45

Met Kahlan op zijn hielen rende Richard langs groepen mensen die zich in de gangen verzameld hadden, van de nachtelijke schoonmaakploegen tot afgevaardigden die in de nabijgelegen appartementen verbleven. De tapijten op de witte marmeren vloeren dempten hun voetstappen en het gekletter van wapenrustingen.

Kahlan hield het rode leren uniform van Cara in de gaten, die voor Richard uit rende en hen door de doolhof van gangen leidde. Zij voerde hen door de met sierlijke panelen beklede gangen van de luxueuze gastenverblijven.

Onderweg zagen ze in het netwerk van gangen ook een aantal gezanten en hoogwaardigheidsbekleders tussen de soldaten staan. Zij riepen Richard en Kahlan in het voorbijgaan allerlei vragen toe. Geen van beiden gaf antwoord of hield de pas in. Ze konden de mensen moeilijk gaan vertellen wat er aan de hand was wanneer ze het zelf niet eens wisten.

Toen ze een hoek omkwamen, zag Kahlan een eindje verderop bewakers staan die mensen beletten verder de gang in te gaan. Toen ze Richard zagen aankomen, duwden de bewakers mensen opzij om hem erlangs te laten. Bij het zien van de grimmige, onverbiddelijke blikken van de mannen van het Eerste Rot deden de meesten wel wat er van hen werd verlangd.

Kahlan zag hoe koningin Orneta zich tussen de toeschouwers door drong om vooraan te komen staan. De koningin keek al even bezorgd en verbijsterd als iedereen.

Achter de bewakers die de mensen in bedwang hielden, stonden honderden mannen van het Eerste Rot samengepakt in de brede corridor. Alle soldaten droegen een wapenrusting, leren tenues, maliënkolders of glimmende borstschilden, afhankelijk van de eenheid waartoe zij behoorden en hun functie. Allen waren zwaar bewapend en allen hielden in elk geval één wapen in de hand.

Met vlijmscherpe speren bewapende compagnieën stelden zich met hun rug tegen de muren op, alle speren verticaal en met de punt omhoog, toen Cara, Richard, Kahlan, Nathan en Nicci hen passeerden. De lansiers waren indien nodig in staat hun rangen te sluiten en een vrijwel ondoordringbare muur van vlijmscherp staal te vormen. Mannen met zwaarden gingen eveneens voor hen opzij, maar bleven intussen wel op hun hoede.

Kahlan vroeg zich af waar al deze mensen opeens vandaan waren gekomen.

Toen ze de mensenmenigte en de toegestroomde soldaten uiteindelijk achter zich hadden gelaten, bereikten ze een betrekkelijk open gedeelte van de corridor, waar zelfs de meeste soldaten bij vandaan werden gehouden.

Generaal Meiffert en een handjevol mannen stonden voor de rijkelijk gebeeldhouwde deuren van een van de appartementen op hen te wachten. Hoewel Kahlan wist dat de hooggeplaatste gasten en vertegenwoordigers hier hun vertrekken hadden, wist ze niet van wie deze kamer was.

Toen ze voor de deuren stonden, keek Richard naar de vloer. Kahlan volgde zijn blik en zag dunne stroompjes bloed onder een van de deuren vandaan komen, over het witte marmer sijpelen en vervolgens onder het tapijt verdwijnen.

Cara, met haar Agiel in haar hand, stelde zich op naast Richard. Nicci kwam vlak naast Kahlan staan, zodat zij en Richard tussen een Mord-Sith en een tovenares stonden ingeklemd. Nathan stond achter hen.

Richard gebaarde naar de deuren en richtte zich tot de generaal. ‘Wat is hier gebeurd?’

‘Dat weten we niet precies, Heer Rahl. Mensen in een nabijgelegen appartement werden gewekt door een soort gehuil, gevolgd door de meest verschrikkelijke kreten.’

Richard trok zijn zwaard. De unieke klank van het staal galmde door de gang.

‘Weet je wiens kamer dit is?’

Generaal Meiffert knikte. ‘Dit is de kamer van koning Philippe.’

‘En waarom staan jullie allemaal buiten?’ Richards stem was net zo scherp als de magie van zijn zwaard. ‘Waarom zijn jullie niet naar binnen gegaan om te kijken wat er aan de hand is?’

De generaal klemde zijn kaken op elkaar en knarsetandde. ‘We hebben ons best gedaan, Heer Rahl. Maar hoe we het ook probeerden, het lukte ons niet de deuren te forceren. Nog niet althans. Veel van deze kamers zijn voor belangrijke gasten die zich graag veilig voelen en daarom zijn de deuren extra stevig versterkt en vergrendeld.’

Kahlan zag dat de deuren beschadigd waren door de pogingen ze open te breken.

‘Gezien de moeite die het ons kost om binnen te komen, terwijl we er toch echt alles aan doen, beginnen we te denken dat de deuren worden afgesloten door een soort magisch schild,’ voegde de generaal eraan toe.

