15

Terwijl hij Ludwig uitliet, zag Richard Nicci door de gang aankomen. Haar zwarte jurk en lange blonde haren wapperden achter haar aan en ze zag eruit als een wraakzuchtige geest die tot hen was gekomen om haar woede op hen te koelen. Ze wierp in het voorbijgaan een snelle blik op de abt. Ludwig keek de tovenares bewust niet aan, alsof hij bang was ter plekke door de bliksem te worden getroffen. Zoiets was beslist niet geheel en al onmogelijk.

Richard bedacht dat slechts weinig dingen er zo gevaarlijk uitzagen als een betoverend mooie vrouw die woedend was, en zo te zien was Nicci buitengewoon woedend. Hij vroeg zich af waarom.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij toen ze voor hem bleef staan.

Alvorens te antwoorden klemde ze heel even haar kaken stijf op elkaar.

‘Het zijn allemaal stommelingen.’

‘Wat bedoel je?’ vroeg Kahlan.

Nicci wees met een duim in de richting waaruit ze was gekomen. ‘Het enige wat ze willen horen is profetie. Ze willen weten wat de toekomst gaat brengen, wat de profetie zegt. Ze denken dat wij de geheimen van de toekomst kennen en dat wij die geheimen voor hen verzwijgen.’

Kahlan keek Richard even aan en vroeg: ‘Over wie heb je het precies?’

Nicci trok dikke lokken blond haar over haar schouder naar voren. ‘Die mensen.’ Ze gebaarde achter zich. ‘Je weet wel, de afgevaardigden van de verschillende landen. Na de receptie kwamen ze bijna allemaal naar me toe om te vragen wat ik hun over profetieën kon vertellen en wat die over hun toekomst te melden hadden. Ze wilden alles weten over het omen dat die vrouw ertoe heeft gebracht haar kinderen te vermoorden.

Ze denken dat wij alles weten over de profetie achter haar visioen en dat we hun die informatie onthouden. Ze willen weten welke ijzingwekkende omina wij nog meer voor hen verborgen houden.’

Kahlan knikte. ‘Ik weet wat je bedoelt. Van ons wilden ze precies hetzelfde.’

Richard streek met zijn vingers door zijn haar. ‘Hoezeer het me ook tegenstaat en hoe boos het me ook maakt, toch is het te verwachten van mensen die zojuist hebben gehoord dat een vrouw haar kinderen heeft vermoord om ze te besparen wat ze in een visioen heeft gezien.’

Zedd stak zijn linkerhand in zijn rechtermouw en omgekeerd. ‘Mensen worden nu eenmaal bang van zulke lugubere voortekenen. Ze zijn bang om te geloven dat ze waar zijn, ze zijn bang voor wat ze teweeg zullen brengen in hun leven, en in de greep van die angst geloven ze dan zulke dingen. We kunnen proberen hun angst weg te redeneren – dat hebben Richard en Kahlan geprobeerd – maar het valt niet mee angst te overwinnen, vooral als je net hebt gehoord dat een visioen zo gruwelijk was dat het een vrouw ertoe heeft gebracht haar eigen kinderen om het leven te brengen.’

‘Dat zal best,’ zei Nicci. Er flitste weer woede in haar blauwe ogen. ‘Maar dat wil nog niet zeggen dat ik er blij mee moet zijn. En dat allemaal door de woorden van een gestoorde vrouw.’

‘Ik heb je niet op de receptie gezien,’ zei Richard. ‘Waar heb je gehoord dat ze haar kinderen heeft vermoord?’

Nicci keek fronsend naar hem op. ‘Waar ik dat heb gehoord? Ik was erbij.’

‘Erbij? Hoe bedoel je?’

Nicci sloeg haar armen over elkaar en keek hem aan alsof hij niet goed bij zijn hoofd was. ‘Ik was erbij. Ik was op de markt om te helpen al die mensen naar veilige onderkomens te leiden, buiten het bereik van wat een enorme storm lijkt te worden. Ze moeten ergens schuilen. Die tenten zullen hen niet beschermen.’

