51

Toen hij van de school naar Stratton terugreed, dacht Nick aan Cassie Stadler.

Ze was niet beeldschoon – hij had in de loop van zijn leven meer dan zijn portie beeldschone vrouwen gehad, vooral in zijn studententijd, toen Laura wilde dat ze ‘een pauze namen’ en ‘met andere mensen omgingen’ – maar ze was zo intelligent dat het angstaanjagend was. Ze was griezelig scherpzinnig en begreep hem blijkbaar volkomen. Het was bijna of ze door hem heen keek. Ze kende hem beter dan hij zichzelf kende.

En hij kon niet ontkennen dat hij zich fysiek tot haar aangetrokken voelde. Voor het eerst in meer dan een jaar had hij seks gehad, en hij voelde zich weer een seksueel wezen. Dat was een gevoel dat hij bijna was vergeten. De pomp was gevoed. Hij voelde zich geil. Hij dacht aan de vorige middag en kreeg een erectie.

Toen herinnerde hij zich wie ze was en hoe hij haar had leren kennen, en meteen voelde hij zich somber. Het schuldgevoel kwam weer in hem opzetten, erger dan ooit.

Een stem in zijn hoofd zei: Wou je me in de maling nemen? Je neukt met de dochter van de man die je hebt vermoord.

Ben je wel goed bij je hoofd?

Hij begreep niet wat hij deed. Als hij te dicht bij haar kwam… Nou, als ze er nu eens op de een of andere manier achter kwam? Hoe lang kon hij dat absurde koorddansen volhouden?

Wat doe ik toch?

Maar hij wilde haar erg graag terugzien. Dat was juist zo absurd.

Het was nu laat in de middag, en hij hoefde niet naar kantoor terug. Hij stopte langs de kant van de weg en viste een stukje papier uit de zak van zijn jasje. Daar had hij Cassie Stadlers telefoonnummer op geschreven. Impulsief – zonder naar die afkeurende stem in zijn hoofd te luisteren – belde hij haar mobiele nummer.

‘Hallo,’ zei hij toen ze opnam. Zijn stem klonk ijl. ‘Met Nick.’

Een korte stilte. ‘Nick,’ zei ze, en toen zweeg ze.

‘Ik wilde alleen…’ Zijn stem sloeg zelfs over. Hij wilde… wat? De klok terugdraaien? Ongedaan maken wat Die Nacht gebeurd was? Alles goedmaken? En aangezien dat niet kon, wat dan? Hij wilde alleen maar met haar praten. Dat was de waarheid. ‘Ik belde alleen…’

‘Ik weet het,’ zei ze vlug.

‘Gaat het goed met je?’

‘Met jou?’

‘Ik wil graag naar je toe,’ zei hij.

‘Nick,’ zei ze. ‘Je moet bij me vandaan blijven. Ik breng je in moeilijkheden. Echt waar.’

Nick glimlachte bijna. Cassie wist niet wat moeilijkheden waren. Denk je dat jij in moeilijkheden verkeert? Je zou mij moeten zien als ik een Smith & Wesson in mijn handen heb. Het zuur spatte tegen de achterkant van zijn keel.

‘Dat denk ik niet,’ zei Nick.

‘Denk je niet dat je al genoeg hebt gedaan?’

Er ging zoiets al een elektrische schok door hem heen. Had hij niet genoeg gedaan? Zo kon je het ook bekijken. ‘Sorry?’

‘Niet dat ik het niet op prijs stelde. Dat deed ik echt wel. Alles. Maar we moeten het daarbij laten. Jij hebt een bedrijf te leiden. Een gezin dat je bijeen moet houden. Daar pas ik niet in.’

‘Ik kom net van een afspraak vandaan,’ zei hij. ‘Ik kan over vijf minuten bij je zijn.’

‘Hé,’ zei Cassie, toen ze de stoffige hordeur openmaakte. Wijde spijkerbroek, wit T-shirt, verfspatten. Toen glimlachte ze en kwamen er rimpeltjes bij haar ogen. Ze zag er beter uit, klonk beter. ‘Ik dacht dat je niet terug zou komen?’

‘Waarom niet?’

‘Nou, je weet wel, spijt achteraf. Spijt van wat je had gedaan. Het doorsnee mannengedrag.’

‘Misschien ben ik geen doorsneeman.’

‘Die indruk krijg ik. Heb je vandaag iets voor me meegebracht?’ Nick haalde zijn schouders op. ‘Sorry. Ik heb een fles ruitenwisservloeistof in de kofferbak.’

