92
Audrey had beloofd dat ze Noyce op de hoogte zou houden. Strikt genomen kon ze ook rechtstreeks naar de officier van justitie gaan en om een arrestatiebevel voor Conover en Rinaldi vragen, dus zonder Noyce daar zelfs maar iets over te vertellen. Dat wist ze. Maar het was niet goed om hem erbuiten te houden. Het was niet meer dan beleefd dat ze het met Noyce opnam. Ze had hem over het pistool verteld zodra ze hoorde dat het met dat wapen in Grand Rapids overeenkwam, en ze had geen enkele reden om hem nu in onwetendheid te laten. Hij zou woedend zijn, en erger nog, hij zou zich gekwetst voelen, en dat wilde ze niet.
Toen ze Noyces kantoor binnenkwam, klonk daar zachte muziek. Audrey herkende ‘Mood Indigo’ van Duke Ellington, een trompetsolo.
‘Is dat Louis?’ vroeg ze.
Noyce knikte peinzend. ‘Ellington en Armstrong hebben dit in één keer opgenomen. Ongelooflijk.’
‘Zeg dat wel.’
‘De Duke was er geweldig goed in om te componeren als hij een deadline moest halen, weet je. Op de avond voor een opnamedag wacht hij tot zijn moeder klaar is met eten koken, en dan gaat hij naar zijn piano en rammelt daar in een kwartier tijd een nummer uit dat hij “Dreamy Blues” noemt. De volgende avond speelt zijn band het op de radio, een uitzending vanuit de Cotton Club. Later geeft hij het stuk een andere naam, “Mood Indigo”.’ Noyce schudde zijn hoofd, wachtte tot er een eind aan het nummer kwam en zette toen de cd-speler uit. ‘Wat kan ik voor je doen?’
‘Ik denk dat we genoeg hebben om Conover en Rinaldi te arresteren.’
Noyces ogen gingen wijd open toen ze dat zei, maar hij kneep ze even snel bijna dicht. ‘Audrey, laat me je op een ijsje trakteren.’
‘Ik doe mijn best om geen…’
‘Nou, dan kun je toekijken. Ik denk aan een van die aardbeien-blizzards in de Dairy Queen.’
Noyce stortte zich op een enorm bord met zacht vanille-ijs vol siroopachtige aardbeien, terwijl Audrey haar best deed om haar blik af te wenden, want het zag er te goed uit en ze had een zwakke wil als het op toetjes aankwam, vooral halverwege de middag.
‘Je moet oppassen dat je niet wordt aangeklaagd voor een onrechtmatige arrestatie, Audrey,’ zei hij, met een aardbeienveeg bij zijn mondhoek. ‘Je beseft toch wel met wie je te maken hebt?’
‘Denk je dat Nicholas Conover zo machtig is?’
‘Hij is rijk en machtig, maar wat nog belangrijker is: hij werkt voor een holding company in Boston, en die mensen willen hun investering beschermen. En als dat betekent dat ze tegen het politiekorps van het stadje Fenwick moeten procederen, dan hebben ze daar de middelen voor. Dat betekent dat ze tegen jou gaan procederen. En tegen ons.’
‘Het kan ook andersom werken,’ merkte ze op. Haar maag knorde, en er liep steeds speeksel in haar mond. ‘Misschien schrikt die holding company zich een ongeluk als een president-directeur van moord wordt beschuldigd. Misschien ontslaan ze hem gewoon.’
Noyce keek niet op van zijn ijs. ‘Wil je dat risico nemen?’
‘Als ik er oprecht van overtuigd ben dat Conover en Rinaldi bij een moord betrokken zijn, en als ik een officier van justitie achter me krijg, hoe kan het dan een onrechtmatige arrestatie zijn?’
‘Het betekent alleen maar dat er nog meer van ons in de puree raken. Trouwens, geen officier van justitie zal een arrestatiebevel uitschrijven als hij er niet zeker van is dat hij de zaak kan winnen. En ik ben bang dat de bewijsvoering nog niet veel voorstelt.’
