64

‘Eddie.’ Nick belde vanuit zijn studeerkamer. Hij was doodsbang. ‘Wat?’ Hij klonk geërgerd ‘Ze zijn hier vandaag geweest.’

‘Weet ik. Hier ook. Het stelt niks voor. Ze willen je bang maken.’

‘Ja, nou, dat is dan gelukt. Ze hebben iets gevonden.’

Een korte stilte. ‘Huh?’

‘Ze hebben een metaalfragmentje gevonden. Ze denken dat het een stukje van een patroonhuls is.’

‘Wat? Ze hebben een patroonhuls gevonden?’

‘Nee, een klein stukje van een huls.’

‘Ik snap het niet.’ Eddies overdreven zelfvertrouwen was verdwenen. ‘Ik heb beide patronen gevonden, en volgens mij waren ze niet beschadigd. Je zei toch dat je twee keer had geschoten?’

‘Ik denk van wel.’

‘Je dénkt, hè? Nu dénk je het?’

‘Ik was buiten mezelf, Eddie. Alles was een waas.’

‘Je zei tegen mij dat je twee keer had geschoten. Toen ik twee hulzen had gevonden, hield ik op met zoeken. Anders had ik de hele nacht wel met die zaklantaarn over het gras kunnen lopen.’

‘Denk je dat ze echt een stukje munitie kunnen hebben?’ zei Nick met een bevende stem.

‘Hoe moet ik dat nou weten?’ zei Eddie. ‘Shit. Weet je wat, ik ga me eens in die vrouwelijke rechercheur verdiepen. Eens kijken wat die voor geheimen heeft.’

‘Ik denk dat ze een goed christen is, Eddie.’

‘Geweldig. Misschien vind ik iets heel goeds.’

En hij hing op.

‘We hebben helemaal niks gevonden,’ zei Bugbee.

‘Het huiszoekingsbevel,’ begon Audrey.

‘Dat was zo ruim gesteld als het maar kon. Niet alleen 9mm’s, maar alle vuurwapens. En natuurlijk de gebruikelijke dingen. Nergens bloed of vezels in Rinaldi’s auto.’

‘We hadden ook niet verwacht dat hij het lijk mee naar huis had genomen.’

‘Natuurlijk niet.’

‘En 9mm’s?’

Bugbee schudde zijn hoofd. ‘Maar er is wel iets geks. Die kerel heeft twee van die rekken voor handvuurwapens die je op slot kunt doen, ja? We vonden ze in een kast achter wat kleren. Ze zaten met zware bouten aan de muur vast. In elk rek zaten drie wapens, maar twee daarvan ontbraken.’

‘Ontbraken ze of waren ze er niet? Misschien heeft hij er maar vier.’ Bugbee glimlachte en stak zijn vinger op. ‘Dat is het nou juist. Er zitten twee wapens in het ene rek en twee in het andere, en je kunt aan de stofpatronen zien dat er vroeger nog twee waren. Die zijn weggehaald.’

Audrey knikte. ‘Twee.’

‘Ik zeg dat een van die twee het moordwapen was.’

‘En het andere?’

‘Het is maar een vermoeden. Maar misschien had hij een reden om niet te willen dat we dat andere wapen vonden. Twee ongeregistreerde handvuurwapens.’

Audrey draaide zich om en wilde naar haar werkruimte teruglopen, toen haar iets te binnen schoot. ‘Je hebt hem niet gewaarschuwd dat je zou komen zoeken?’

‘Kom nou.’

‘Hoe wist hij dan dat je kwam? Hoe wist hij dat hij die wapens moest weghalen ?’

‘Nu snap je het.’

‘Conover wist dat we zijn huis kwamen doorzoeken,’ zei Audrey. ‘Hij heeft dat natuurlijk tegen Rinaldi gezegd, en Rinaldi wist dat het alleen maar een kwestie van tijd was voordat we ook bij hem kwamen.’

Bugbee dacht daar enkele ogenblikken over na.