‘Laat maar,’ zei Cassie. ‘Daar krijg ik altijd een kater van.’

‘Misschien heb ik ook een busje WD-40 bij me, je weet wel, multispray.’

‘Dat klinkt al beter. De president-directeur van Stratton als mijn persoonlijke boodschappenjongen – ik vind het een schitterend idee.’

‘Daar ga ik prat op. Nick Conover koopt een verrekt goed broodje kalkoen.’

‘Maar moet ik het persoonlijk opvatten dat je vetloze yoghurt voor me meebrengt?’ Ze liet hem binnenkomen. ‘Laat me wat van de thee zetten die je hebt meegebracht.’

Ze verdween even in de keuken. Ze had een cd opstaan, een vrouw die iets zong over ‘I’m brave but I’m chicken shit’.

Toen ze terugkwam, zei Nick: ‘Je ziet er goed uit.’

‘Ik begin me weer een beetje mezelf te voelen,’ zei ze. ‘Je maakte me laatst op een dieptepunt mee. Je weet vast wel hoe dat is.’

‘Nou, je ziet er nu veel beter uit.’

‘En jij ziet er belabberd uit,’ merkte ze nuchter op.

‘Tja,’ zei Nick. ‘Lange dag.’

Ze strekte zich uit op de bobbelige bruine bank met gouddraad door de bekleding, zoals in de jaren vijftig veel voorkwam.

‘Een lange dag, of een lang verhaal?’

‘Geloof me, je wilt een volwassen man niet horen klagen en zeuren over moeilijkheden op zijn werk.’

‘Ik kan wel wat afleiding gebruiken.’

Nick leunde in de oeroude groene luie stoel achterover. Hij dacht even na en vertelde haar toen over het gerucht, waarbij hij een paar details wegliet. Hij noemde Scott niet met naam, sprak niet over Scotts trouweloosheid. Dat was op dat moment een te pijnlijk onderwerp.

Cassie maakte een strakke yoga-achtige bal van zichzelf door haar armen om haar knieën te slaan, en luisterde aandachtig naar hem.

‘En alsof dat nog niet erg genoeg was, kreeg ik een telefoontje van Lucas’ school,’ ging hij verder. Hij zweeg. Hij was het niet gewend om op die manier over zijn leven te praten. Niet sinds Laura’s dood. Hij was het ontwend.

‘Vertel het me,’ zei ze.

Hij deed het. Hij vertelde haar ook dat hij Lucas thuis had gebeld en hem de les had gelezen, en dat Luke toen had opgehangen. Toen hij eindelijk op zijn horloge keek, besefte hij dat hij meer dan vijf minuten had gepraat.

‘Dat heb ik nooit begrepen,’ zei Cassie.

‘Wat niet?’

‘Wat betekent het dat leerlingen voor drie dagen van school worden geschorst? Hoeven ze drie dagen niet naar school? Blijven ze thuis?’

‘Ja.’

‘Dan gaan ze toch nog meer verkeerde dingen doen? Is dat als straf bedoeld? Ik bedoel, als een honkballer voor vijf wedstrijden wordt geschorst omdat hij met de scheidsrechter heeft gevochten, dan is dat een straf. Maar als je nou tegen een leerling zegt dat hij drie dagen niet naar school mag, waar hij toch al de pest aan heeft?’

‘Misschien voelt hij zich vernederd ten opzichte van zijn medeleerlingen.’

‘Een tiener? Die legt er toch juist eer mee in?’

Nick haalde zijn schouders op. ‘Dat gevoel zou ik niet hebben gehad.’

‘Nee, jij was waarschijnlijk de ideale leerling.’

‘Dat niet. Ik haalde dezelfde streken uit als anderen. Maar ik was wel voorzichtig. Ik wilde niet uit het ijshockeyteam worden geschopt. Hé, waar blijft die thee?’ vroeg hij.

‘Dat stel doet er een eeuwigheid over. Elektrisch, en te weinig vermogen. Pa wilde geen gas in huis. Een van zijn vele “dingen”. Maar daar wil ik het nu niet over hebben.’ Ze rekte haar hals en luisterde. ‘Het is nu vast wel klaar.’

‘Van al dat praten heb ik dorst gekregen,’ zei Nick.

Cassie kwam met twee dampende mokken terug. ‘English Breakfast,’ zei ze. ‘Al zag ik dat je ook een doos Blue Moon Kava Kava en Chamomile hebt gekocht. Dat is vast niet de favoriete thee van Nick Conover.’

‘Misschien niet.’