‘Maar kijk dan naar wat we hebben, Jack…’
Hij keek op. ‘Ja, laten we daar eens naar kijken, Aud. Wat is je meest belastende aanwijzing? Het pistool? Dus Rinaldi deed een zaak in Grand Rapids, en hetzelfde pistool duikt hier op.’
‘Dat is geen toeval. Rinaldi had in het politiekorps de reputatie dat hij in de fout ging.’
‘Daar moet je mee oppassen. Dat heb je alleen van horen zeggen. Bij de politie wordt altijd geroddeld. Iedereen probeert een ander een hak te zetten; dat zou jij toch moeten weten.’ Hij zuchtte. ‘Dat accepteert niemand. Als je wilt beweren dat hij dat pistool heeft ingepikt, goed… maar je kunt het niet bewijzen.’
‘Nee, maar…’
‘Kijk er eens naar door de ogen van een advocaat. Hetzelfde pistool dat in Grand Rapids is gebruikt, is hier opgedoken? Nou, denk je dat het de eerste keer is dat een pistool eerst in Grand Rapids en daarna hier wordt gebruikt? Waar denk je dat onze drugsdealers hun wapens vandaan halen? Flint, Lansing, Detroit, Grand Rapids. Ze moeten toch érgens vandaan komen?’
Audrey zweeg. Ze zag hem het zachte ijs eten en erop letten dat er een beetje aardbei op elke lepel ijs kwam.
‘De kans is veel groter,’ ging Noyce verder, ‘dat een of andere klootzak uit Fenwick een wapen van een klootzak uit Grand Rapids heeft gekocht. Neem me mijn taalgebruik niet kwalijk, Audrey.’
‘Maar dat vloeibare graszaad… die bodemmonsters die overeenkwamen…’
‘Vind je dat niet een erg dun draadje om een moord aan op te hangen?’
Ze werd steeds wanhopiger. ‘Dat telefoontje waarover Conover loog…’
‘Nogmaals, misschien had hij zich echt in de dagen vergist, Audrey. Ik speel nu even voor advocaat van de duivel, goed?’
‘Maar Conovers eigen beveiligingssysteem… De videobeelden van die nacht zijn gewist. Dat kunnen we bewijzen.’
‘Kun je bewijzen dat ze gewist zijn of dat ermee is geknoeid? Dat is nogal een verschil.’
Noyce had blijkbaar met Kevin Lenehan gepraat. ‘Daar zit wat in,’ gaf ze toe.
‘Dan is er nog het feit dat jij en Bugbee bij Conovers buren langs zijn geweest en niemand van hen die nacht een schot heeft gehoord.’
‘Jack, weet je hoever de huizen in Fenwicke Estates uit elkaar staan? En een 9mm maakt ook niet zoveel lawaai.’
‘Audrey. Je hebt geen bloed, geen wapen, geen voetafdrukken, geen getuigen. Wat heb je dan wel?’
‘Motief en gelegenheid. Een stalker die geweld heeft gebruikt en een wapenvergunning bezat, en die de president-directeur van Stratton belaagde…’
‘Voor zover we weten was hij ongewapend.’
‘Als Stadler ongewapend was, is dat juist ongunstig voor Conover.’
‘En je hebt me zelf verteld dat die man nooit eerder voor geweldpleging is veroordeeld. “Zo mak als een lammetje”, waren dat niet de woorden die je gebruikte? Audrey, luister. Als je concrete bewijzen tegen die kerels had, zou niemand daar blijer mee zijn dan ik. Ik zou ze graag te grazen nemen voor die moord. Maar ik wil niet dat we het verknoeien. Ik wil niet dat we half werk leveren.’
‘Ik weet dat de bewijsvoering goed is,’ zei ze.
‘Weet je wat jij bent? Diep in je hart ben je een optimist.’
‘Dat zou ik niet weten.’
