86

‘Als hij dit overleeft,’ zei Cara, ‘dan vermoord ik hem.’

Nicci glimlachte, maar de gedachte dat Richard zou kunnen sterven liet een nieuwe vlaag van paniek door haar heen gaan. De gedachte alleen al was te verschrikkelijk voor woorden.

Ze legde een hand op zijn borst, terwijl somber kijkende soldaten voorzichtig zijn bewusteloze lichaam naast dat van Kahlan in de laadbak van de wagen legden.

Het bloed sijpelde door de dekens waarin Richard en Kahlan allebei waren gewikkeld. Maar Nicci voelde zijn hart nog kloppen, voelde de adem van het leven in zijn longen. Gelukkig leefde Kahlan ook nog. Voorlopig waren ze allebei nog in leven en dat was op dit moment het enige wat telde.

‘Hij overleeft het wel,’ zei Nicci. ‘Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze het allebei overleven.’

Gezien wat er was gebeurd in de kamer waar ze hen hadden gevonden, was het eigenlijk verbazingwekkend dat ze allebei nog leefden, ook al waren ze niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Het was verschrikkelijk geweest hen allebei uit de gevangenis van doorntakken te moeten halen waarin ze bekneld zaten.

‘Wat is dit?’ vroeg Zedd fronsend.

Nicci ontwaakte uit haar overpeinzingen en pakte het kleine voorwerp van hem aan. Het zag eruit als een opgerold stukje stof.

‘Geen idee. Waar heb je het gevonden?’

‘In zijn oor.’ Zedd klonk stomverbaasd. Hij wees met zijn vinger. ‘Kijk, in zijn andere oor zit er ook eentje.’ Hij haalde het rolletje eruit en liet het aan haar zien.

Nicci boog zich over de zijkant van de wagen heen en bekeek Kahlans oren. Zij had ze ook. Nicci trok de kleine oordopjes uit Kahlans oren en bestudeerde ze zorgvuldig.

Toen glimlachte ze en klemde ze in haar vuist.

‘Geen wonder dat ze nog leven.’

‘Waar heb je het over?’ vroeg Zedd.

‘Wat weet jij over Haagvrouwen?’

Zedd haalde zijn schouders op. ‘Volgens mij heb ik er wel eens iets over gehoord toen ik klein was, maar niet veel. Ik heb ook gehoord dat Richard de abt ernaar vroeg, maar eigenlijk weet ik helemaal niets van ze af. Hoezo?’

 Cara keek alsof ze zin had om iemand te vermoorden en het haar weinig kon schelen wie het ging worden. ‘Dat zou ik ook wel eens willen weten.’

Nicci wees heuvelafwaarts naar het moeras waar het bouwwerk had gestaan waarover de jongen, Henrik, hun had verteld. Zonder de jongen waren ze misschien nooit op tijd geweest om Richard en Kahlan te kunnen redden. Hij had hen naar de plek geleid waar Richard en Kahlan gevangen hadden gezeten.

Zedd had tovenaarsvuur gebruikt om de hele constructie, compleet met inhoud, waaronder ook de onherkenbare, bloederige resten van de Haagvrouw, te verwoesten. Hij had er geen spaan van heel gelaten.

‘Er wordt beweerd dat het geluid dat een Haagvrouw voortbrengt, als zij de kans zou krijgen haar mond helemaal te openen, het geluid is van de Wachter zelf en dat het degene die het geluid voortbrengt en iedereen die het hoort meesleurt naar de onderwereld. De schreeuw van een Haagvrouw betekent de dood, ook voor haarzelf en daarom worden de lippen van Haagvrouwen reeds op jonge leeftijd, voordat hun stem zich volledig kan ontwikkelen, door hun moeders dichtgenaaid.’

‘En dat laten hun vaders gewoon gebeuren?’ vroeg Cara.

Nicci keek op. ‘Net als spinnen onderwerpen Haagvrouwen hun man nadat zij door hem zijn bevrucht en zuigen al zijn bloed uit zijn lichaam.’

‘Echte lieverdjes,’ mompelde Cara.

‘Hoe weet jij dat allemaal?’ vroeg Zedd.

Nicci trok een wenkbrauw op naar de tovenaar. ‘Vroeger was ik een Zuster van de Duisternis, weet je nog? Zusters van de Duisternis dienen de Wachter van de onderwereld. Wij weten heel veel van de wereld van de doden en iedereen die zijn leven in dienst stelt van die wereld.’

