106

Todd sprong meteen overeind, gevolgd door Eilers en Finegold. Hun gezichten waren een en al gespannen hartelijkheid.

‘Mag ik bij jullie komen zitten?’ vroeg Osgood nors.

‘Willard,’ zei Todd. ‘Ik had geen idee dat je zou komen.’ Hij keek Nick aan. ‘Zie je wel? De persoonlijke noot – sommige mensen blijven daar goed in.’

Osgood negeerde hem en ging op de lege stoel aan het hoofd van de tafel zitten.

‘Het bedrijf wordt niet verkocht,’ zei Nick. ‘De verkoop is ongunstig voor Stratton en ook voor Fairfield. We hebben naar de cijfers gekeken – en met “we” bedoel ik Willard en mij – en zijn tot die weloverwogen conclusie gekomen.’

‘Mag ik iets zeggen?’ zei Todd.

‘We hebben het hier over een pracht van een gelegenheid,’ zei Scott. ‘Zo’n gelegenheid krijgen we geen tweede keer.’

‘Een gelegenheid?’ vroeg Nick. ‘Of een gevaar?’ Hij zweeg even en keek Stephanie Alstrom aan. ‘Stephanie, kun je er wat over zeggen? Ik weet dat ik je niet genoeg tijd heb gegeven om een PowerPoint-presentatie voor te bereiden, maar misschien kun je het op de ouderwetse manier doen.’

Stephanie Alstrom zocht tussen de aan elkaar geniete papieren in haar map en maakte er drie stapeltjes van. ‘Dit zijn de strafrechtelijke bepalingen inzake de belangrijkste punten, te beginnen met federale statuten,’ zei ze zo monotoon als ze kon. ‘Er is de Wet op de Omkoping van Buitenlandse Functionarissen van 1999, deel 43, en de Internationale Wet op Omkoping en Eerlijke Concurrentie van 1998, en – lieve help – de provisies tegen fraude die in de effectenwetten zijn opgenomen, sectie 10(b) van de Wet op de Effectenhandel van 1934 en voorschrift iob-5. En hoewel ik de jurisprudentie nog niet goed heb doorgelezen hebben we ook nog te maken met sectie 13(b)(5) van diezelfde wet en voorschrift 13b2-1.’ Ze klonk steeds opgewondener. ‘En natuurlijk ook de secties 13(a) en 13(b)(z)(A) van diezelfde wet, en de voorschriften 12b-20 en 13a. Maar er is ook…’

‘Ik denk dat het wel duidelijk is,’ zei Nick soepel.

‘Ongeveer hetzelfde als wat Dino Panetta me in Boston vertelde,’ bromde Osgood.

‘Dat is belachelijk,’ zei Todd. Het bloed kwam naar zijn hoofd terug. Te veel bloed. ‘Dit zijn volslagen ongefundeerde aantijgingen, en ik betwist…’

‘Todd?’ Osgoods ruige gezicht keek hem dreigend aan. ‘Het is nog tot daar aan toe dat je wilt gaan vliegvissen met je eigen geslachtsdelen als aas, maar je zet de firma niet op het spel. De afgelopen nacht vroeg ik me af waar ik in de fout ben gegaan. En vanmorgen had ik het antwoord. Ik ben niet in de fout gegaan, maar jij. Je negeerde het beleid van onze firma en gokte enorm op microchips, veel meer dan je had moeten doen, en als gevolg daarvan gaat de hele firma bijna bankroet. Toen dacht je dat je jezelf, en ons, kon redden door snel een bedrijf te verpatsen. Een smak geld binnenhalen, en wat dondert het hoe je eraan gekomen bent. Nou, niet op deze manier.’ Hij sloeg op de tafel en benadrukte elk woord. ‘Niet. Op. Deze. Manier.’ Zijn ogen flikkerden achter zijn brillenglazen als flessenbodems. ‘Want je hebt Fairfield Equity Partners in een mogelijk rampzalige juridische positie gebracht. We hadden de komende vijf jaar controleurs van de SEC op de stoep kunnen hebben. Die zouden al onze gegevens met een juweliersloep hebben doorgenomen. Je wilde een grote vis binnenhalen – en het kon je niet schelen of je daardoor met de boot op de rotsen liep.’

‘Ik denk dat je het nu wat overdreven voorstelt,’ zei Todd, flikflooiend. ‘Fairfield verkeert niet in gevaar.’

‘Ja, zo is het,’ zei Osgood. ‘Fairfield Equity Partners is volkomen veilig.’

‘Goed,’ zei Todd onzeker.

‘Ja,’ zei Osgood. ‘Want de firma heeft verstandig gehandeld. We hebben laten zien dat we niets met die malversaties te maken hebben. Zodra het wangedrag onder onze aandacht kwam, hebben we onze betrekkingen met de opdrachtgevers verbroken – voormalige opdrachtgevers, beter gezegd, en hebben we alle mogelijke maatregelen tegen de boosdoeners genomen. Waaronder juridische maatregelen tegen Todd Erickson Muldaur. Jullie hebben in strijd gehandeld met de clausule over grof wangedrag in jullie overeenkomst met de firma. Zoals je weet, wil dat zeggen dat jullie aandeel aan de firma terugvalt.’