‘Zeg dat wel.’

Nicci zuchtte en schudde haar hoofd. ‘Ik was dus daar beneden op de markt toen de eerste neerkwam.’

De rimpels op Richards voorhoofd werden nog wat dieper. ‘Wat bedoel je, toen de eerste neerkwam? De eerste wat?’

‘Richard, luister je soms niet? Ik was erbij toen het eerste kind de grond raakte.’

Richards mond viel open. ‘Wat?’

‘Een meisje was het, nog geen tien jaar oud. Ze viel op een kar met boomstammen, boven op een van die rechtopstaande steunpalen. Die paal was dikker dan mijn been. Ze viel met haar hoofd naar beneden en gilde het uit. Die paal ging dwars door haar borst. De mensen renden in paniek en verwarring rond.’

Richard knipperde met zijn ogen en deed zijn best om te begrijpen wat hij hoorde. ‘Over welk meisje heb je het nu?’

Nicci keek naar alle gezichten die haar aanstaarden. ‘Het meisje dat door die vrouw van de paleismuur werd gegooid, over de rand van het plateau, nadat ze haar visioen had gekregen.’

Richard wendde zich tot Benjamin. ‘Ik dacht dat je had gezegd dat jíj de kinderen had gevonden.’

‘Dat is ook zo. Wij hebben ze allebei gevonden.’

‘Allebei?’ Nicci fronste haar wenkbrauwen. ‘Het waren er vier. Ze heeft alle vier haar kinderen een voor een te pletter gegooid. Het eerste kind, het meisje, was de oudste. De vrouw gooide ze van de bovenkant van het plateau en ze kwamen alle vier vlak bij mij terecht. Zoals ik al zei, ik was erbij. Het was verschrikkelijk om te zien.’

Kahlan klemde haar vuist om Nicci’s schouder. ‘Heeft ze er nog vier vermoord?’

Nicci deed geen poging Kahlans hand weg te halen. ‘Nog vier? Waar heb je het over? Ze heeft haar vier kinderen vermoord.’

Kahlan trok Nicci dichter naar zich toe. ‘Ze had twee kinderen.’

‘Kahlan, ze had er vier.’

Kahlans hand gleed van Nicci’s schouder. ‘Weet je dat zeker?’

Nicci haalde haar schouders op. ‘Ja. Ze heeft het me zelf verteld toen ik haar ondervroeg. Ze heeft me zelfs verteld hoe ze heetten. Als je me niet gelooft, moet je het haar zelf maar vragen. Ze zit opgesloten in de kerker.’

Zedd kwam wat dichterbij. ‘Opgesloten...?’

‘Wacht eens even,’ zei Richard. ‘Jij zegt dus dat die vrouw haar vier kinderen heeft vermoord door ze van het plateau te gooien? En je hebt haar opgesloten?’

‘Natuurlijk. Heb je dan helemaal niet geluisterd?’ Nicci keek fronsend om zich heen. ‘Ik dacht dat je zei dat je er alles vanaf wist. Toen haar man te horen kreeg wat er was gebeurd, wilde hij haar vermoorden. Hij schreeuwde om haar bloed. Ik was bang dat de bewakers die de vrouw hadden gegrepen hem zijn gang zouden laten gaan. Ik kan me heel goed voorstellen hoe hij zich moet voelen, maar dat kon ik toch niet toestaan. In plaats daarvan heb ik haar laten opsluiten, omdat ik dacht dat jij of Kahlan haar wel zou willen ondervragen.’

Richard keek haar ongelovig aan. ‘Waarom heeft ze het gedaan? Wat zei ze?’

Nicci keek hen allemaal aan alsof ze gek geworden waren. ‘Ze zei dat ze een visioen had gehad en dat ze de gedachte niet kon verdragen dat haar kinderen de gruwelen moesten ondergaan die zij had gezien en dat zij ze daarom snel om het leven had gebracht. Jullie zeiden dat jullie dat al wisten.’

