47

Met zijn zwaard nog stevig in zijn hand geklemd, sloeg Richard zijn vrije arm om Kahlans schouders. Zij legde zachtjes een hand op zijn rug, een gebaar waarmee ze zwijgend haar begrip toonde. Woorden waren niet nodig en op dit moment ook niet op hun plaats geweest.

Zonder het woord te richten tot de anderen die naar hem stonden te kijken, leidde Richard haar de kamer uit. Kahlan had talloze mensen gezien die op gewelddadige wijze om het leven waren gekomen en was er tot op zekere hoogte aan gewend geraakt. Ze had een schild om zich heen opgetrokken om het niet te voelen, maar sinds het einde van de oorlog was dat beschermende schild langzaam maar zeker afgebrokkeld. Toch waren gewelddadige sterfgevallen haar niet vreemd. Maar dit sterfgeval leek haar, veel meer dan anders, tot in het diepst van haar ziel te hebben geraakt.

Misschien was het omdat Catherine zwanger was geweest. Misschien had de aanblik van een ongeboren kind dat uit zijn moeder was gerukt en vermoord haar zo overstuur gemaakt. Misschien herinnerde het haar aan haar eigen ongeboren kind dat was gestorven nadat zij met geweld was aangevallen toen ze zwanger was. Ze deed haar best om haar tranen te bedwingen, hoewel ze eigenlijk vond dat Catherine, nu haar man er niet was om zich als een laatste daad van toewijding over haar stoffelijk overschot te ontfermen, op z’n minst verdiende dat er om haar werd gehuild.

Buiten de kamer bleef Richard even staan. Het kleed op de witte marmeren vloer was op de plek waar het bloed eronder was gelopen een beetje omhooggekomen, waarschijnlijk door de laarzen en de krachtsinspanningen van de mannen met de stormram toen zij hadden geprobeerd de deur open te breken.

Om de een of andere reden bleef Richard er roerloos naar staan staren.

Verbaasd boog Kahlan zich een beetje naar voren en toen zag ook zij iets, een soort afdruk in de donkere plooi onder het kleed.

Met de punt van zijn zwaard sloeg Richard het kleed naar achteren.

Daar, op de plek waar het kleed had gelegen, besmeurd met het bloed van koningin Catherine en het ongeboren prinsje, was een symbool in het glanzende marmer gekrast. Het symbool was cirkelvormig. Kahlan vond het op de afbeeldingen in het boek Regula lijken.

‘Weet je wat het betekent?’ vroeg ze.

Richard zag bleek. ‘Er staat: “Houd hen in de gaten.”’

‘“Houd hen in de gaten”?’ vroeg Nicci, op het symbool neerkijkend. ‘Weet je dat zeker?’

Richard knikte en wendde zich toen tot Benjamin. ‘Generaal, zie erop toe dat het lichaam van de koningin respectvol wordt behandeld. Voordat je de kamer schoon laat maken, wil ik dat hij zorgvuldig wordt geïnspecteerd. Onderzoek elke splinter, kijk uit naar voetafdrukken in het bloed om te zien of dit is aangericht door mensen of beesten. Kijk uit naar afgebroken tanden. Dieren raken soms tanden kwijt bij een woeste aanval. Zoek naar haren. Kijk uit naar alles wat ons kan helpen begrijpen wat hier heeft plaatsgevonden. Ik wil weten of het mannen of beesten waren die dit op hun geweten hebben.’

‘Natuurlijk, Heer Rahl.’

Richard wees met zijn kin. ‘De deuren aan de andere kant van de kamer komen uit op het terras. Dat is ongetwijfeld de plek waar de daders, wie of wat ze ook mogen zijn, zijn binnengekomen.’

Generaal Meiffert keek achterom door de kapotte deuren. ‘De kamer bevindt zich dicht genoeg bij de begane grond om via het terras binnen te kunnen komen, maar ik heb nog nooit gehoord dat er wolven op het plateau zijn gezien. Af en toe wat honden, maar geen wolven.’

