42
LaTonya’s twaalfjarige dochter Camille oefende op de piano in de kamer ernaast. Dat maakte het moeilijk voor Audrey zich te concentreren op wat haar schoonzuster zei. LaTonya sprak zacht, wat ze bijna nooit deed, en haalde intussen een stoofschotel met zoete aardappel uit de keuken.
‘Weet je,’ zei LaTonya, ‘als Paul geen vast inkomen had, zou ik niet weten hoe ik me moest redden, met nog drie kinderen in huis.’ Audrey, die hoge stapels dozen met thermogenisch vetverbrandende supplementen in de keuken had zien staan, zei: ‘Hoe gaat het met de vitaminen?’
‘Shit!’ riep LaTonya uit, en ze zette de pan vlug op de open ovendeur. ‘Er zit een gat in die verrekte ovenwanten – wat een klotedingen!’
Thomas, die negen was, kwam aangerend uit de eetkamer, waar Matthew en hij zogenaamd de tafel aan het dekken waren, al kwam dat er vooral op neer dat ze giechelend de borden tegen elkaar lieten kletteren. ‘Gaat het, mam?’
‘Niets aan de hand,’ zei LaTonya. Ze pakte de pan weer op en zette hem op het gasstel. ‘Ga jij nou maar weer verder met tafeldekken en zeg tegen Matthew dat hij tegen je vader en oom Leon moet zeggen dat ze met hun luie reet aan tafel moeten gaan zitten.’ Ze keek Audrey aan, een walgende uitdrukking op haar gezicht. ‘Ik ben mijn tijd weer eens vooruit.’
‘Hoe dan?’
‘Die thermogenische supplementen. Fenwick is een achterlijke, bangelijke stad,’ zei ze ernstig. ‘De mensen hier willen geen nieuwe dingen proberen.’
‘En nu zit jij met al die flessen.’
‘Als ze denken dat ik ervoor ga betalen, kunnen ze het wel vergeten. Ik wou je vragen de kleine lettertjes van mijn contract te lezen, want ik denk niet dat ze me dat kunnen flikken.’
‘Goed,’ zei Audrey zonder enthousiasme. Ze had er helemaal geen zin in om LaTonya uit de zoveelste narigheid te helpen waar ze door haar eigen schuld in terechtgekomen was. ‘Weet je, het geld is niet het ergste,’ zei Audrey. ‘Het is niet gemakkelijk, maar we kunnen ons redden.’
‘Dat jullie geen kinderen hebben,’ merkte LaTonya op.
‘Ja. Dat zit Leon dwars.’
‘Wat doet hij nou de hele dag?’ vroeg LaTonya. Ze had haar ene hand op haar linkerheup en wapperde met de andere om hem te laten afkoelen.
‘Hij kijkt veel tv en hij drinkt,’ zei Audrey.
‘Weet je, ik wist dat dit zou gebeuren. Toen hij jong was, hebben we hem verwend. Hij was de lieveling van het gezin. Hij kreeg alles wat hij wilde. Mijn mama en ik vlogen voor hem, en nu betaal jij daar de prijs voor. Hoor jij wat ik hoor?’
‘Ik hoor niets.’
‘Precies.’ Ze schreeuwde oorverdovend hard: ‘Camille, je moet nog twintig minuten oefenen, dus hou er nu niet mee op!’
Er kwam een onduidelijk protest uit de andere kamer.
‘En je krijgt pas eten als je klaar bent, dus schiet nou maar op!’ Ze keek Audrey woedend aan. ‘Eerlijk waar, ik weet niet wat er met haar is. Ze luistert helemaal niet naar me.’
Het avondeten bestond uit gehaktbrood, macaroni met kaas, kool en stoofschotel met zoete aardappel, allemaal vette, machtige dingen, maar heerlijk. Leon zat naast zijn zuster aan het ene eind van de tafel, LaTonya’s man aan het andere eind. De twee onrustige jongens zaten aan de ene zijkant tegenover Audrey en Camilles lege plaats.
Uit de huiskamer kwam nu en dan het doffe geluid van de piano. Brahms, herkende Audrey. Een mooi stuk. Een wals misschien? Haar nichtje had er grote moeite mee.
Thomas gierde van het lachen om iets, en Matthew zei: ‘Fuck you!’
LaTonya riep uit: ‘Wil je nooit meer zulke taal uitslaan in dit huis?’
De twee jongens waren meteen stil. Matthew keek als een geslagen hondje en zei: ‘Ja, moeder.’
‘Dan is het goed,’ zei LaTonya.
Audrey keek de jongste jongen aan met een lichtelijk afkeurende blik, maar toch ook, hoopte ze, met de liefde van een tante.
Intussen was Leon zich aan het volproppen. Hij zei: ‘Ik wou dat ik hier elke avond kon eten, LaTonya.’
Ze straalde, maar hield zich toen in. ‘Is er enige reden waarom jij geen baan kunt krijgen?’
‘Als wat?’ zei Leon, en hij liet dramatisch zijn vork vallen. ‘Elektrostatisch spuitwerker in de supermarkt?’
‘Wat dan ook,’ zei LaTonya.
‘Nou, wat dan?’ zei Leon. ‘Wat kan iemand met mijn vakkundigheid in deze stad doen?’
‘Je vakkundigheid,’ zei LaTonya smalend.
‘Hoe denk je dat het is om ontslagen te worden?’ zei Leon met stemverheffing. ‘Heb je daar enig idee van? Hoe denk je dat ik over mezelf denk?’
‘Ik kan je wel vertellen wat ik ervan denk dat je de hele dag niks zit te doen,’ zei LaTonya. Ze hield haar hoofd schuin. ‘Camille,’ schreeuwde ze. ‘Wat doe je?’
