80
‘Ik heb iets voor je,’ zei Eddie door de telefoon.
‘Ik zie je over tien minuten in de kleine vergaderkamer op mijn verdieping.’
Eddie aarzelde. ‘Zeg, waarom kom je niet naar mijn kantoor?’
‘Waarom?’
‘Misschien heb ik er genoeg van om steeds met de lift naar boven te gaan.’
Het enige wat erger was dan zo’n idioot, kinderachtig spelletje, vond Nick, was eraan meedoen. ‘Goed,’ zei hij kortaf, en hij hing op.
‘Weet je hoeveel e-mail Scotty de wereld in stuurt?’ zei Eddie, achteroverleunend in zijn stoel. Het was een nieuwe stoel, zag Nick, uit een strikt gelimiteerde serie eersteklas Symbiosis-stoelen, bekleed met boterzacht Gucci-leer. ‘Hij braakt mailtjes uit of het niks is.’
‘Sorry dat ik je aan het werk heb gezet,’ zei Nick. Hij zag ook dat Eddie een nieuwe computer had, met de grootste flatscreenmonitor die hij ooit had gezien.
‘Ten eerste is die kerel verslaafd aan Levitra. Hij krijgt het via internet. Misschien wil hij niet dat zijn huisarts het weet – hij woont in een klein plaatsje.’
‘Eigenlijk kan dat me niet schelen.’
‘Hij koopt ook seksvideo’s. Zoals Hoe wordt u een betere minnaar? Verbeter uw prestaties. Seks voor bet leven.’
‘Kom op nou,’ zei Nick. ‘Dat moet hij zelf weten, en ik wil er niet over horen. Ik interesseer me alleen voor onze zaken.’
‘Onze zaken,’ zei Eddie. Hij ging rechtop zitten, pakte een dikke bruine map en liet hem met een plof voor Nick neervallen. ‘Dit heeft alles met onze zaken te maken. Weet jij ook maar een greintje van Cassie Stadler af?’
‘Krijgen we dat weer?’ snauwde Nick. ‘Jij blijft met je snufferd uit mijn e-mails of…’
Eddie keek Nick plotseling recht in de ogen. ‘Of wat?’
Nick schudde zijn hoofd en zei niets.
‘Zo is het. We zijn een Siamese tweeling geworden, kerel. Ik heb een baangarantie, weet je nog wel?’
Nicks hart roffelde, en hij beet op zijn onderlip.
‘Nou,’ zei Eddie een beetje zangerig. ‘Ik lees die verrekte e-mail van jou niet. Dat hoef ik niet. Je vergeet dat ik op mijn computer naar je huis kan kijken.’
‘Naar mijn huis kijken?’ Nick schudde zijn hoofd. ‘Huh?’
Eddie haalde zijn schouders op. ‘Je bewakingscamera’s sturen hun beelden via internet naar de server hier. Dat weet je. Ik kan zien wie er komen en gaan. En ik zie dat stuk heel vaak komen en gaan.’
‘Je hebt geen toestemming om mij te bespioneren. Is dat duidelijk?’
‘Een paar weken geleden smeekte je me om hulp. Op een dag, binnenkort, ben je me dankbaar. Weet je dat die meid acht maanden in een inrichting heeft gezeten?’
‘Ja,’ zei Nick. ‘En het waren maar zes maanden, en het was geen “inrichting”. Ze was opgenomen omdat ze depressief was. Vriendinnen van haar waren om het leven gekomen. Nou en?’
‘Weet je dat er de afgelopen zes jaar geen verzekeringspremies voor dat mokkel zijn afgedragen? Dat betekent dat ze geen baan heeft. Vind je dat niet vreemd?’
‘Ik neem haar niet in dienst als directeur Personeelszaken. Ik neem haar helemaal niet in dienst. Ze is yogalerares geweest. Hoeveel yogaleraressen zouden regelmatig premies afdragen?’
‘Ik ben nog niet klaar. Luister: “Cassie” is niet eens haar echte naam.’
Nick fronste zijn wenkbrauwen.
Eddie glimlachte. ‘Helen. Ze heet Helen Stadler. Cassie – dat staat niet op haar geboorteakte. Haar naam is nooit officieel veranderd. Ze heeft hem gewoon verzonnen.’
‘Nou en? Wat wil je daarmee zeggen?’
‘Ik heb een bepaald gevoel bij haar,’ zei Eddie. ‘Er klopt iets niet aan haar. We hebben het hier al over gehad, maar laat me het nog een keer zeggen: het kan me niet schelen hoe lekker het is. Het is het risico niet waard.’
‘Ik heb je alleen maar gevraagd uit te zoeken wat Scott McNally in zijn schild voert.’
Na enkele seconden van doffe stilte gaf Eddie een andere map aan Nick.
‘Al die versleutelde documenten die mijn mensen hebben gevonden?’
‘Ja?’
‘Mijn mensen hebben ze allemaal gekraakt. Het is in feite maar één document, een stel verschillende versies. Het ging heen en weer tussen Scotty en een advocaat in Chicago.’
‘Randall Enright.’
Eddie hield zijn hoofd schuin. ‘Dat klopt.’
‘Wat is het?’
‘Al sla je me dood. Juristerij.’
Nick begon in de documenten te bladeren. In veel gevallen stond er CONCEPT en TER BEOORDELING. De papieren waren dicht beschreven met juridisch jargon, doorspekt met cijfers, het duivelsgebroed van een advocaat en een boekhouder.
‘Misschien verkoopt hij bedrijfsgeheimen,’ zei Eddie.
Nick schudde zijn hoofd. ‘Niet Scott. Nee. Hij verkoopt geen bedrijfsgeheimen.’
‘Nee?’
‘Nee,’ zei Nick, die weer in ademnood kwam. ‘Hij verkoopt het bedrijf.’