48
Eddie stond niet op toen Nick die middag zijn kantoor binnenkwam. Hij deed alleen of hij salueerde en leunde toen in zijn Symbiosis-stoel achterover, zijn voeten op het bureau. Op de scheidingswand van zilverraster achter hem zat een poster met de tekst: ‘middelmatigheid. Het kost veel minder tijd en de meeste mensen zien het verschil pas als het te laat is.’ Boven die woorden stond een foto van de scheve toren van Pisa. Het was zo’n flauwe parodie op bedrijfsslogans, maar Nick vroeg zich soms af hoeveel van Eddies ironie toch echt gemeend was.
‘Krijg ik promotie?’ vroeg Eddie. ‘Ik bedoel, omdat je hierheen komt en mij niet bij je laat komen.’
Nick trok een kleine kruk op wieltjes naar zich toe. ‘Dat noemen ze Management by Walking Around. mbwa.’ Management door rond te lopen.
‘Er valt ook veel te zeggen voor mbsoya. Management by Sitting on Your Ass.’ Management door op je reet te zitten.
Nick dwong zich te glimlachen en vertelde hem toen in het kort wat MacFarland en Grover Herrick hadden gezegd.
‘Krijg nou wat,’ zei Eddie. ‘Dat moet toch geouwehoer zijn? Heb je hier met Scott McNally over gepraat?’
‘Hij zegt dat er niets van waar is. Maar hij weet meer dan hij me heeft verteld. Dat weet ik zeker.’
Eddie knikte langzaam. ‘Als jij eruit vliegt, vlieg ik er ook uit, hè?’
‘Wie zegt dat ik eruit vlieg? Ik wil alleen dat je nagaat wat Scott in zijn schild voert. Dat is alles.’
Eddie grijnsde langzaam. ‘Als je een assist wilt, sla ik de puck naar je toe en geef ik de klootzakken een cross-check. Desnoods sla ik de stick op hun kop kapot.’
‘Misschien is het al genoeg als je een beetje naar zijn e-mailverkeer kijkt, Eddie.’
‘Ik laat een van mijn mensen zijn e-mailverkeer van de server halen, ja? Je hoeft me alleen maar een paar wachtwoorden te geven.’
‘Dat lijkt me een goed begin.’
‘Natuurlijk. Telefoongegevens, dat soort dingen. Een makkie. Maar, jongen, jij ziet ook steeds weer kans om in de stront te trappen.’ Eddie glimlachte; zijn huid vormde rimpeltjes bij zijn ogen. ‘Nog een geluk dat je een vriend hebt die het niet erg vindt om je schoenen schoon te maken.’
‘Laat het me weten als je iets ontdekt.’
‘Daar zijn vrienden voor.’
Nick keek hem niet aan. ‘En geen woord tegen iemand.’
‘Akkoord, kerel.’
Nick aarzelde even en reed de kruk toen dicht naar Eddies bureau toe. ‘Eddie, heb jij die rechercheurs verteld dat je naar mijn huis bent geweest toen we mijn hond hadden gevonden?’
Eddie keek hem een tijdje aan. ‘Daar hebben ze me niet naar gevraagd. Ik vertel niets uit eigen beweging. Dat is les nummer één als het op politieondervragingen aankomt.’
Nick knikte. ‘Ze hebben het mij ook niet gevraagd. Nog niet. Maar mocht het ter sprake komen, dan moeten onze verhalen overeenkomen. Ik vroeg je te komen, en je kwam. Het is nogal logisch dat ik jou belde. Jij bent mijn veiligheidschef.’
‘Logisch,’ herhaalde Eddie. ‘Vanzelfsprekend. Maar je moet tot rust komen, jongen. Je piekert te veel.’