‘Misschien is dat alles,’ gaf hij toe.

Er verscheen een e-mail op Audreys computerscherm. Het was een bericht van Kevin Lenehan van de technische recherche. Hij vroeg of ze wilde komen.

De mensen van de technische recherche gingen allemaal naar plaatsen waar een misdrijf was gepleegd, maar sommigen waren gespecialiseerd. Als je een vingerafdruk van de kleverige kant van een stuk plakband wilde hebben, ging je naar Koopmans. Als je een serienummer hersteld wilde hebben, ging je naar Brian. Als je snel een tekening voor de rechtbank wilde hebben, een luchtkaart of een plattegrond, ging je naar Koopmans of Julie of Brigid.

Kevin Lenehan was de technisch rechercheur aan wie het vaak werd toevertrouwd – of die er misschien mee werd opgezadeld – om informatie uit computers en videoapparatuur te halen. Terwijl zijn collega’s van de ene plaats delict naar de andere gingen, moest hij enorm veel tijd besteden aan het bekijken van schimmige, wazige videobeelden van roofovervallen, opgenomen met bewakingscamera’s in winkels. Of hij zat naar de beelden te kijken van de autocamera’s die vanzelf aangingen wanneer een agent zijn zwaailichten en sirenes aandeed.

Hij was mager, achter in de twintig, en hij had een vlassig sikje en lang vettig haar dat lichtbruin of donkerblond was, dat was moeilijk te zeggen, want Audrey had nooit meegemaakt dat hij zijn haar net had gewassen.

Het rechthoekige metalen kastje met de digitale videorecorder van Conovers beveiligingssysteem stond op zijn werkbank, verbonden met een computermonitor.

‘Hé, Audrey,’ zei hij. ‘Ik heb van dat stukje bluf van jou gehoord.’

‘Bluf?’ zei Audrey in alle onschuld.

‘Dat van dat kogelfragment. Ik hoorde het van Brigid. Nooit geweten dat je dat in je had.’

Ze glimlachte bescheiden. ‘Je doet wat je kunt. Hoe gaat het hiermee?’

‘Ik weet niet precies wat je wilt,’ zei Kevin. ‘Jullie zoeken naar beelden van een moord, hè? Maar die staan hier niet op.’

Dat zou ook te gemakkelijk zijn geweest, dacht Audrey. ‘Wat staat er wel op?’

‘Drie weken waarin je de maan achter de wolken langs ziet trekken. Lichten die aan- en uitgaan. Een paar herten. Auto’s die over het pad komen aanrijden en weer vertrekken. De vader, de kinderen, noem maar op. Moet ik naar iets in het bijzonder zoeken?’

‘Een moord zou niet gek zijn.’

‘Sorry dat ik je moet teleurstellen.’

‘Als de camera’s die moord hebben geregistreerd, zit het daarin, hè?’ Ze wees naar het kastje.

‘Ja. Het is een Maxtor, een drive van honderdtwintig giga, verbonden met zestien camera’s. Ingesteld om zeven komma vijf beeldjes per seconde op te nemen.’

‘Kan er iets weg zijn?’

‘Wat bedoel je?’

‘Nou, gewist of zo.’

‘Niet voor zover ik kan nagaan.’

‘Is drie weken geen lange tijd voor een harde schijf van die grootte?’

Lenehan keek haar anders aan, met meer respect. ‘Ja, dat is zo. Als dit ding in een vierentwintiguurswinkel zou opereren, zou het na drie dagen opnieuw beginnen. Maar het bevindt zich in een huis, en het heeft bewegingstechnologie, dus het verbruikt niet veel schijfruimte.’

‘Je bedoelt, er beweegt iets, de detector signaleert dat en de camera’s gaan aan?’

‘Min of meer. Het gaat met software. Er zijn geen externe bewegingsdetectors. De software krijgt de beelden voortdurend binnen, en wanneer een bepaald aantal pixels verandert, worden de beelden echt opgenomen.’

‘Hij begint opnieuw als de schijf vol is?’