Zedd krabde aan zijn kin en begon over iets anders. ‘Dus jij denkt dat Richard en Kahlan nog leven omdat ze die stukjes stof in hun oren hebben gestopt?’

Nicci boog zich over de wagen en legde twee vingers op Kahlans voorhoofd. ‘Hier, voel zelf maar.’

Zedd legde zijn twee vingers naast die van Nicci.

‘Wat voel je?’ vroeg Nicci terwijl ze hem aankeek.

Zedd fronste. ‘Ik weet het niet. Een soort... duisternis.’ Opeens keek hij naar haar op. ‘Precies hetzelfde als wat ik voelde toen ik haar laatst probeerde te genezen.’

Nicci knikte. Ze was blij dat de tovenaar het herkende. Het zou wat zij moesten doen gemakkelijker maken.

‘Dat is de aanraking van de dood die de Haagvrouw in zich meedraagt.’

Opeens verscheen er een verschrikte blik op Cara’s gezicht. ‘Bedoel je dat zij nu de dood in zich meedragen – dat ze doodgaan?’

‘Niet als ik het kan voorkomen,’ zei Nicci. ‘Ze zijn niet alleen aangeraakt door de occulte toverij van de Haagvrouw, maar ook door haar schreeuw, door de dood zelf.’

‘Maar jij kunt hen genezen,’ zei Cara.

Het was geen vraag, maar Nicci gaf er wel gewoon antwoord op. ‘Daar ben ik vrij zeker van, zeker nu de Haagvrouw dood is en geen verbinding meer met hen heeft.’ Ze haalde een keer diep adem. ‘Richard moet het leren koord hebben doorgesneden waarmee de mond van de Haagvrouw zat dichtgenaaid. Gelukkig was hij bijdehand genoeg om eerst zijn oren en die van Kahlan dicht te stoppen. Die oordopjes konden echter niet voorkomen dat het geluid, en de dood zelf, tot hen door kon dringen, maar ze hebben het effect ervan wel afgezwakt.’

‘Dus ze zijn aangeraakt door de dood van de Haagvrouw?’ zei Zedd. ‘En dat voel ik nu in haar?’

Nicci knikte. ‘Ik ben bang van wel.’

‘Maar jij kunt hen genezen,’ zei Zedd, op ongeveer dezelfde toon als Cara.

‘Ik denk het wel,’ zei ze. ‘Ik ben een Zuster van de Duisternis geweest. Ik weet veel van dit soort dingen af. Maar ik kan het niet hier doen. Het moet gebeuren in een insluitingsveld.’

‘De Tuin des Levens,’ zei Cara onmiddellijk. ‘Dat is een insluitingsveld.’

Nicci glimlachte naar Cara en gaf Benjamin een seintje. De wagen zette zich met een schok in beweging. ‘Daarom wil ik zo snel mogelijk met hen naar huis. Zedd en ik kunnen hen wel een poosje in leven houden en hun wonden helen, maar om hen helemaal te genezen en van de aanraking van de dood te verlossen, moeten ze naar de Tuin des Levens.’ Ze gebaarde naar Henrik, die naast de voerman op de bok zat. ‘Hij is ook aangeraakt door de kracht van de Haagvrouw en moet ook worden genezen, maar bij hem is het minder ernstig. Hij heeft de roep van de dood niet gehoord.’

Toen de wagen wegreed in de duisternis tussen de hoge bomen, vormden de ruiters er een beschermende haag omheen. De staalgrijze wolken hingen zo laag dat de boomtoppen erdoorheen prikten en wekten de indruk dat ze de indringers wegleidden uit het Duistere Land.

Na er even over te hebben nagedacht, leek Cara toch nog steeds niet tevreden. ‘Waarom kun je hen nu niet genezen?’ wilde ze weten. ‘Waarom moet je wachten tot we terug zijn in de Tuin des Levens?’

‘Ze zijn aangeraakt door de dood. We hebben een insluitingsveld nodig om hen af te schermen terwijl wij doen wat we moeten doen. We moeten hen genezen, maar om dat te kunnen doen moeten we ook de aanraking van de dood wegnemen die zich in hen heeft genesteld. Als we dat hier proberen, zal de aanraking van de dood de Wachter van de doden naar hen toe roepen en zullen ze sterven. Daarom moeten we het in een insluitingsveld doen, in de Tuin des Levens.’

