70
‘Ik heb net Fairfield geprobeerd,’ zei Marge door de intercom, ‘maar Todds secretaresse zei dat hij vandaag niet op kantoor is. Ik heb een boodschap achtergelaten.’
‘Kun je zijn mobieltje proberen? Je hebt toch zijn nummer?’
‘Natuurlijk.’
Natuurlijk had ze dat. Ze raakte nooit een telefoonnummer of adres kwijt, kon binnen enkele seconden feilloos een naam uit haar administratie vissen. God, wat was ze goed.
Er zat een zekere etiquette in het voeren van telefoongesprekken, en daar hield ze zich aan. Als ze naar Todds kantoor belde en hij was er, dan gaf ze de lijn aan Nick door voordat Todd opnam. Zo werkte dat. Nick had altijd een hekel gehad aan die telefonische crisisdiplomatie: iemands secretaresse belde Marge, werd doorverbonden met Nick, en dan zei die secretaresse: ‘Meneer Smith voor u’, en dan zei Nick: ‘Goed, dank u,’ en dan kwam meneer Smith aan de lijn, alsof hij het te druk had om zelfs maar een paar seconden onder de knop te zitten. Het was vernederend. Nick had zijn eigen manier bedacht om dat alles te omzeilen. Hij had Marge opdracht gegeven tegen de secretaresse te zeggen: ‘Wilt u meneer Smith op de lijn zetten, dan verbind ik hem door met meneer Conover.’ Meestal werkte dat. En wanneer Marge voor hem belde, stond het hem tegen om het spel van meneer Smith te spelen. Todd nam natuurlijk zelf zijn mobieltje op – wie deed dat niet? – en dus toetste Nick het nummer zelf in.
Todd nam meteen op.
‘Todd, met Nick Conover.’
‘O, hé, man.’ Geen achtergrondgeluid. Nick vroeg zich af of Todd niet toch gewoon in zijn kantoor zat.
‘Todd, er gebeuren hier rare dingen. We moeten praten.’
‘Hé, daar ben ik voor.’ Alsof hij een psychiater of zoiets was. ‘Twee gigantische orders zijn niet doorgegaan omdat de contractpartners ieder afzonderlijk hadden gehoord dat we van plan zijn de hele productie naar China over te brengen.’
‘Ja?’
‘Schuilt daar enige waarheid in?’
‘Ik ben niet verantwoordelijk voor roddelverhalen, Nick.’
‘Natuurlijk niet. Maar ik vraag je nu zonder omhaal – van man tot man – of het waar is.’ Van man tot pad, dacht hij. Van man tot wezel. ‘Of jullie die mogelijkheid onderzoeken.’
‘Nou, je weet hoe ik erover denk. Dat heb ik je laten weten. Ik denk dat we onze winstmarges aantasten door met die oude fabrieken in Michigan te blijven werken, alsof het 1959 is of zoiets. De wereld is veranderd. We leven in een mondiale economie.’
‘Ja,’ zei Nick. ‘Dat hebben we allemaal al besproken, en ik heb al duidelijk gemaakt dat op de dag dat Stratton zijn eigen producten niet meer maakt, we geen Stratton meer zijn. Ik zal niet degene zijn die onze fabrieken sluit.’
‘Ik heb je gehoord,’ zei Todd geërgerd.
‘Ik heb al het halve personeel ontslagen, zoals jullie me vroegen. Dat was het pijnlijkste wat ik ooit heb gedaan. Maar om van Stratton een soort virtuele onderneming te maken, een klein verkoopkantoor terwijl alle productie op dertienduizend kilometer afstand plaatsvindt – dat gebeurt niet zolang ik de leiding heb.’
‘Ik heb je gehoord,’ zei Todd opnieuw. ‘Waar bel je voor?’
‘Laat me de vraag herhalen, want ik geloof niet dat ik je antwoord heb gehoord. Zit er enige waarheid in die verhalen dat jullie onderhandelingen voeren om onze productie naar het buitenland te verplaatsen, Todd?’
‘Nee,’ zei hij vlug.
‘Zelfs geen verkennende besprekingen?’
‘Nee.’
Nick wist verder niets te zeggen. Of Todd sprak de waarheid, of hij loog, en als hij zo schaamteloos wilde liegen, nou, wat kon Nick er dan nog aan doen? Hij zou het e-mailverkeer tussen Todd en Scott ter sprake kunnen brengen, de versleutelde berichten – maar dan zou Todd weten dat hij zijn mededirecteur door zijn beveiligingschef in de gaten liet houden. Dat was een van de weinige manieren waarop hij iets over de lopende gebeurtenissen te weten kwam, en dat wilde hij niet afsluiten.
‘Misschien kun je mij dan uitleggen waarom je Scott voor een geheime missie naar China liet gaan, alsof hij verdomme Henry Kissinger is. Zonder mij ook maar iets te vertellen.’
Enkele seconden van stilte. ‘Dat is nieuw voor mij,’ zei Todd ten slotte. ‘Vraag het hem zelf.’
‘Scott zei dat hij naar China ging om de mogelijkheden te onderzoeken. Deed hij dat niet voor jou? Want als hij het voor jou deed, moet je iets begrijpen. Zo werken we hier niet, Todd.’
‘Hij rapporteert niet aan mij, Nick.’
‘Precies. Ik wil niet worden ondermijnd.’
‘Dat wil ik ook niet.’
‘Mijn baan is al moeilijk genoeg zonder dat ik me hoef af te vragen of mijn financieel directeur geheime reizen met Cathay Pacific naar het Verre Oosten maakt.’
Todd grinnikte beleefd. ‘Het is een moeilijke baan die veel van je vergt.’ Plotseling veranderde het timbre van zijn stem, alsof hem net iets te binnen was geschoten. ‘Ik weet dat je gezin een moeilijke tijd achter de rug heeft, met de dood van je vrouw en zo. Als je meer tijd met je kinderen wilt doorbrengen, hebben we daar begrip voor. Je zou er een tijdje tussenuit kunnen gaan. Een beetje vakantie zou je goed doen.’
‘Het gaat goed met me, Todd,’ zei Nick. Zo gemakkelijk gaat dat niet, Todd. ‘Elke dag naar mijn werk – dat houdt me op de been.’
‘Blij dat te horen,’ zei Todd. ‘Blij dat te horen.’