‘Dat zou kunnen, maar in het paleis wordt alle magie verzwakt, tenzij die door een Rahl wordt gehanteerd,’ zei Richard. ‘Wie kan er dan magie gebruiken om de deuren af te schermen?’

Kahlan zag de woede van het zwaard in zijn grijze ogen en ook hoezeer hij zich inspande om die woede onder controle te houden.

Toen de generaal hem geen antwoord kon geven op zijn vraag, mengde Nathan zich in het gesprek. ‘Richard, zelfs iemand met verzwakte macht kan waarschijnlijk wel voldoende kracht opbrengen voor een schild dat sterk genoeg is om een deur te barricaderen.’ Hij hield zijn hoofd een beetje schuin, alsof hij luisterde. ‘Ik vang niets op, maar dat wil nog niet zeggen dat er geen magisch schild is.’

De generaal draaide zich om toen hij het geluid van haastige voetstappen achter zich hoorde. ‘Maakt niet uit – nu krijgen we hem wel open.’

Een groep soldaten kwam de gang in, met tussen hen in een langwerpig blok ijzer waaraan aan weerskanten draagstangen waren bevestigd. De stormram was zo zwaar dat er acht gespierde mannen voor nodig waren om hem te dragen en zelfs hun kostte het nog moeite.

Op dat moment kwam koning Philippe met zijn zwaard in zijn hand aanrennen en probeerde zich tussen de mensen door te dringen die door de soldaten werden tegengehouden. Toen generaal Meiffert een teken gaf om de man te laten passeren, rende hij onmiddellijk op Richard en Kahlan af.

‘Dat is mijn kamer. Wat is er aan de hand?’ wilde hij weten.

‘Dat weten we nog niet,’ zei de generaal.

Koning Philippe zag het bloed onder de deur door stromen. Hij rammelde wanhopig aan een van de deurknoppen en probeerde de deur open te krijgen. ‘Mijn vrouw is binnen!’ Hij beukte herhaaldelijk met zijn schouder tegen de deur, maar er was geen beweging in te krijgen.

Richard greep de man bij zijn schouder en trok hem weg. ‘Laat deze mannen erdoor. Ze hebben een stormram, dus geef ze de ruimte.’

In een toestand waarin afwisselend woede en paniek de boventoon voerden, keek koning Philippe eerst naar Richard en toen naar de mannen met de ram. Vervolgens deed hij snel een stap opzij en gebaarde met zijn arm om hen tot spoed te manen.

De mannen lieten er geen gras over groeien. Grommend van inspanning stormden zij met de zware ram naar voren. Ze probeerden zo veel mogelijk snelheid te maken in de beperkte ruimte van de gang. Toen beukte de ram met een geweldige klap op de deuren in. Kahlan had het gevoel dat de hele muur ervan trilde, maar de deuren hielden stand.

Ze trokken zich terug in de gang en probeerden het opnieuw. De splinters vlogen in het rond toen ze de ram tegen de deur beukten. Op de plek waar hij de deur raakte, liet de ram een indruk achter in de uitgehouwen ranken en een ring van versplinterd hout, maar de deuren weken niet. Een derde poging leverde al evenmin iets op.

Het leek Kahlan het beste de deuren te laten openbreken door iemand met de gave. ‘Nicci, Nathan – kunnen jullie niet iets doen?’

Richard was niet in de stemming om daarop te moeten wachten.

‘Aan de kant!’ riep hij ongeduldig, toen de mannen met de ram weer achteruit liepen om een nieuwe poging te wagen.

Zodra de mannen uit de weg waren, hief Richard zonder nog een ogenblik te verliezen zijn zwaard met beide handen hoog boven zijn hoofd. Met een machtige zwaai suisde het zwaard door de lucht, in de richting van de deuren. Het Zwaard van de Waarheid was duizenden jaren eerder gemaakt en begiftigd met grote krachten. Er was niets waar het in de handen van de Zoeker niet doorheen kon klieven, op één ding na: diegenen van wie hij wist dat zij onschuldig waren.

Met een oorverdovend gekraak kliefde het zwaard door de zware deuren. Vlijmscherpe houtsplinters vlogen door de gang en ketsten tegen de muren. Iedereen die in de buurt stond dook weg en sloeg een arm voor zijn gezicht. Een ogenblik later versplinterde een tweede zwaai nog een deurpaneel, zodat er opnieuw enorme splinters door de gang vlogen en over de tapijten rolden. Kahlan zag dat een zware balk die de deuren aan de binnenkant had vergrendeld door het zwaard in tweeën was gehouwen.

Vervolgens plaatste Richard een keiharde trap in het midden van de twee verbrijzelde deuren. Ze barstten allebei uit hun scharnieren en vielen de kamer in.

Op het moment dat de zware deuren met donderend geraas op de grond stortten en wolken van stof en houtdeeltjes in het rond stoven, stormde Richard de donkere kamer binnen.