‘Wij wisten het alleen van die andere,’ zei Richard.

‘Die andere?’ Nicci keek van de een naar de ander. Uiteindelijk bleef haar blik op Richard rusten. ‘Welke andere?’

‘Die andere vrouw, die haar beide kinderen de keel heeft afgesneden en vervolgens naar de receptie kwam om te proberen Kahlan te doden.’

Nicci’s bezorgde blik schoot naar Kahlan. ‘Mankeer je niets?’

‘Nee, niets. Ik heb haar overmeesterd met mijn macht en haar laten bekennen. Ze vertelde ons wat ze had gedaan en wat ze eigenlijk nog had willen doen.’

Nicci drukte haar vingers tegen haar voorhoofd. ‘Wacht even, dus jij zegt dat er nog een tweede vrouw was die ook een visioen heeft gekregen en haar kinderen heeft vermoord?’

Kahlan en Richard knikten.

‘Dat zou verklaren waarom de mensen zo in de war zijn en willen weten wat de profetieën erover zeggen,’ zei Richard.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Nicci.

‘Dat weet ik nog niet.’ Richard legde de palm van zijn linkerhand op zijn zwaard. ‘Vanmorgen hebben we op de markt een zieke jongen gesproken die zei dat er duisternis heerst in het paleis, en vervolgens een blinde vrouw die beweerde dat het dak zou instorten.’

Nicci keek instinctief omhoog. ‘Het dak?’

Richard knikte. ‘Ja, en nog een paar andere dingen die ook al nergens op slaan.’

Nicci’s bezorgde blauwe ogen keken Richard aan. ‘Toen ik die vrouw vroeg wat haar visioen was geweest, zei ze dat ze haar kinderen niet in leven kon laten om mee te moeten maken wat er gaat gebeuren nadat het dak is ingestort.’

‘Dat zijn al drie mensen die hetzelfde hebben gezegd.’

‘Drie?’

‘Ja.’ Richard tikte met zijn duim op het gevest van zijn zwaard, terwijl hij in gedachten alle duistere paden langsging en probeerde te bedenken waarheen ze konden leiden. ‘Behalve de blinde vrouw heeft ook een waarzegster het tegen me gezegd. Dat zijn dus al drie mensen. Plus het boek.’

Nicci legde een vinger tegen de zijkant van zijn kin en draaide zijn gezicht weer naar zich toe. ‘Boek?’

‘Nathan heeft een boek gevonden, Eindnoten, waarin diezelfde woorden voorkomen – dat het dak gaat instorten – en ook nog een aantal andere vreemde dingen die ik vandaag heb gehoord.’

‘Ik ken dat boek, Eindnoten.’ Nicci sloeg haar armen over elkaar, keek Kahlan even in de ogen en richtte zich toen weer tot Richard. ‘Vreemde dingen? Zoals?’

‘Nathan heeft me meegenomen naar nog een andere vrouw vanwege haar voorspellingen. Zij zei dat de hemel zou instorten. “Hemel” is niet hetzelfde als “dak”, maar wel net zoiets. Toen vertelde ze me nog een voorspelling en die staat, woord voor woord, in datzelfde boek. Ze slaat alleen nergens op.’

‘Wat heeft die vrouw je verteld wat ook in het boek staat?’

‘Ze heeft het een paar dagen geleden zelfs opgeschreven. Ze schrijft al haar voorspellingen op. Ze beschouwt zichzelf als een profeet. Er stond “Koningin slaat pion.” Zoals ik al zei, het slaat nergens op.’

Nicci leek het niet zo raadselachtig te vinden. ‘Dat is een zet bij het schaken.’

Richard fronste onwillekeurig. ‘Schaken? Wat is dat?’

‘Dat is een obscuur, niet erg bekend spel.’

