65

Richard was geschokt en kwaad.

Hij kon zijn ogen nauwelijks geloven bij het zien van het bloedige tafereel; koningin Orneta die levenloos op de grond lag.

Dit was de tweede koningin die sinds Cara’s bruiloft in het paleis was vermoord. Beide moorden waren bijzonder gruwelijk geweest.

En wat hij nog erger vond was de wetenschap dat een Mord-Sith dit had gedaan.

Wie het had gedaan wist hij niet. En waarom zij het had gedaan wist hij al helemaal niet.

‘Heer Rahl,’ zei Cara, ‘ik geef eerlijk toe dat ik de vrouw niet mocht en dat ik haar niet vertrouwde, maar dit zou ik nooit hebben gedaan.’

Zelfs Cara wist dat dit niet het moment was om zijn geduld op de proef te stellen.

‘Dat heb ik ook niet beweerd.’

‘Maar zeg dan in elk geval iets,’ zei ze.

Hij keek haar aan. ‘Ik wil weten wie dit heeft gedaan.’

Ze perste haar lippen op elkaar en knikte. Ze wilde zeggen dat een Mord-Sith dit nooit uit eigen beweging zou hebben gedaan, niet meer althans. Maar de bewijzen en getuigen lieten geen ruimte voor twijfel.

Cara zelf had bevestigd wat Richard al had geweten: dat de koningin was vermoord met een Agiel.

Het leed geen enkele twijfel dat koningin Orneta was vermoord door een Mord-Sith. Nu was het alleen nog de vraag welke.

Richard wilde het van geen enkele Mord-Sith denken. Ze waren stuk voor stuk absoluut genadeloos wanneer het aankwam op het verdedigen van Kahlans leven en het zijne en genadeloos in de strijd, maar ze waren hem ook genadeloos trouw.

Het sloeg gewoon helemaal nergens op.

Met één hand wenkte Richard ambassadeur Grandon, die in de gang stond, om naderbij te komen. De ambassadeur boog gehoorzaam zijn hoofd en schuifelde de kamer binnen, terwijl hij intussen aan één stuk door aan een knoop op zijn mantel liep te frummelen.

Hij boog opnieuw zijn hoofd toen hij voor Richard stond. ‘Ja, Heer Rahl?’

‘U zegt dat een Mord-Sith dit heeft gedaan en dat u haar hebt gezien?’

‘Ja, Heer Rahl.’

‘Beschrijf haar. Hoe zag ze eruit?’

Hij dacht even na. ‘Lang. Blond. Blauwe ogen.’

Richard moest moeite doen om zich te beheersen en wees naar Cara, die naast hem stond. ‘Cara is lang en ze heeft blond haar en blauwe ogen. Was zij het?’

Ambassadeur Grandon keek naar Cara op. ‘Natuurlijk niet, Heer Rahl.’

‘Heel veel Mord-Sith hebben blond haar en blauwe ogen. En datzelfde geldt voor veel mensen in D’Hara.’

Ambassadeur Grandon boog nogmaals zijn hoofd en bleef met de knoop aan zijn mantel spelen. ‘Ja, Heer Rahl.’

‘Vertel me dus liever wat er anders was aan die vrouw. Hoe kunnen wij haar herkennen tussen al die andere blonde, blauwogige Mord-Sith? Hoe weten we wie verantwoordelijk is voor deze daad?’

Eindelijk liet de man de knoop los en begon nu aan zijn puntbaardje te frunniken. ‘Ik weet het niet, heer Rahl. Ik heb niet echt goed naar haar gekeken. Ik zag het rode leer, de blonde vlecht, de Agiel. En ze had de houding van een Mord-Sith, als u begrijpt wat ik bedoel. Ze was een vrouw die angst inboezemde. Ik weet niet eens of ik haar zou herkennen als ik haar terug zou zien.’

Richard slaakte een zucht van ergernis. Hij wist dat de man gelijk had. Weinig mensen zouden een Mord-Sith aankijken of meer dan een korte blik op haar werpen. Hij begreep dat gevoel, die angst, maar al te goed.

Richard legde de palm van zijn rechterhand op het gevest van zijn zwaard en tikte met zijn duim op de stootplaat. ‘Wat deden u en de anderen eigenlijk bij koningin Orneta? Waarom zaten jullie allemaal bij elkaar op de galerij? Aan alle kopjes en glazen te zien die er stonden, hadden jullie er al een tijdje gezeten. Wat deden jullie daar?’

Toen de man verbleekte, wist Richard dat hij een gevoelige plek had geraakt. ‘We zaten gewoon wat te praten, Heer Rahl.’

‘Gewoon wat te praten. Waarover?’

‘Over profetie.’

‘Profetie. En wat zeiden jullie over profetie? In aanmerking genomen dat de meesten van jullie onmiddellijk hun koffers zijn gaan pakken en op het punt staan te vertrekken, als ze al niet weg zijn.’

Ambassadeur Grandon likte langs zijn lippen en dacht zorgvuldig over zijn antwoord na. ‘Heer Rahl, ik ben gebleven omdat ik vond dat ik u op z’n minst een verklaring schuldig was.’

