5

Kahlan keek hoe Zedd liep te ijsberen over het goud met blauwe tapijt, van en naar de zware mahoniehouten tafel. Telkens wanneer hij zich omdraaide zwiepten zijn lange gewaden om zijn benen, alsof ze moeite hadden hem bij te houden. Ramen op het balkonniveau vulden de langgerekte bibliotheek met koel, vlak licht. Door die ramen kon ze zien dat er, sinds ze eerder die dag beneden op de markt waren geweest, staalgrijze wolken aan de hemel waren verschenen, die de dreiging van een voorjaarsstorm met zich meevoerden.

Hoewel er zich langs de hele wand van het balkon vensters bevonden, had de lagergelegen etage van de bibliotheek, dichter bij de begane grond, er geen. Kahlan vermoedde dat de bibliotheek zich ergens vlak onder de Tuin des Levens bevond, die in grote delen van het paleis boven hen gesitueerd was. De constructie van het paleis zat zo ingewikkeld in elkaar dat ze het niet zeker wist.

In een hoek stond Nathan tegen een gecanneleerde houten zuil geleund die breder was dan zijn brede schouders. Met zijn geplooide hemd, hoge laarzen en groene cape over één schouder, om nog maar niet te spreken van het zwaard dat hij droeg, leek hij meer op een avonturier dan op een profeet. Maar dat was hij wel. In het warme, gelige licht van een spiegellamp die op de zuil was geplaatst, leek hij in zijn donkere hoekje volkomen verdiept te zijn in een boek.

Verspreid over de hele lengte van de tafel lagen keurige stapels en wanordelijke bergen boeken. De tafel was bezaaid met stapels papier, lampen, flessen inkt, pennen en lege bekers. Spiegellampen op de zuilen aan weerszijden van de rijen kasten hielpen ook de meer geïsoleerde hoekjes van de bibliotheek te verlichten. Vanwege het bewolkte weer, en ondanks de lampen, was het donker in de stille ruimte.

Berdine, gekleed in een bruinleren pak, sloeg haar armen over elkaar en leunde tegen de tafel terwijl ze samen met de anderen toekeek hoe Zedd liep te ijsberen. Hoewel haar ogen net zo blauw waren als die van Cara, was haar golvende haar bruin in plaats van blond. Ze was kleiner en bezat meer rondingen dan de meeste andere Mord-Sith.

Berdine had, alweer in tegenstelling tot de meeste andere Mord-Sith, een fascinatie voor boeken, en haar hulp was al meer dan eens van onschatbare waarde voor Richard gebleken bij het zoeken naar nuttige informatie in al die duizenden werken. Hoewel Berdine haar bibliotheekwerk meestal met sprankelend enthousiasme uitvoerde, was ze niet minder dodelijk dan Cara of de andere Mord-Sith.

Eindelijk bleef Zedd ongeduldig staan. ‘Ik ben er niet van overtuigd dat het zal werken, Richard – of in elk geval niet voldoende. Ten eerste bestaan er vele manieren om boeken te catalogiseren en ten tweede zijn er boeken die over meer dan één onderwerp gaan. Als een boek over een stad aan een rivier gaat en je brengt het onder in een afdeling over steden, dan weet je later, wanneer je informatie nodig hebt over rivieren, niet meer dat dit boek over steden misschien bruikbare informatie over rivieren bevat.’

Hij keek zuchtend om zich heen. ‘Ik lees en bestudeer dit soort boeken al mijn hele leven en ik weet uit ervaring dat je een boek niet altijd in één bepaalde categorie kunt onderbrengen.’

‘Daar hebben we rekening mee gehouden,’ zei Richard kalm en geduldig.

Geërgerd draaide Zedd zich om naar een slordige hoop boeken op de tafel en na een snelle blik te hebben geworpen op een boek dat opengeslagen bovenop lag, pakte hij het op. Hij zwaaide het voor Richards gezicht heen en weer. ‘En dan heb je nog dit soort boeken. Hoe bepaal je een categorie voor dingen die nergens op slaan?’

Berdine krabde aan haar wang. ‘Welk boek is dat? Waar gaat het over?’