‘Iedereen die zoveel van God houdt als jij, moet wel een optimist zijn. Maar weet je, de trieste waarheid is als volgt. Hoe langer je dit werk doet, des te moeilijker het is om optimist te blijven. Getuigen trekken hun verklaring in; schuldigen komen vrij; zaken worden niet opgelost. Pessimisme, cynisme – dat kan niet uitblijven. Audrey, heb ik je ooit verteld over die zaak die ik had toen ik net begon? Een vrouw werd in haar huiskamer in haar hoofd geschoten. Haar man was een onbetrouwbaar type. We betrapten hem steeds weer op leugens over zijn alibi, dat hij steeds veranderde. Hoe meer we ons in hem verdiepten, des te meer raakten we ervan overtuigd dat hij de moordenaar was.’
‘En hij was het niet,’ zei ze geërgerd.
‘Weet je waarom hij steeds over zijn alibi loog? Het bleek dat hij op het moment van de moord in bed had gelegen met zijn schoonzus. Die kerel wilde niet toegeven dat hij zijn vrouw had bedrogen, ook niet toen hem een aanklacht wegens moord boven het hoofd hing. Hij bezweek pas kort voordat het proces zou beginnen, de rotzak. En weet je waardoor zijn vrouw was gedood? Een verdwaalde kogel door haar open raam, een straatgevecht dat uit de hand was gelopen. Ze had gewoon pech gehad. Of misschien krijg je dat als je in een slechte buurt woont. Maar wat ons zo duidelijk leek, bleek helemaal niet waar te zijn toen we ons erin verdiepten.’
‘Ik begrijp het, Jack,’ zei ze. Ze zag hem zijn bord leegmaken. Zo te zien deed het hem goed dat zijn laatste lepel evenveel ijs als aardbei bevatte. ‘Maar we hebben ons er al in verdiept.’
‘Een krankzinnige wordt in een vuilcontainer in het hondenhok gevonden, met nepcrack bij zich – sorry, maar je moet er in eerste instantie van uitgaan dat het een crackmoord was. En dus niet dat het een president-directeur was, die zoveel te verliezen heeft. Je kent het oude gezegde: als je in Texas naderende hoefslagen hoort, denk je niet dat het zebra’s zijn. Dan moet je ervan uitgaan dat het paarden zijn. En ik denk dat jij nu achter een zebra aan zit.’
‘Dat is niet…’
‘O, ik weet dat het veel interessanter is om een zebra te zien dan een paard, maar je moet altijd kijken naar wat waarschijnlijker is. Want uiteindelijk is je tijd beperkt. Wie is die vrouw die jou elke week belt?’
‘Ethel Dorsey?’
‘Tyrone is haar zoon, en hij is waarschijnlijk omgekomen bij een drugsdeal, nietwaar? Hoeveel tijd heb je in die zaak gestoken?’
‘Ik ben er de laatste tijd niet aan toe gekomen.’
‘Nee. En als ik jou een beetje ken, heb je vast het gevoel dat je Ethel Dorsey hebt laten vallen.’
‘Ik…’ Ze aarzelde.
‘Je bent goed, en je hebt het in je om erg goed te worden. Je kunt echt iets betekenen. Maar bedenk eens hoeveel andere gevallen om je aandacht schreeuwen. Er zit maar een beperkt aantal uren in een dag, hè?’
‘Ik begrijp het.’ Ze was geschokt. Het was logisch wat hij zei.
‘Er is een andere zaak waaraan ik je wil laten werken. Niet in plaats van deze zaak, maar ernaast. Een zaak die je een grote kans geeft om te schitteren, denk ik. In plaats van verzand te raken in die hondenhokmoord. Jensen heeft maandag het proces van de Hernandez-roof, maar hij gaat op vakantie en ik wil graag dat jij het doet.’
‘Is Phelps niet de nummer twee daarvoor? Ik heb alleen maar het follow-up-gesprek gedaan.’
‘Phelps is op persoonlijk verlof. Ik heb je hiervoor nodig. En de officier van justitie wil op vrijdag een vooroverleg.’
‘Vrijdag? Dat is… dat is over twee dagen!’
‘Je kunt het. Ik weet dat je het kunt.’
Ze was geschrokken en van de wijs. ‘Weet je,’ zei ze met een klein stemmetje. ‘Dat ziet er goed uit, wat jij had. Hoe heet het precies?’