Richard fronste. ‘Een verklaring voor wat?’

‘Om u te vertellen waarom de anderen zijn vertrokken of bezig zijn te vertrekken, en wat er is besloten. Ziet u, wij hebben gehoord wat u en de Biechtmoeder over profetie hebben gezegd. Wij hebben gehoord wat Nathan, de profeet, erover te zeggen had, maar wij houden er, met alle respect, onze eigen mening op na.’

Richard slikte een spottend antwoord in. Hij zweeg even en haalde een keer diep adem. Per slot van rekening was hij degene geweest die tegen al deze mensen, die vroeger op hun knieën gingen om devoties voor de Heer Rahl te zingen, had gezegd dat hun leven hunzelf toebehoorde en dat ze moesten opstaan en hun eigen leven moesten leiden. Hij verwachtte van hen dat ze zelf nadachten en hun eigen weloverwogen beslissingen namen.

Richard legde een hand op de schouder van de man. ‘Ambassadeur Grandon, wij zijn een volk van vrije mensen. Wij moeten samenwerken voor ons algemeen welzijn, maar ik ben niet van plan mensen dood te martelen die het niet eens zijn met de manier waarop ik de zaken aanpak. Daar hebben we een oorlog voor gevoerd – voor de gedachte dat we allemaal recht hebben ons leven te leiden zoals ons dat goeddunkt. Toen ik jullie vertelde dat jullie vrij zijn om je eigen leven te leiden, meende ik dat. Ik hoop dat mensen de wijsheid en de ervaring inzien van wat wij zeggen en uit vrije wil de keuze maken zich bij ons aan te sluiten.’

De ambassadeur keek deemoedig en berouwvol. ‘Ik kan u niet vertellen hoe blij ik ben dat u er zo over denkt, Heer Rahl. Maar het is tevens een van de redenen waarom het zo moeilijk voor mij is u dit te vertellen, terwijl ik toch speciaal ben achtergebleven om dat te doen.’

‘Vertel me de waarheid, ambassadeur. Ik kan het u niet kwalijk nemen dat u de waarheid vertelt.’

De man knikte. ‘Ziet u, Heer Rahl, wij realiseerden ons dat u uw eigen mening hebt over profetie, en wij hebben er begrip voor dat u daar uw eigen redenen voor hebt, maar wij geloven dat we moeten weten wat de profetie ons te vertellen heeft omdat wij daar gebruik van kunnen maken om onze volken te helpen een beter leven te leiden.

Koningin Orneta heeft de keuze gemaakt zich bij Hannis Arc aan te sluiten en zijn leiding te volgen met behulp van profetie, als hij zich daartoe bereid toont. We weten niet zeker hoe hij zal reageren op onze vraag zijn kennis van profetie met ons te delen, maar wij hebben reden te geloven dat hij open zal staan voor ons verzoek. Toen zij haar keuze eenmaal had gemaakt, hebben wij allemaal hetzelfde besluit genomen, namelijk dat wij liever een leider willen volgen die profetieën bekendmaakt en gebruikt dan... dan u.’

Richard haakte zijn duimen achter zijn riem en zuchtte nogmaals diep. ‘Ik begrijp het.’

‘Daarna, toen we bij elkaar zaten op de galerij, vroeg de abt aan de Mord-Sith die de koningin kwam halen waar het om ging, en zij zei dat het over de meest recente profetie ging. Abt Dreier vroeg hoe die profetie dan luidde. De Mord-Sith zei dat ze dat niet wist, maar dat meerdere mensen de profetie hadden doorgekregen. Toen de abt de vrouw probeerde tegen te houden, gebruikte ze haar Agiel tegen hem – waarbij hij flink gewond raakte.’

Hij wees naar de dode vrouw, die in een grote plas bloed lag. ‘De Mord-Sith nam koningin Orneta mee. Wij volgden hen en hoorden wat ze deed. Toen ze de koningin had gedood en weer naar buiten kwam, dachten we allemaal dat wij nu aan de beurt waren. Daarom heeft niemand van ons echt goed naar haar gekeken. Hoe dan ook, ze ging weg en wij werden allemaal gespaard. Sommigen van ons zijn vervolgens meteen naar de waarzegster gegaan die beneden in de gangen zit.’

‘Sabella,’ zei Richard. ‘Ik ken haar.’

Ambassadeur Grandon knikte. ‘Haar bedoel ik inderdaad.’

‘En wat zei Sabella?’

‘Zij zei dat ze gisteren een omen had gekregen dat luidde: “De keuze van een koningin zal haar haar leven kosten.” Dit gebeurde nadat koningin Orneta ons had verteld dat zij ervoor had gekozen om trouw te zweren aan Hannis Arc in ruil voor zijn leiding aan de hand van profetieën.’ Hij gebaarde naar de dode koningin. ‘Kort daarna verloor Orneta haar leven.

De profetie is vervuld. Voor velen van ons opnieuw een bewijs dat wij gelijk hebben in onze overtuiging dat wij op de hoogte moeten worden gesteld van profetieën en een man moeten volgen die ermee bekend is en bereid is ons er deelgenoot van te maken.’