‘Hoe kom ik toch aan het gevoel dat jij me voor een newagetype aanziet?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Misschien omdat ik dat ook ben. Hoe kan ik het ontkennen? Jij maakt stoelen, ik geef les in asana’s. Hé, in feite werken we allebei in de zitbranche, hè?’

‘Dus je gaat me niet over mijn aura vertellen.’

‘Je kunt het meisje uit de Carnegie Mellon University halen – en geloof me, dat hebben ze gedaan.’ Er speelde een vage glimlach om haar mondhoeken. ‘Maar je kunt de Carnegie Mellon University niet uit een meisje halen. Ik heb nooit veel van chakra’s en zo moeten hebben. Wat dat betreft, heb ik veel van mijn vader weg. Ik heb een empirisch trekje van een kilometer breed.’

‘En ik dacht dat je een taille van vijftig centimeter had.’

‘Dank je.’ Ze nam voorzichtig een slokje thee. ‘Dus je hebt problemen. Je rekent daarmee af, want zo iemand ben je. Als het leven je citroenen geeft, maak je daar limonade van.’

‘Op de een of andere manier verwachtte ik iets meer zen-achtigs.’

‘Ik zie dat je je English Breakfast niet hebt aangeraakt. Van wat voor thee hou je dan wel?’

‘Van alle thee. Zolang het maar koffie is.’

Ze vond een fles Four Roses-bourbon op een tafeltje naast de sofa en gaf die aan hem. ‘Doe hier een scheut van in je thee. Dan proef je minder van de tannine.’

Hij deed er wat van in zijn kopje. De bourbon kwam de smaak duidelijk ten goede.

Cassie keek hem met kattenogen aan. ‘Ben je hier nou voor mij of voor jou?’

‘Allebei.’

Ze knikte geamuseerd. ‘Je bent niet mijn maatschappelijk werker.’

‘Kom nou,’ zei Nick. ‘Je bent niet bepaald een sociaal probleemgeval.’

‘Ik red me wel.’

‘Nou, laat ik je dit zeggen: als het ooit niet zo goed met je gaat, heb je mij om je te helpen.’

‘Dit begint op een afscheid te lijken.’

‘Nee. Helemaal niet.’

‘Goed.’ Ze stond op en trok aan het koord van de zonwering om duisternis in de kamer brengen. ‘Dat is een opluchting.’

Hij kwam achter haar staan, schoof zijn handen onder haar shirt en voelde de zijdezachte warmte van haar buik.

‘Waarom gaan we niet naar boven?’ zei Nick.

‘We gaan niet naar boven,’ zei ze meteen.

‘Dat doen we niet, hè? Goed.’ Hij bewoog zijn handen langzaam naar boven tot hij haar borsten vond, en speelde met haar tepels terwijl hij haar nek kuste en eraan likte.

‘Ja,’ zei ze hees.

Nog steeds met haar rug naar hem toe, legde ze haar handen om zijn billen en kneep hard in elk daarvan.

Deze keer ging hij achterlangs bij haar naar binnen.

‘Jezus,’ zei hij, en ze keek met glanzende ogen naar hem op.

Hij had een paar minuten nodig om op adem te komen.

‘Goh,’ zei hij. ‘Dank je.’

‘Het was me een genoegen.’

‘Nou, mij ook.’

Ze nam een slokje thee en kroop tegen hem aan op de bank. Ze zong met de cd mee, die blijkbaar op de repeat-stand stond.

‘Je hebt een mooie stem.’

‘In het kerkkoor gezongen. Mijn moeder was gek op de kerk en sleepte me er altijd heen. Dat heeft me in die tijd enorm geholpen. Nou, grote baas, je mag het nooit opgeven, weet je.’ Er was een vreemd soort heftigheid in Cassies stem gekomen. ‘Je moet spelen met heel je hart. Alles telt.’

‘Zo speelde ik altijd ijshockey. Ik gaf alles – je moet wel.’

‘Hield je altijd je hoofd omhoog als je schaatste?’

Hij glimlachte. Blijkbaar wist ze ook iets van ijshockey. ‘Nou en of. Je hoeft je hoofd maar even te laten zakken, en je kunt het wel schudden. Het is een snelle sport.’

‘Hou je bij Stratton ook altijd je hoofd omhoog?’

‘Niet genoeg,’ gaf hij toe.

‘Ik denk dat mensen je soms onderschatten, omdat ze aanvoelen dat je graag aardig gevonden wilt worden. Maar ik denk ook dat mensen die je te veel onder druk zetten daar spijt van krijgen.’