‘Ja. Wat het eerst is binnengekomen, gaat er het eerst weer af.’

‘Kan het gedeelte waarin ik geïnteresseerd ben op die manier zijn gewist?’

‘Je zei dat je geïnteresseerd was in de vroege ochtend van de zestiende, en die staat er helemaal op.’

‘Ik ben geïnteresseerd in alles van de avond van de vijftiende tot een uur of vijf in de ochtend van de zestiende. Maar omdat het alarm om twee uur ’s nachts afging, ben ik vooral geïnteresseerd in die tijd. Twee uur zeven, om precies te zijn. Een periode van elf minuten – de duur van het alarm.’

Kevin draaide zich met zijn metalen kruk om en keek naar het scherm. ‘Sorry. Dat staat er net niet op. De opnamen beginnen op woensdag de zestiende. Drie uur achttien in de morgen.’

‘Je bedoelt toch dinsdag de vijftiende? Toen is de apparatuur geïnstalleerd. In de loop van de middag van de vijftiende.’

‘Dat kan wel wezen, maar de opnamen beginnen op woensdag de zestiende. Drie uur achttien in de morgen. Ongeveer een uur na de tijd waar jij je voor interesseert.’

‘Dat snap ik niet.’

Hij draaide zich weer om. ‘Ik kan je daar niet mee helpen.’

‘Weet je zeker dat de beelden van die elf minuten niet gewoon gewist zijn?’

Kevin zweeg. ‘Daar zijn geen tekenen van. Het begon om…’

‘Kan iemand het hebben teruggedraaid?’

‘Met de hand? Ja. Dat moet dan natuurlijk wel iemand zijn geweest die het systeem kende, die wist wat hij deed.’

Eddie Rinaldi, dacht ze. ‘Dan zouden die nieuwe opnamen over de oude heen zijn gegaan, over het deel waarvoor ik me interesseer?’

‘Ja. De opnamen gaan eerst over het oudste deel heen.’

‘Kun je ze weer oproepen?’

‘Je bedoelt, het wissen ongedaan maken? Misschien kan iemand dat. Dat gaat wat verder dan wat ik kan. Het staatslab misschien?’

‘Dan zouden we minstens zes maanden moeten wachten.’

‘Minstens. En het is niet zeker dat ze het kunnen. Ik weet niet eens of het mogelijk is.’

‘Kevin, denk je dat het de moeite waard is om er nog eens naar te kijken?’

‘Wat bedoel je?’

‘Kun je kijken of je nog iets kunt ontdekken? Bijvoorbeeld of je sporen kunt vinden. Iets waaruit blijkt dat er nieuwe opnamen over oude heen zijn gemaakt, of dat er iets is gewist of zo.’

Kevin bewoog zijn hoofd heen en weer. ‘Dat zou vrij veel tijd kosten.’

‘Maar je bent goed. En je bent snel.’

‘En ik lig ook ver achter met mijn andere werk. Ik heb een hele berg videobeelden die ik voor Noyce en Johnson moet verwerken.’

‘Die serie overvallen.’

‘Ja. En er is een zaak van een winkel die is overvallen. Noyce wil dat ik naar twee dagen band kijk, op zoek naar iemand in een zwart Raiders-jasje met witte Nike Air-schoenen.’

‘Lijkt me leuk.’

‘Om scheel van te worden. Hij wil het…’

‘… gisteren al hebben. O ja, ik ken Jack.’

‘Ik bedoel, als je met Noyce wilt praten, hem wilt overhalen om jou te laten voorgaan in de rij, ga je je gang maar. Maar ik moet doen wat ze tegen me zeggen, weet je.’

Bedrijfsongeval
Cover.xhtml
Backcover.xhtml
Halftitle.xhtml
Titlepage.xhtml
Copyright.xhtml
Dedication.xhtml
Part0001.xhtml
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Part0002.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Part0003.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Part0004.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Part0005.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Epilogue.xhtml
Acknowledgements.xhtml