Weer een gedempte kreet.
‘We zitten hier allemaal te eten,’ riep LaTonya. ‘Straks hebben we het op zonder dat jij erbij bent, als je in dit tempo blijft oefenen.’
‘Ik hou het niet uit!’ schreeuwde Camille terug.
‘Je kunt schreeuwen wat je wilt,’ brulde LaTonya. ‘Het maakt geen verschil. Ik trap er niet in.’
‘Laat mij met haar praten,’ zei Audrey. Ze excuseerde zich en ging naar de andere kamer.
Camille zat te huilen achter de piano, met haar hoofd op haar ellebogen, die op de toetsten steunden. Audrey ging naast haar op het bankje zitten. Ze streelde het haar van haar nichtje en liet haar hand op haar nek rusten. ‘Wat is er, schatje?’
‘Ik hou het niet uit,’ zei Camille. Ze ging rechtop zitten. Er liepen sporen van tranen over haar gezicht. Ze was echt van streek; het was geen komedie. ‘Ik kan dit niet. Het is een marteling.’
Audrey keek naar de bladmuziek. De wals in a van Brahms. ‘Wat kun je niet, schatje?’
Camille legde haar dikke vinger, nat van tranen, op het papier, zodat er een klein kuiltje ontstond.
‘Die triller, is dat het?’
‘Ja.’
Audrey liet Camille een beetje opschuiven en speelde een paar maten. ‘Zo?’
‘Ja, maar ik kan het niet.’
‘Probeer dit eens.’ Audrey speelde de triller langzaam. ‘Een octaaf lager.’
Camille legde haar vingers op de toetsen en probeerde het.
‘Zo,’ zei Audrey, en ze speelde het opnieuw.
Camille deed hetzelfde. Het kwam er dichtbij. ‘Dat is het, schatje. Je hebt het te pakken. Probeer het nog eens.’
Camille speelde het en kreeg het goed.
‘Ga nu een paar maten terug. Naar deze plaats. Laat me het eens horen.’
Camille speelde de eerste twee regels van de tweede bladzijde. ‘Goh, wat leer je dat snel,’ zei Audrey vol bewondering. ‘Je hebt mij niet eens meer nodig.’
Camille glimlachte zwakjes.
‘Wanneer is je optreden?’
‘Volgende week.’
‘Wat doe je naast dit stuk?’
‘De kleine prelude.’
‘Beethoven?’
Camille knikte.
‘Mag ik komen?’
Camille glimlachte weer, ditmaal blij. ‘Denk je dat je tijd hebt?’
‘Ik maak tijd, schatje. Ik zou graag willen. Nou, maak het nu vlug af. Ik voel me eenzaam als ik zonder jou aan de tafel zit.’
Toen Audrey de eetkamer binnenkwam, keek Paul op. Hij was een man met een kippenborst en ingevallen wangen, een recessief gen maar een vriendelijke man. ‘Ik weet niet waar je haar mee hebt bedreigd, maar zo te horen werkt het,’ zei hij.
‘Ze heeft zeker haar handboeien tevoorschijn gehaald,’ zei LaTonya.
‘Of haar pistool,’ mompelde Leon. Hij scheen intussen wat gekalmeerd te zijn en had weer zijn bekende, norse persoonlijkheid aangenomen.
‘Nee.’ Audrey ging zitten. ‘Ze had alleen een beetje hulp nodig met iets.’
‘Ik wil een ijs-sundae als toetje,’ zei de jongste jongen.
‘Dat maak ik wel uit,’ zei LaTonya. ‘Op dit moment sta je er niet best voor.’
‘Waarom niet?’
‘Je hebt nog meer dan de helft van je gehaktbrood op je bord liggen. Hé, Audrey, waar werk je tegenwoordig aan?’
‘Dat is niet iets voor aan tafel,’ zei Audrey.
‘Niet de bloederige details, bedoel ik.’
‘Ik ben bang dat het alleen maar bloederige details zijn,’ zei Audrey.
‘Ze werkt aan de moord op die Stratton-arbeider die vermoord is in Hastings Street,’ zei Leon.
Audrey stond er versteld van dat hij zowaar wist waaraan ze werkte. ‘Eigenlijk mag niemand weten wat ik doe,’ zei ze tegen hem.
‘We zijn hier allemaal familie,’ zei LaTonya.
‘Evengoed,’ zei Audrey.
‘Niemand van ons vertelt iets door, zusje,’ zei LaTonya. ‘Denk je dat wij iemand kennen? Het ging helemaal mis met die man, hè? Hij ging aan de crack en ander gif.’ Ze keek haar twee zoons veelbetekenend aan.
‘Ik heb hem gekend,’ zei Leon.
‘Wie?’ zei Audrey. ‘Andrew Stadler?’
Leon knikte. ‘Ja. Hij was erg op zichzelf, maar ik heb een of twee keer in de kantine met hem gepraat.’ Leon stak zijn hand uit naar de pan met macaroni en schepte een grote bult op zijn bord, zijn derde portie. ‘Nooit een aardiger man ontmoet.’
‘Een gestoorde man,’ zei Audrey.
‘Gestoord?’ zei Leon. ‘Ik weet het niet. In elk geval was hij zo mak als een lammetje.’
‘O ja?’ zei Audrey.
‘Zo mak als een lammetje,’ zei Leon opnieuw.
‘Ik ben klaar,’ riep Camille. Ze kwam de kamer in en ging naast Audrey zitten. Ze pakte onder de tafel Audreys hand vast en gaf er stiekem een kneepje in. Audreys hart ging even sneller slaan.
‘Je hebt er lang genoeg over gedaan,’ zei LaTonya. ‘Ik hoop dat je je les hebt geleerd.’
‘Je klonk geweldig,’ zei Audrey.