Zedd sloeg het even dicht om de titel te lezen. ‘Regula,’ antwoordde hij geïrriteerd. Hij bladerde het even door en gaf het toen hoofdschuddend op. ‘Ik weet niet wat de titel betekent en na het te hebben ingekeken heb ik nog steeds geen flauw idee waar het over gaat.’

Toen hij het boek aan Berdine overhandigde, zag Kahlan dat er achter de titel Regula op de rug een vreemd cirkelvormig symbool met een driehoek erin in het leer was gedrukt. In de cirkel met driehoek lag een rond, krom symbool dat ze nooit eerder had gezien. Het leek een beetje op het cijfer negen, maar dan andersom.

‘O, dat,’ zei Berdine, terwijl ze een paar bladzijden omsloeg. ‘Het is gedeeltelijk in het Hoog-D’Haraans, maar voor een groot deel ook niet. Ik denk dat het een woordenboek is.’

Zedd keek haar verwonderd aan. ‘Wat wil dat zeggen?’

‘Nou, ik kan er wel stukjes van lezen, de stukken die in het Hoog-D’Haraans zijn geschreven, maar ik weet niet wat al die rare kronkellijntjes en symbolen betekenen.’

‘Als je niet zeker weet wat het is,’ brieste Zedd, ‘hoe kun je het dan catalogiseren?’

Richard legde een hand op Zedds schouder. ‘We zetten het op de lijst met alle andere boeken waarvan we niets begrijpen. Dat is de categorie waarin we het voorlopig onderbrengen: onbekend.’

Zedd staarde hem een ogenblik aan. ‘Goed, dat klinkt logisch.’

‘O, maar het is niet onbekend, Heer Rahl,’ zei Berdine. ‘Volgens mij is het, zoals ik al zei, een woordenboek.’

‘Een woordenboek?’ Zedd wees met zijn vinger naar het opengeslagen boek dat Berdine vasthield. ‘Het staat vol met van die eigenaardige symbolen, geen woorden.’

‘Ja, dat weet ik.’ Berdine streek een losse lok golvend bruin haar uit haar gezicht. ‘Ik heb het nog niet goed kunnen bestuderen, maar ik vermoed dat die symbolen een oude schriftvorm zijn. Ik ben ergens een verwijzing tegengekomen waarin het de taal der Schepping werd genoemd.’

Zedd schraapte zijn keel. ‘Zo te horen kun je het dus beter onderbrengen onder de noemer “nutteloos”. Ik vrees dat je dit soort problemen zo vaak gaat tegenkomen dat ik de zin van zoveel werk niet inzie.’

‘Luister,’ zei Richard, ‘er zijn momenten geweest dat we flink in de problemen zijn geraakt, of problemen niet konden voorkomen, omdat we geen antwoorden konden vinden toen we die nodig hadden.

In het verleden waren er klerken die in elke bibliotheek de enorme hoeveelheid informatie bijhielden. Voor zover ik heb kunnen nagaan, waren zij verantwoordelijk voor bepaalde boeken, of voor specifieke delen van een specifieke bibliotheek. Als er boeken nodig waren met informatie over een bepaald onderwerp, kon men de klerken raadplegen en konden zij het zoeken beperken tot die boeken die het meest in aanmerking kwamen om de antwoorden te bevatten.

 Zonder al die deskundige klerken, die alles van de boeken wisten en ervoor zorgden, is de enorme schat aan informatie in de bibliotheken in wezen ontoegankelijk. Wat wij nodig hebben is een manier om direct informatie te kunnen halen uit boeken over alle mogelijke onderwerpen.

Sinds de laatste keer dat je hier was zijn we begonnen alles te catalogiseren. We proberen een systeem te creëren waarin alle boeken uit alle bibliotheken worden opgenomen zodat we, als we antwoorden nodig hebben, snel informatie over specifieke onderwerpen kunnen vinden.’

Zedd gebaarde naar de tafel. ‘En dat zijn die stapels papier?’

