53
Toen hij Cassie naar huis had gereden, trof Nick zijn zoon in zijn kamer aan. Lucas lag met dopjes in zijn oren op het bed. Nick gaf hem een teken dat hij ze moest uitdoen. Tot zijn verbazing deed Lucas dat meteen, en zei hij meteen: ‘Ze is cool.’
‘Goed. Ik ben blij dat je haar aardig vindt.’ Nick nam de enige stoel in de kamer waar geen stapel boeken en papieren en gedragen kleren op lag. Hij haalde diep adem en stak van wal. Het gebruikelijke krachtenveld van vijandigheid was verdwenen, of misschien was het alleen maar minder sterk.
‘Luke, jongen, jij en ik moeten praten.’
Lucas keek hem aan, knipperde met zijn ogen, zei niets.
‘Ik heb je al verteld dat meneer Sundquist me vandaag bij zich heeft laten komen.’
‘Nou en?’
‘Je begrijpt wel hoe ernstig dit is, die schorsing.’
‘Het is drie dagen vakantie.’
‘Ik was al bang dat je dat zou zeggen. Nee, Luke. Het komt in je dossier. Als je je bij een universiteit aanmeldt, zien ze het.’
‘Alsof jou dat wat kan schelen.’
‘O, kom nou. Natuurlijk kan het me wat schelen.’
‘Je weet niet eens welke vakken ik doe, hè?’
‘Ik wist niet dat je iets deed,’ grapte Nick onwillekeurig.
‘Daar help je me erg mee, pa. Je bent bijna altijd op je werk, en nu wil je doen alsof je geïnteresseerd bent in mijn schoolprestaties?’ Het was verbazingwekkend hoe Lucas die zuivere, onschuldige ogen van hem als een laserstraal tot een koude harde blauwe straal van haat kon concentreren.
‘Ja, nou, ik maakte me zorgen over je.’
‘Zorgen over mij,’ herhaalde Lucas spottend.
‘Dit heeft allemaal met mama te maken, hè?’ Nick had er meteen spijt van dat hij het had gezegd. Dat was te bot. Maar hoe kon hij het anders zeggen?
‘Sorry?’ zei Lucas ongelovig.
‘Nou, sinds mama dood is, ben je totaal veranderd. Dat weet ik, en dat weet jij ook.’
‘Dat gaat diep, Nick. Erg diep. Dat is geweldig, voor jouw doen.’
‘Wat bedoel je daar nou weer mee?’
‘Nou, kijk eens naar jezelf. Jij ging meteen weer aan het werk. Geen probleem.’
‘Ik heb een baan, Luke.’
‘Je ging gewoon door, hè, Nick?’
‘Waag het niet om ooit nog zo tegen me te praten,’ zei Nick.
‘Ga mijn kamer uit. Ik hoef die shit van jou niet aan te horen.’
‘Ik ga pas weg als je naar me hebt geluisterd,’ zei Nick.
‘Goed,’ zei Lucas. Hij kwam van het bed en liep zijn kamer uit. ‘Blijf dan zitten en ouwehoer maar een eind weg.’
Nick liep achter zijn zoon aan de gang op. ‘Kom terug,’ zei hij. ‘Ik hoef die shit niet.’
‘Ik zei, kom terug. We zijn niet uitgepraat.’
‘Hé, je hebt je zegje gedaan. Het spijt me dat ik zo’n teleurstelling voor je ben.’ Lucas rende de trap af, twee treden tegelijk.
Nick rende achter hem aan. ‘Je loopt niet van me weg als ik tegen je praat,’ schreeuwde hij. Hij kreeg Lucas te pakken toen die net bij de voordeur was aangekomen. Hij legde zijn hand op de schouder van zijn zoon.
Lucas draaide zich met een ruk om en sloeg Nicks hand weg. ‘Blijf met je poten van me af!’ schreeuwde hij. Hij draaide de grote koperen knop om en duwde de deur open.
‘Kom terug,’ schreeuwde Nick hem na. Hij bleef in de deuropening staan. ‘Dit kan zo niet doorgaan!’
Maar Lucas rende over het stenen pad het donker in. ‘Ik ben dit klotehuis zat, en ik ben jou zat!’ klonk de galmende stem van zijn zoon.
‘Waar denk je dat je heen gaat?’ schreeuwde Nick terug. ‘Kom meteen terug!’
Hij dacht erover om achter zijn zoon aan te gaan, maar wat had dat voor zin? Hij voelde zich machteloos en wanhopig. Hij stond daar op de drempel tot het geluid van Lucas’ voetstappen was weggestorven.
Toen hij zich omdraaide, zat Julia beneden aan de trap. Ze huilde.
Hij ging naar haar toe, gaf een kneepje in haar schouder en zei: ‘Het komt wel goed met hem, schatje. Het komt wel goed met ons. Ga nu maar naar bed.’
Toen Nick even later onder de douche stond, schold hij op zichzelf omdat hij de hele zaak zo slecht had aangepakt. Hij had het stuntelig en gevoelloos gedaan. Er moesten manieren zijn om tot Lucas door te dringen, maar hij kende ze niet. Het was of hij in een vreemd land was waar de taal heel anders klonk dan zijn eigen taal en de straatborden onleesbaar waren, zodat hij zich helemaal alleen en verloren voelde. Terwijl de naalden van water in zijn hals en rug prikten, keek hij naar de rij shampoos en conditioners in de betegelde nis: allemaal spullen van Laura. Hij had ze nooit weggehaald. Dat kon hij niet opbrengen.
Hij zeepte zich in en kreeg zeep in zijn ogen, en dat deed zo’n pijn dat toen zijn ogen begonnen te prikken, hij niet meer wist of het door de zeep of de tranen kwam.
Hij trok een T-shirt en pyjamabroek aan. Net toen hij in bed stapte, hoorde hij de voordeur opengaan en ging het alarm af. Luke was teruggekomen.
Hij deed de lamp op het nachtkastje aan. Zoals altijd sliep hij aan de kant van het bed die altijd van hem was geweest. Hij vroeg zich af of hij ooit in het midden van het bed zou gaan slapen.
De deur van zijn slaapkamer ging open, en een fractie van een seconde dacht hij dat het Lucas was die zich kwam verontschuldigen. Maar het was hem natuurlijk niet.
Julia stond in de opening. Haar slanke lichaam en krullende haar staken af tegen het licht van de ganglamp.
‘Ik kan niet slapen,’ zei ze.
‘Kom hier.’
Ze rende naar Nick toe en stapte in zijn bed. ‘Papa,’ zei ze heel zachtjes. ‘Mag ik in je bed slapen? Alleen vannacht.’
Hij streek de krullen weg en zag haar betraande gezicht. ‘Goed, schatje. Maar alleen vannacht.’