‘Ik begrijp het.’

De ambassadeur liet zijn hoofd hangen. ‘Het spijt me, Heer Rahl, maar het is ons leven en wij kiezen ervoor alle middelen die tot onze beschikking staan in te zetten om dat leven te behouden. Dat is wat wij hebben besloten en de reden waarom vele afgevaardigden op dit moment vertrekken. Sommigen zijn zelfs al vertrokken. Sommigen vertrekken op dit moment. Sommigen zijn nu aan het pakken en zullen vanavond nog vertrekken.’

‘U ook, ambassadeur?’

Hij knikte en plukte nog eens aan zijn baard. ‘Ja, Heer Rahl. Denkt u alstublieft niet dat wij ons van u af keren. Het is eerder zo dat wij ons willen openstellen om naar een man te luisteren die ons de duistere geheimen van de profetie gaat onthullen.’

Duistere geheimen. Richard was ten einde raad en wist niet wat te doen aan de duisternis die het paleis was binnengedrongen sinds de dag dat hij de machine had gevonden die profetieën uitspuwde.

Niet ver van hem vandaan lag een dode koningin wier dood voorspeld was door de profetie op een metalen stripje dat in zijn zak zat. Hij werd overspoeld door een golf van emoties. Het leek hem beter ze voor zich te houden, vooral de wens om alles op te geven en achter te laten en terug te keren naar Hartland en zijn werk als eenvoudige houtvester.

‘Ik begrijp het, ambassadeur. Ik hoop dat u en de anderen op een dag tot inkeer zullen komen en zullen begrijpen waarom ik geloof dat het moet zijn zoals de Biechtmoeder en ik hebben gezegd dat het moet zijn. Mochten u en de anderen van gedachten veranderen, dan bent u altijd welkom op het paleis.’

De man boog opnieuw zijn hoofd om zich vervolgens, na nog een snelle blik op de dode koningin, om te draaien en weg te lopen.

Onderweg passeerde hij Nicci, die net binnenkwam. Ze keek ongewoon somber. Ze wierp een korte blik op de dode koningin, die in een lijkwade werd gewikkeld en daarna op een draagbaar werd weggedragen voor de begrafenis. Op de gang stond een groepje schoonmakers stilletjes te wachten tot ze naar binnen konden om de kamer schoon te schrobben en al het bloed te verwijderen.

‘Ik heb gehoord dat ze is vermoord door een Mord-Sith,’ zei Nicci.

‘Ik zou met alle liefde een van ons de moord laten bekennen,’ zei Cara, ‘maar alleen als we het echt hebben gedaan.’

Ze was in een verschrikkelijk slecht humeur en dat kon Rich-ard haar niet kwalijk nemen. Zijn eigen humeur was niet veel beter.

Nicci leek er niet over in discussie te willen gaan. Ze keek alsof haar iets dwarszat.

‘Wat is er?’ vroeg hij.

Nicci keek hem even aan. ‘Ten eerste wil ik even zeggen dat ik net uit jullie kamer kom. Kahlan ligt heel rustig te slapen. Ik heb persoonlijk de hele kamer gecontroleerd op alles wat er niet thuishoort, elk spoortje van magie, welk probleem dan ook. Kahlan heeft overal lekker doorheen geslapen. Daarna heb ik alle mensen gecontroleerd die de kamer en de hele omgeving bewaken. Rikka en Berdine stonden op de gang. Ik heb hun gevraagd hun ogen open te houden voor alles wat ook maar enigszins vreemd lijkt, wat dan ook.’

Richard fronste. ‘Wat is er toch aan de hand?’

Haar resolute blik ontmoette de zijne. ‘Ik was samen met Zedd beneden bij de machine toen zij zachtjes, langzaam in beweging kwam, precies zoals jij zei. Ze kwam langzaam op snelheid en graveerde toen een profetie op een metalen stripje. Het stripje kwam er koel uit, net als toen de machine jou vertelde dat ze had gedroomd. Daarna stond ze weer stil. Zedd blijft beneden voor het geval er nog meer omina komen. Hij heeft mij gevraagd het stripje naar je toe te brengen. Toen ik onderweg, zoals ik net al vertelde, even bij Kahlan ging kijken, heb ik Berdine gevraagd het stripje voor me te vertalen.’

Nu begon Richard echt nerveus te worden. ‘En wat staat erop?’

Ze haalde diep adem om zich te vermannen en overhandigde hem het stripje. ‘Ik heb liever dat je het zelf vertaalt. Ik wil niet degene zijn die deze boodschap moet overbrengen.’

Fronsend pakte Richard het stripje van haar aan en bekeek het eerste nogal eenvoudige symbool, dat werd gevolgd door een tweede ingewikkelder element.

Hij voelde in blinde razernij het bloed naar zijn hoofd stijgen.

Op het stripje stond: De honden zullen haar van je afnemen.

Hij klemde zijn kaken stijf op elkaar. ‘Nu heb ik er genoeg van. Ik heb het helemaal gehad met die machine. Ik wil dat ze wordt vernietigd!’

Toen beende hij naar de deur, op de voet gevolgd door Nicci en Cara.