93
Marta kwam met een vaatdoek in haar natte handen naar de hal. Ze had natuurlijk de twee piepjes van het alarmsysteem gehoord toen hij de deur openmaakte. Ergens op de achtergrond was een meisjesachtig gelach te horen.
‘Is er iets mis?’ vroeg Nick haar.
Marta schudde haar hoofd. ‘Niets aan de hand,’ zei ze hooghartig. Haar toon suggereerde het tegenovergestelde.
‘Is het Luke?’
Marta schudde haar hoofd. ‘Mevrouw Stadler heeft zichzelf uitgenodigd.’
‘O,’ zei Nick. ‘Dat is goed.’
Marta haalde ongelukkig haar schouders op. Ze vond het helemaal niet goed.
‘Is er dan een probleem?’ vroeg Nick. Waarom deed ze zo moeilijk?
‘Het is tegenwoordig moeilijk bij te houden wie er tot de familie behoren en wie niet.’
Dat was een uitnodiging voor een pittig gesprek; Nick deed er het zwijgen toe.
In de huiskamer trof hij Cassie aan. Ze droeg een oversized Stratton-T-shirt en een zwarte spijkerbroek, en ze zat daar met Julia, die een outfit droeg die Nick niet eerder had gezien, een trainingspak van turquoise velours. Op haar achterste stond het woord ‘Juicy’.
Hij bleef in de deuropening staan kijken zonder dat ze hem zagen.
‘Er is niets vies aan,’ zei Cassie.
‘Vieze kussens!’ zei Julia op een malle manier. ‘Vieze kussens!’
‘Als je ouder wordt, verandert je lichaam. Je vindt jongens niet zo walgelijk meer. Je lichaam wordt meer iets van jezelf. Iedereen maakt dat stadium door. Het is zo natuurlijk als geroosterde muesli.’
Julia giechelde daarom. Ze was nerveus en tegelijk blij. ‘Ik hou niet van geroosterde muesli,’ zei ze.
‘Je moet vooral niet denken dat je er niet over kunt praten. Je moet niet het gevoel hebben dat het iets vreemds is, iets waarvoor je je moet schamen. Tieten zijn niet het einde van de wereld. Puistjes daarentegen…’
Weer dat gegiechel, minder nerveus en blijer.
Ze hadden het Gesprek. Hij voelde zich opgelucht, en tegelijk was hij jaloers op de onderlinge vertrouwelijkheid van Cassie en Julia. Hij had tegen Cassie gezegd dat hij ertegen opzag om dat gesprek over meisjesdingen met zijn dochter te hebben: als hij het deed, zouden ze zich waarschijnlijk allebei diep hebben gegeneerd. Marta was ondanks haar strakke spijkerbroek te preuts en gesloten om over seks te praten. En ze had Nick laten weten dat ze het beslist niet haar taak achtte om met Julia een gesprek over dingen als ongesteldheid te hebben.
Cassie daarentegen praatte erover alsof het allemaal niets voorstelde, en daardoor stelde het op de een of andere manier ook echt minder voor. Met haar diepe, nuchtere stem wist ze het zo te brengen dat het allemaal heel alledaags en eigenlijk wel prettig was. Tenminste, zo prettig als het kon zijn voor een giechelend meisje van tien.
‘Veel dingen veranderen, veel dingen niet,’ zei Cassie nu tegen Julia. ‘Vergeet niet, wat er ook met je gebeurt, je blijft altijd papa’s kleine meisje.’
Nick schraapte zijn keel en zei tegen Julia: ‘Hé, schatje.’
‘Papa!’ Ze stond op en liet zich door hem omhelzen.
‘Waar is je broer?’
‘Die is boven aan het werk.’
‘Blij dat te horen. En waar heb je die outfit vandaan?’
‘Die heb ik van Cassie gekregen.’
‘O ja?’ Een trainingspak van velours? Je kon zelfs haar buik zien. Allemachtig, ze was tien jaar oud.
Cassie keek hem bedeesd aan en haalde haar schouders op. ‘Alle vijfdeklassers vinden mij hun modegoeroe,’ zei ze.
Toen Julia naar haar kamer was gegaan, haalde Nick zijn schouders op en keek hij Cassie aan. ‘Nog bedankt. Ik neem aan dat je over meisjesdingen met haar praatte. Daar zou haar ouweheer grote moeite mee hebben.’
‘Ze is zo lief, Nick. Ze moet vooral goed beseffen dat je altijd haar papa zult blijven en altijd van haar zult houden.’
‘Blijf je eten?’
‘Ik kan niet,’ zei ze.
‘Plannen?’
‘Nee. Ik… Je weet wat ze over gasten en vis zeggen. Ze gaan stinken na… ik ben vergeten hoeveel dagen.’
‘Denk je dat Julia jou als een gast beschouwt? Of Luke?’
Ze kon haar glimlach niet verbergen. ‘Je begrijpt het toch wel?’
‘Blijf. En ik wil ook graag met je praten over wat er op mijn werk gebeurt.’
‘Daarvoor ben je aan het juiste adres,’ zei ze. ‘De verstandskies van Fenwick.’
Hij vertelde haar over zijn gesprek met Dorothy Devries.
‘Nou, zij heeft het niet meer voor het zeggen,’ zei Cassie. ‘Je zei dat Todd Muldaur nu de baas is.’
‘Dat is het probleem.’
‘De vraag die ik altijd stel, is: wie is je papa?’
‘Ja. Dat is net een vraag voor jou.’
‘Nou, wie is Todd Muldaurs papa?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Willard Osgood is de baas van Fairfield Partners. Maar het lijkt erop dat ze hem daar niet veel te zien krijgen.’
‘Willard Osgood – de man met de dikke brillenglazen en de joviale beleggingsadviezen? Ik heb dat artikel in Fortune gelezen dat je me liet zien. Hij is degene met wie je moet gaan praten.’
‘Waarvoor? Ik zie daar het nut niet van in.’
‘Je moet het zeggen als ik me vergis, maar ziet Osgood zichzelf niet als een vaderfiguur? Wat jij me beschrijft, lijkt me niet zijn stijl.’
‘Dat is waar,’ zei Nick. ‘Maar de tijden veranderen. De toekomst is waarschijnlijk aan Todd Muldaur.’
‘Weet je, dat begrijp ik niet goed. Ze doen alles zo stiekem – heus niet alleen om het voor jou verborgen te houden. Zou het kunnen dat ze het ook voor papa geheim proberen te houden?’
‘Oei. Daar had ik niet aan gedacht.’
‘Maar het is toch mogelijk?’
‘Ja, het is mogelijk.’
‘Dus misschien doe je er goed aan om meteen naar Osgood te gaan.’
‘En als je je vergist? Als hij nu eens precies weet wat er gebeurt?’
‘Zoveel keus heb je niet meer. De echte vraag is: als ik nu eens gelijk heb?’