‘Nooit van gehoord.’ Hij keek de anderen aan. Niemand van hen had er ooit van gehoord. ‘Wat is het? Een soort balspel, zoals Ja’La?’

Nicci wuifde zijn woorden weg. ‘Nee, in de verste verte niet. Schaken is een bordspel. Het kent een verscheidenheid aan stukken, zoals een koningin of dame, een koning, loper, pion – dat soort dingen. Koningin slaat pion is een zet in het spel. Het betekent precies wat het zegt. De koningin verovert een pion, verwijdert hem uit het spel, doodt hem, zou je ook kunnen zeggen.’

Zedd slaakte een geërgerde zucht. ‘Ik heb nog nooit van zo’n spel gehoord.’

‘Nogmaals, het is vrij onbekend. Voor zover ik weet zijn er maar een paar afgelegen plekken waar het wordt gespeeld.’

‘Waar dan?’ vroeg Richard.

‘In het gewest Fajin bijvoorbeeld.’ Nicci wees over haar schouder de gang in. ‘In het Duistere Land, waar de abt vandaan komt.’

Richard keek de gang in, bijna alsof hij meende de abt daar nog te kunnen zien.

‘Trouwens,’ zei Nicci, ‘wat moest die kleine gluiperd hier?’

‘Ik wilde iets van hem weten over een Haagvrouw.’

Nicci ramde de muis van haar hand tegen zijn borst en duwde Richard met zijn rug tegen de muur. Haar blauwe ogen schoten vuur.

‘Wat zei je daar?’ vroeg ze knarsetandend.

Richard greep haar pols beet en trok haar hand van zijn borst. De woedende blik verdween geen moment.

‘Ik wilde iets weten over een Haagvrouw, genaamd Jit. Ze woont ergens in Kharga Trace, in Fajin. Hoezo?’

Nicci hield een vinger vlak voor zijn gezicht. ‘Luister goed, Richard Rahl. Blijf uit de buurt van Haagvrouwen. Begrepen? Blijf bij ze uit de buurt. Je hebt geen verweer tegen een Haagvrouw. Dat hebben wij geen van allen. Dus blijf bij haar uit de buurt. Hun magie is anders dan de onze. Zelfs je zwaard kan je niet tegen hen beschermen.’

‘Bedoel je dat ze ons kwaad zou willen doen?’

‘Haagvrouwen zijn net adders. Zolang je ze onder hun grote steen laat liggen, doen ze je waarschijnlijk niets, maar zodra je ze stoort in hun veilige holletje, komen ze naar buiten en doden je in een oogwenk. Haagvrouwen houden zich bezig met occulte krachten. Blijf bij ze uit de buurt. Hoor je wat ik zeg?’

‘Nou, ik weet niet of...’

‘Het is het beste als je die naam nooit meer uitspreekt.’ Om haar woorden kracht bij te zetten duwde Nicci hem nogmaals tegen de muur. ‘Heb je me begrepen!’

Richard wreef over zijn achterhoofd, dat tegen de muur was geknald. ‘Nee, eigenlijk niet. Wat is een Haagvrouw?’

Nicci liet haar hand zakken. Ze staarde zonder iets te zien in de verte.

‘Een Haagvrouw is een boosaardig, vals, smerig, gemeen, walgelijk, goor wezen, een orakel dat handelt in de meest afschuwelijke soorten leed en verdorvenheid. Alles wat ze doen draait om de dood.’

‘Hoe ken jij die Jit?’

‘Die ken ik niet. Maar ik weet maar al te goed wat een Haagvrouw is.’

‘En hoe weet je dat dan?’

Nicci’s blauwe ogen werden kil toen zij ze opsloeg om hem aan te kijken. Haar dodelijke woorden waren niet meer dan een fluistering. ‘Ben je nu al vergeten dat ik ooit een Zuster van de Duisternis was? Ben je vergeten dat mijn leven ooit in dienst was van de Wachter van de onderwereld? Dat ik ooit de Minnares van de Dood was?’