‘Dat meen je niet,’ zei Todd. Hij knipperde met zijn ogen alsof er een vuiltje achter een van zijn blauwe contactlenzen zat. ‘Ik heb al mijn geld in Fairfield geïnvesteerd. Je kunt niet zomaar verklaren dat…’

‘Je hebt dezelfde overeenkomst getekend als wij allemaal. En we doen nu een beroep op die clausule. Dat is de enige manier om de federale autoriteiten te laten weten dat het ons menens is. Je kunt bezwaar maken – zoals je vast wel zult doen. Maar ik denk dat de meeste topadvocaten een flink deel van hun honorarium als voorschot willen hebben. En we hebben al een afzonderlijke claim van honderdtien miljoen dollar wegens onrechtmatige daad ingediend tegen jou en je medeplichtige, McNally. We hebben de rechter verzocht de fondsen die we opeisen hangende de uitspraak in pand te nemen, en we hebben de indruk dat hij dat zal doen.’

Scotts gezicht leek op een gipsen dodenmasker. Hij trok mechanisch aan een haarlok bij zijn slaap. Terwijl Nick naar Osgood luisterde, keek hij onwillekeurig door het raam naar het verschroeide buffelgras. Het leek geen levenloos zwart tapijt meer, zag hij. Er was nieuw gras opgekomen. Er kwamen kleine groene sprietjes door het zwart heen.

‘Dat is krankzinnig!’ Todd sprak met een schelle, krakende stem, een koevoet die een lange spijker uittrekt. ‘Dat kun je niet doen. Zo laat ik me niet behandelen, Willard. Ik heb recht op enig respect. Ik ben een volwaardig vennoot van Fairfield, al acht jaar. Ik ben geen… geen meerval die je zomaar weer in het water terug kunt gooien.’

Osgood keek Nick aan. ‘Hij heeft gelijk. Je moet hem niet met een meerval verwarren. Weet je, de een is een aasvreter die door de viezigheid van de bodem woelt…’

‘… en de ander is een vis,’ zei Nick. ‘Ik snap het. En dan nog iets.’

Hij keek de tafel rond. ‘Nu de toekomst van Stratton is veiliggesteld, dien ik hierbij mijn ontslag in.’

Osgood keek hem stomverbaasd aan. ‘Wat? O, jezus.’

‘Ik krijg binnenkort te maken met een juridische… situatie… waarbij ik mijn onderneming niet wil betrekken.’

De mannen en vrouwen aan de bestuurstafel waren net zo verbaasd als Osgood. Stephanie Alstrom schudde haar hoofd.

Maar Nick stond op en schudde Osgood stevig de hand. ‘Stratton heeft al genoeg doorgemaakt. Als we de bekendmaking doen, zeggen we dat de heer Conover ontslag heeft genomen “om meer tijd met zijn gezin te kunnen doorbrengen”.’ Hij knipoogde. ‘Dat is nog waar ook. Nu, als jullie me willen excuseren…’

Hij stond op en liep zelfverzekerd de kamer uit, en voor het eerst in een hele tijd voelde hij een tastbare opluchting.

Marjorie huilde toen ze hem zijn ingelijste familiefoto’s zag oppakken. Haar telefoon ging aan een stuk door, maar ze nam niet op.

‘Ik begrijp het niet,’ zei ze. ‘Ik vind dat je me een verklaring schuldig bent.’

‘Je hebt gelijk. Dat is zo.’ Hij greep in de onderste la van zijn bureau en haalde er een stapeltje Post-it-briefjes in Laura’s handschrift uit, met een elastiekje eromheen. ‘Maar kun je eerst een doos voor me vinden?’

Ze draaide zich om en nam in het voorbijgaan de telefoon op. Enkele ogenblikken later keek Marge met een ernstig gezicht om de scheidingswand heen. ‘Nick, er is een noodsituatie bij je thuis.’

‘Eddie regelt dat.’

‘Nou, weet je… Dat was een vrouw, Cathy of Cassie of zo. Ze belde vanuit je huis. Ik heb haar naam niet goed verstaan – ze sprak snel en klonk paniekerig. Ze zei dat je daar zo gauw mogelijk heen moet. Ik heb er geen goed gevoel bij.’

Nick liet de foto’s op zijn bureau vallen en zette het op een lopen.

Bedrijfsongeval
Cover.xhtml
Backcover.xhtml
Halftitle.xhtml
Titlepage.xhtml
Copyright.xhtml
Dedication.xhtml
Part0001.xhtml
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Part0002.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Part0003.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Part0004.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Part0005.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Epilogue.xhtml
Acknowledgements.xhtml