‘Misschien.’ Er gingen allerlei onwelkome, duistere herinneringen door Nicks hoofd.

‘Ik wed dat je al veel mensen hebt verrast. Dorothy Devries – die is in de afgelopen jaren minder positief over je gaan denken. Heb ik gelijk of niet?’

Nick knipperde met zijn ogen. Hij had het zelf nooit beseft, maar het was waar. ‘Ja,’ zei hij. ‘Hoe wist je dat?’

Cassie wendde haar ogen af. ‘Je moet dit niet verkeerd opvatten, maar als de weduwe van de ouwe Devries een opvolger benoemt, gaat er van alles in haar om. Wat ze in elk geval niet wil, is iemand benoemen die het veel beter doet dan haar dierbare Milton. Zeker, er moet een goede roerganger komen. Iemand op wie je kunt rekenen, iemand van wie je kunt zeggen: “Hij is natuurlijk geen Milton Devries, maar wie is dat wel?” Ze hadden een topper van een concurrerend bedrijf kunnen wegkopen – dat is vast de gebruikelijke gang van zaken. Maar dat wilde ze niet. Ze zag in jou een mini-Milton. En toen gooide je de boel overhoop. Je was Miltons protégé niet meer. En ook al had ze daar financieel voordeel van, die hele Nick Conover-show zat haar natuurlijk dwars.’

Nick schudde alleen maar met zijn hoofd.

‘Je gelooft me niet, hè?’

‘Ik geloof je wel,’ zei Nick langzaam. ‘Dat is juist het probleem. Je zegt dingen die ik nooit goed heb beseft, en het is vast niet goed voor mijn ego, maar als ik naar je luister, denk ik, ja, zo is het waarschijnlijk wel gegaan. De oude dame kreeg iets anders dan ze verwachtte. Maar weet je, dat gold ook voor mij. Ik werd benoemd, zette drie of vier mensen op belangrijke posten en liet ze hun gang gaan. Het had anders kunnen gaan. Ik ben niet briljant, maar ik weet wat ik niet weet. Misschien ben ik er goed in om briljante mensen aan te trekken.’

‘En zolang ze je trouw blijven, gaat het goed met je. Maar als het geen familiemensen zijn, kun je in de problemen komen.’

‘Familiemensen?’

‘De Stratton-familie.’

‘Jij bent echt de vrouw met de röntgenogen,’ zei Nick. ‘Je kijkt dwars door mensen heen.’ Plotseling huiverde hij. Hoeveel zag ze? Zag ze het bloed op zijn handen? Hij slikte. Hij moest vooral bij zijn positieven blijven.

‘Je weet wat ze zeggen.’

‘Wie?’

‘Ze. Anaïs Nin, misschien, dat weet ik niet meer. “We zien dingen niet zoals ze zijn. We zien dingen zoals wij zijn.”’

‘Ik geloof niet dat ik het begrijp.’

‘En de mensen van wie we het meest houden, zijn soms het moeilijkst te zien. Zoals je zoon.’

‘Die is tegenwoordig een volslagen raadsel voor me.’

‘Hoe laat zei je dat je kinderen thuis zijn?’

‘Binnen een uur.’

‘Ik zou ze graag willen ontmoeten,’ zei ze.

‘Eh, ik weet niet of dat een goed idee is,’ zei Nick.

Cassie stond op en streek met haar vingers door haar haar. ‘Jezus, wat zeg ik, wat een verschrikkelijk idee,’ zei ze. Ze veranderde abrupt. ‘Wat stelde ik me voor? Ik maak geen deel uit van je leven. Ik speel geen rol in je leven. Trouwens, ik zou me waarschijnlijk voor mezelf schamen.’ Ze trok aan haar spijkerbroek met verfvlekken. ‘We moeten het hier maar bij laten. Uiteindelijk hebben we altijd Steepletown nog. Dag, Nick. Het ga je goed.’

‘Cassie,’ zei Nick. ‘Dat bedoelde ik niet.’

Cassie zweeg. Toen Nick haar aankeek, waren haar ogen poelen van verdriet. Er ging een golf van schuldgevoel door hem heen, en van verlangen.

‘Wil je vanavond komen eten?’ vroeg hij.

Bedrijfsongeval
Cover.xhtml
Backcover.xhtml
Halftitle.xhtml
Titlepage.xhtml
Copyright.xhtml
Dedication.xhtml
Part0001.xhtml
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Part0002.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Part0003.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Part0004.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Part0005.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Epilogue.xhtml
Acknowledgements.xhtml