Richard knikte. ‘Ik wil niet te veel met de boeken gaan slepen, omdat ik niet weet waarom ze in een bepaalde bibliotheek zijn ondergebracht en trouwens ook niet waarom ze op bepaalde planken staan. Met uitzondering van gevaarlijke boeken over magie, die in bibliotheken staan die niet voor iedereen toegankelijk zijn, heb ik nog geen enkele logica kunnen ontdekken in de manier waarop de boeken staan gerangschikt; je zou toch denken dat ze met een bepaalde reden staan waar ze staan. Zolang ik die reden niet ken, wil ik ze liever niet verplaatsen, anders schep ik misschien een nieuw probleem.

 We maken dus voor elk boek een apart blad met daarop de titel, de plaats waar het staat en een korte beschrijving van de inhoud. Op die manier kunnen we vervolgens al die boekbladen in categorieën onderverdelen, in plaats van de boeken zelf.

Voor het boek waar jij het over had, maken we een blad dat onder de categorie “steden” valt, plus een kopie voor onder de categorie “rivieren”. Op die manier lopen we minder kans belangrijke secondaire informatie over het hoofd te zien.’

Zedd keek om zich heen naar de lange rijen rekken. Er stonden duizenden boeken in deze bibliotheek, en het was er slechts een van de vele in het paleis.

‘Dat is heel veel werk, jongen.’

Richard haalde zijn schouders op. ‘We bezitten een schat aan informatie in al die tienduizenden boeken die verspreid staan over verschillende bibliotheken in het paleis, maar geen enkele manier om specifieke informatie te vinden wanneer we die nodig hebben. In plaats van me op dat probleem te fixeren, heb ik een oplossing bedacht. Als jij een betere weet, hoor ik dat graag.’

Zedd perste zijn smalle lippen een ogenblik stijf op elkaar en dacht over het probleem na. ‘Ik zou het niet weten. Ik moet toegeven dat er wel wat in zit. Ik heb ooit iets dergelijks gedaan, maar op veel, veel kleinere schaal.’

‘De enclave van de Eerste Tovenaar, in de Tovenaarsburcht,’ zei Richard, terwijl hij knikte. ‘Ik weet nog dat daar overal waar je keek stapels boeken stonden.’

Zedd leek even in gedachten verzonken. ‘Ik legde boeken over bepaalde onderwerpen die ik bij de hand wilde houden bij elkaar op stapels. Ik was van plan ze ooit netjes in kasten te zetten, maar dat is er nooit van gekomen en bovendien had ik daar betrekkelijk weinig boeken. Misschien moet ik, nu de oorlog is afgelopen, dat werk weer eens oppakken wanneer ik terug ben op de Burcht.’

‘Heer Rahl wilde in deze bibliotheek beginnen omdat hier geen bijzonder kostbare of zeldzame stukken lijken te staan,’ zei Berdine, Zedd uit zijn herinneringen wekkend. ‘In de tijd dat Darken Rahl nog de Heer Rahl was, heb ik hem deze bibliotheek nooit zien gebruiken. Volgens mij betekent dat dat de boeken hier niet zo belangrijk zijn.’

‘Voor zover jij weet,’ wees Zedd haar terecht. ‘Je kunt er niet zomaar van uitgaan dat hier geen boeken staan die niet zeldzaam of... of gevaarlijk kunnen zijn.’

‘Dat is zo,’ zei Berdine. ‘Maar in sommige andere bibliotheken staan boeken waarvan wij zeker weten dat ze vol staan met gevaarlijke zaken.’

‘Dit leek ons een goede plek om te beginnen,’ zei Richard, ‘voordat we ons aan de grotere of minder algemeen toegankelijke bibliotheken gaan wagen. En mochten hier toch belangrijke boeken staan, dan komen we dat heus wel te weten omdat uiteindelijk alle boekbladen worden samengevoegd met alle boeken. Op die manier komen we te weten waar alle boeken over elk mogelijk onderwerp zich bevinden, ongeacht in welke bibliotheek ze staan en ook al staan ze verspreid over het hele paleis.’

Zedd leek wat te zijn gekalmeerd. ‘Dat klinkt goed.’

