
Section055.xhtml
Section056.xhtml
Section057.xhtml
Section058.xhtml
Section059.xhtml
Section060.xhtml
Section061.xhtml
Section062.xhtml
Section063.xhtml
Section064.xhtml
Section065.xhtml
Section066.xhtml
Section067.xhtml
Section068.xhtml
Section069.xhtml
Section070.xhtml
Section071.xhtml
Section072.xhtml
Section073.xhtml
Section074.xhtml
Section075.xhtml
Section076.xhtml
Section077.xhtml
Section078.xhtml
Section079.xhtml
Section080.xhtml
Section081.xhtml
Section082.xhtml
Section083.xhtml
Section084.xhtml
Section085.xhtml
Section086.xhtml
Section087.xhtml
Section088.xhtml
Section089.xhtml
Section090.xhtml
Section091.xhtml
Section092.xhtml
Section093.xhtml
Section094.xhtml
Section095.xhtml
Section096.xhtml
Section097.xhtml