35

Richard wendde zich tot Benjamin, die samen met Cara en Nyda van een afstandje had staan toekijken. ‘Je moet iets voor me doen, generaal.’

Benjamin kwam naar voren. ‘Ja, Heer Rahl?’

Richard wees met zijn pen naar het plafond. ‘Ik wil graag dat je een werkploeg mee naar boven neemt, naar de Tuin des Levens, en hen het glazen dak laat repareren. Dat moet zo snel mogelijk gebeuren.’

Benjamin sloeg een vuist tegen zijn hart. ‘Ik zal ervoor zorgen, Heer Rahl.’

‘Zedd, Nathan, Nicci, terwijl Berdine en ik hieraan werken, wil ik graag dat jullie naar beneden gaan om te kijken of jullie iets wijzer kunnen worden van de machine.’

Zedd knikte. ‘Ik wil haar nu zelf ook wel eens zien.’

‘En Benjamin, je kunt nog iets voor me doen.’ Richard wees over zijn schouder. ‘Zie je dat eigenaardige uitsteeksel daar in de muur? Er klopt in feite niets van dat er zo’n vreemde hoek in deze bibliotheek zit. We bevinden ons hier ergens onder de Tuin des Levens. Ik wil graag dat je een soort plattegrond van dit gedeelte van het paleis uitwerkt.’

Benjamin keek naar de vreemde hoek. ‘Een plattegrond?’

‘Ja, ik wil weten wat er zich, behalve de machine, onder de Tuin des Levens bevindt. Ik wil weten hoe ver die machine dwars door het paleis omlaag loopt. Ik wil weten waar we mee te maken hebben. Ik wil weten waar de bodem van de machine is. We zitten hier niet zo heel ver onder het niveau van de tuin, dus vermoed ik dat de machine achter die vreemde hoek zit die in deze bibliotheek uitsteekt.’

Berdine keek fronsend naar het uitspringende stuk muur. ‘Heer Rahl, die kast daar, tegen de muur...’

‘Ik weet het,’ zei Richard zacht. ‘Daar hebben we dit boek gevonden. Dat is nog een reden waarom ik vermoed dat de machine zich aan de andere kant van die muur bevindt. Ik wil weten tot hoe diep ze gaat.’

Benjamin haakte een duim achter zijn riem. ‘Terwijl jullie aan de vertaling van de symbolen werken, ga ik dat uitzoeken, Heer Rahl.’

‘Nyda en ik helpen je wel,’ zei Cara. ‘De Mord-Sith kennen alle gangen op hun duimpje – zowel de openbare als de privégangen. In geval van een aanval moeten we ons immers snel door het paleis kunnen verplaatsen, dus kennen we alle gangen, tussenkamers en geheime doorgangen.’

‘Mooi zo,’ zei Richard. ‘Hopelijk hebben wij tegen de tijd dat jullie de locatie van de machine in kaart hebben gebracht deze stripjes gedecodeerd.’

Nathan bewoog zijn vinger boven het boek. ‘Maar is het compleet genoeg? Bevat dit boek voldoende informatie om alle symbolen te ontcijferen?’

‘Ja, dat denk ik wel,’ zei Richard.

Nathan leek er niet gerust op. ‘Als dat zo is, als het boek de sleutel bevat om de symbolen te vertalen, als alle informatie die je daarvoor nodig hebt erin staat, welk deel van het boek ontbreekt er dan? Welk deel ervan is overgebracht naar de Tempel der Winden?’

Richard keek de profeet even aan en antwoordde: ‘Volgens het weinige dat er over dat onderwerp wordt vermeld, staat in het gedeelte dat bij de tempel in bewaring is gegeven waarvoor de machine precies is bedoeld.’

‘Dat klinkt niet erg geruststellend,’ zei Zedd.

Ook Kahlan vond die gedachte behoorlijk verontrustend. Zolang ze niet wisten waar de machine toe diende, wisten ze ook niet waar ze precies mee te maken hadden. Het feit dat de toegang tot de machine afgesloten en verborgen was geweest, leek haar een slecht voorteken.

Richard legde zachtjes een hand om Kahlans middel en veranderde van onderwerp. ‘Waarom ga je niet met hen mee?’

Kahlan keek hem fronsend aan. ‘Waarom?’

‘Ik heb genoeg aan de vertalingen die je al hebt gemaakt. Berdine en ik zijn hier waarschijnlijk nog de hele nacht bezig. Je kunt hier op dit moment niets meer doen. Waarom ga je niet wat rusten? Ik denk dat je in de Tuin des Levens nu geen last meer zult hebben van pottenkijkers. Misschien kun je wat slapen terwijl Berdine en ik de symbolen ontcijferen en Zedd en de anderen naar de machine gaan kijken.’

‘Wij letten wel op haar, Richard,’ zei Nicci. ‘Geen spiedende blikken meer terwijl ze ligt te slapen.’

‘Bedankt, Nicci. Zedd, misschien kun jij wanneer jullie toch naar de tuin gaan Kahlans hand genezen. De wond ziet er niet goed uit.’

Er verscheen een bezorgde blik op Zedds gezicht. ‘Natuurlijk.’

Kahlan realiseerde zich dat het haar niet eens verbaasde dat Richard wist hoeveel last ze had van haar hand. Het was vrijwel onmogelijk om iets voor Richard verborgen te houden.

Toen ze het gehuil in de verte hoorde, werd haar blik naar de hoge ramen getrokken. Ze besefte dat het daar niet vandaan kwam. Het moest dus ergens anders vandaan komen, maar ze wist niet precies waar.

Kahlan dacht aan de voorspelling die de vrouw haar had verteld voordat ze stierf, dat duistere wezens, woeste wezens haar zouden komen halen in de nacht. De herinnering aan de woorden van de vrouw: ‘Duistere wezens die u besluipen en te pakken krijgen. U zult niet aan ze kunnen ontsnappen,’ bezorgde haar koude rillingen.

Toen ze merkte dat niemand anders het gehuil leek te hebben gehoord, dacht ze dat ze zich misschien had vergist en een ander geluid voor het gehuil van een wolf had gehouden. Richard had gelijk, ze was moe. Haar fantasie speelde haar parten.

Kahlan kuste Richard op zijn wang en liet terwijl ze wegliep even haar hand langs zijn schouders glijden. Hij pakte haar hand vast. Wat ze nu het allerliefste wilde was dat hij met haar mee zou gaan naar bed, haar gezelschap kwam houden, haar zou beschermen. Ten slotte gleed haar hand uit zijn tedere greep en volgde zij de anderen naar de Tuin des Levens.