‘Dus,’ zei Richard, naar het boek op tafel wijzend waar Zedd en Berdine naar hadden staan kijken, ‘wanneer we een boek tegenkomen zoals dat daar, bestempelen we het als “onbekend”, of misschien “woordenboek” zoals Berdine voorstelde.’

‘Eigenlijk, Heer Rahl, ben ik nog niet eerder zo’n boek tegengekomen. Ik wilde met u bespreken wat we ermee gaan doen. Het is niet echt onbekend, maar een woordenboek is het ook niet precies.’

Richard sloeg zijn armen over elkaar. ‘Je zei dat het een woordenboek was.’

‘Mogelijk, maar toch kan ik het niet in die categorie onderbrengen,’ zei ze.

Richard fronste. ‘Waarom niet?’

‘Wat ik eigenlijk bedoelde was dat het daar in eerste instantie wel op leek, maar dat ik het niet met zekerheid kan zeggen.’

Richard krabde aan een wenkbrauw. ‘Berdine, ik kan je niet volgen.’

Berdine boog zich naar voren en trok het boek naar zich toe. Ze sloeg het open op tafel en keek naar Richard op alsof ze op het punt stond een pikante roddel met hem te delen.

‘Moet u kijken. Dit boek is opnieuw gebonden. Dit is niet de originele band.’

Zedd, Kahlan en zelfs Cara leunden een eindje naar voren om het boek te kunnen zien.

Richard bekeek het met hernieuwde belangstelling. ‘Hoe weet je dat?’

Berdine liet haar vinger langs de binnenkant van de rug glijden, waar die met de achterzijde van het boek was verbonden. ‘Hier ziet u waar het is gerepareerd, maar dit past niet bij de rest. Het boek is niet compleet. Het grootste deel ontbreekt. Deze band is speciaal gemaakt om datgene wat ervan over is bij elkaar te houden.’

Richard hield zijn hoofd een beetje schuin om het boek beter te kunnen bekijken. ‘Weet je zeker dat het grootste deel van het boek ontbreekt?’

‘Heel zeker.’ Berdine bladerde naar de laatste bladzijde en tikte met haar vinger op de woorden in het Hoog-D’Haraans. ‘Kijk hier maar. Op een deel in het begin na zijn de meeste bladzijden eruit gehaald. Deze mededeling is er als laatste bladzijde bijgevoegd om uit te leggen wat ze hebben gedaan.’

Richard pakte het boek van tafel en las wat er stond. Terwijl hij de tekst in gedachten vertaalde, verbleekte hij enigszins.

‘Wat staat er?’ vroeg Kahlan.

Met een verontruste blik keek Richard naar haar op. ‘Hier staat dat de rest van het boek is verwijderd en voor de veiligheid naar Berglendursch ost Kymermosst is gebracht. Dit resterende gedeelte is hier achtergelaten als een teken.’

Kahlan herinnerde zich die naam. Berglendursch ost Kymermosst was Hoog-D’Haraans voor de berg Kymermosst, waar de Tempel der Winden oorspronkelijk was gebouwd.

Drieduizend jaar geleden was de Tempel der Winden, omdat hij zoveel gevaarlijke zaken herbergde, op de een of andere manier uit de wereld van het leven verbannen naar een plek buiten ieders bereik, verborgen in de onderwereld.

In de tussenliggende duizenden jaren waren er zo nu en dan mensen geweest die naar de wereld van de doden waren gereisd om te proberen de Tempel der Winden binnen te komen. Niemand had zo’n poging overleefd.

Tot Richard.

Hij was helemaal alleen naar de onderwereld gegaan en was na al die duizenden jaren tijd de allereerste die de tempel had betreden.

Toen hij, om een einde te maken aan de oorlog, de kracht van de kistjes van Orden had ontsloten, had hij een aantal misstanden rechtgezet en gevaren en valkuilen geëlimineerd die een groot aantal onschuldige mensen het leven hadden gekost.

Vervolgens had hij de Tempel der Winden teruggebracht naar de wereld van het leven, naar zijn rechtmatige plek op de top van de berg Kymermosst.