‘O,’ zei Cara. ‘Dat klinkt logisch.’

‘De omenmachine staat ook in het insluitingsveld,’ bracht Zedd haar in herinnering.

‘Heb jij een beter idee?’ vroeg Nicci.

‘Dat niet,’ mompelde Zedd nors.

‘Die machine heeft hun leven gered,’ zei Nicci. ‘Weet je nog wat het laatste was wat de machine tegen Richard heeft gezegd? “Je enige kans is de waarheid te laten ontsnappen.” De machine heeft Richard verteld hoe hij de Haagvrouw moest vernietigen. Zelfs ik wist niet hoe dat moest. Richard heeft het raadsel opgelost.’

Zedd fronste zijn borstelige wenkbrauwen. ‘Denk je?’

Nicci glimlachte naar de twee bewusteloze mensen in de wagen. ‘Waarom denk je dat ze hun oren hebben dichtgestopt?’

Langzaam verscheen er een glimlach op het gezicht van de oude man. ‘De jongen heeft het goed gedaan.’ Opeens was de frons weer terug. ‘Waarom denk je dat de machine hem dat heeft verteld – en zijn leven heeft gered?’

‘Dat is toch duidelijk?’ vroeg Nicci.

‘Duidelijk?’

 Terwijl ze elk aan een kant van de wagen meeliepen, wierp Nicci een zijdelingse blik op de tovenaar. ‘De machine heeft hem nodig.’

‘Heeft hem nodig,’ herhaalde Zedd met een stuurse blik.

‘Om haar doel te vervullen,’ zei Nicci.

‘Dat weet ik nog,’ mompelde hij. ‘Wat dat doel dan ook moge zijn,’ voegde hij er binnensmonds aan toe.

Naast de wagen lopend legde Nicci een hand op Richards borst en liet een beetje versterkende Additieve Magie in hem stromen, om hem te laten weten dat hij niet alleen was met de fluistering van de dood. Aan de andere kant van de wagen deed Zedd hetzelfde voor Kahlan.

Nicci voelde Richard meteen dieper inademen. Hij wist dat ze bij hem was. Ook al kon hij niets terugzeggen, toch wist hij het, ergens diep vanbinnen.

Nicci stond zichzelf eindelijk toe haar paniek te laten varen. Ze waren allebei in veiligheid. Het was een vreselijke reis geweest. Toen Nicci had gehoord waar Richard naartoe was gegaan, had ze niet verwacht hem ooit nog levend terug te zien. Voorlopig waren ze in goede handen en zodra ze weer terug waren in het paleis en zij en Zedd en Nathan hen konden behandelen, zouden ze weer helemaal herstellen.

Nicci was zo blij dat ze haar vreugde nauwelijks onder woorden kon brengen. Maar ze was ook kwaad op Richard, omdat hij naar een Haagvrouw was gegaan. Ze had hem gewaarschuwd. Ze had hem verteld hoe gevaarlijk ze waren en dat hij bij ze uit de buurt moest blijven. Maar hij was toch gegaan.

Nicci veronderstelde dat hij geen keus had gehad. Hij was achter Kahlan aan gegaan. Wie anders dan Richard was bereid zich in het hol van een Haagvrouw te wagen om de vrouw te redden van wie hij hield?

Wie anders dan Richard.

‘Wat zien ze er schattig uit, zo samen,’ zei Cara terwijl ze over de rand van de wagen op hen neerkeek.

Opeens kreeg de Mord-Sith een kleur. ‘Niet zeggen dat ik dat heb gezegd.’ Wederom was het geen vraag.

Nicci glimlachte; voor het eerst in lange tijd glimlachte ze weer echt.

‘Ik zwijg als het graf,’ zei ze.

‘Mooi zo,’ mompelde Cara. Ze keek op naar de aanvoerder van de soldaten. ‘Generaal, kunnen we misschien een beetje voortmaken? Ze moeten zo snel mogelijk terug naar het paleis!’

Benjamin keek lachend over zijn schouder en salueerde met een vuist tegen zijn hart; toen gaf hij zijn paard de sporen.

 

EINDE