‘Toch is hier iets geweest,’ zei Richard. ‘Misschien was het een meute honden. Zelfs gedomesticeerde honden doden wel eens mensen als ze zich bij een meute hebben aangesloten.’

De generaal knikte. ‘Ik zal er persoonlijk op toezien dat de kamer zorgvuldig wordt doorzocht.’

‘Ik moet nu dringend iets anders doen,’ zei Richard. ‘Zeg maar tegen de afgevaardigden dat we er vooralsnog van uitgaan dat de koningin is gedood door dieren – naar alle waarschijnlijkheid wolven of honden. Laat iedereen de deuren dicht en op slot houden. Je moet buiten ook maar wat mannen op wacht zetten, om uit te kijken naar alles wat verdacht is. Als je ook maar iets op vier poten los ziet rondrennen, dood het dan en onderzoek de maaginhoud.’

Toen de generaal een vuist tegen zijn borst sloeg, haastte Richard zich op een holletje weg. Even stonden Kahlan en de anderen verbaasd te kijken, maar toen renden ze achter Richard aan. Wachters die hem aan zagen komen gingen snel voor hem uit de weg.

Toen ze de mensen bereikten die er nog steeds van werden weerhouden verder de gangen in te gaan, lieten de bewakers iedereen ruim baan maken, zodat Richard en de anderen erdoor konden.

Enkele afgevaardigden trokken aan zijn mouw en wilden weten wat er was gebeurd en of er gevaar dreigde. Richard vertelde hun dat dit inderdaad het geval was en dat de soldaten ermee bezig waren, maar bleef niet staan om uitleg te geven of erover te praten.

Toen ze de gastenverblijven eenmaal achter zich hadden gelaten, liepen ze door deuren die altijd werden bewaakt het privégedeelte van het paleis in, het gedeelte waar het publiek niet mocht komen. Het was een hele opluchting even geen mensen meer om zich heen te hebben, even bevrijd te zijn van hun vragen en de beschuldigende blikken in hun ogen. Het kleine gezelschap nam de kortste route, door kamers die slechts werden verlicht door enkele lampen en kleine bibliotheken waar het enige licht afkomstig was van openstaande deuren of van zachte vuurtjes in open haarden.

‘Waar gaan we eigenlijk naartoe?’ vroeg Kahlan, die meteen naast Richard ging lopen toen ze een bredere gang bereikten.

‘Naar de laatste slaapkamer waar wij hebben geslapen.’

Terwijl Kahlan naar het geluid van hun voetstappen luisterde dat ergens in de verte weerkaatste, dacht ze even na.

‘Je bedoelt die slaapkamer waar we... iets hebben gezien?’

‘Precies.’

Even later liepen ze door de bekende gang. De muren waren bekleed met een houten lambrisering en om de zoveel meter stonden er sokkels met kristallen vazen vol tulpen. Halverwege de hal bevond zich de slaapkamer die Kahlan zelf voor hen had uitgekozen, de laatste slaapkamer waarin ze hadden geslapen voordat ze naar de Tuin des Levens waren verkast, niet lang nadat de vrouw die had geprobeerd Kahlan te vermoorden voorspelde dat zij zou worden verslonden door hetzelfde wezen dat haar kinderen zou hebben opgegeten. Duistere wezens, had de vrouw gezegd.

Duistere wezens die u besluipen en te pakken krijgen. U zult niet aan ze kunnen ontsnappen.’

Toen ze voor de deur van de kamer stonden, schopte Richard het vloerkleed weg.

Daar, verborgen onder het kleed, was nog een symbool in de glanzend marmeren vloer gekrast. In Kahlans ogen leek het precies op dat symbool dat besmeurd was met het bloed van Catherine en haar ongeboren kindje.

‘Hier staat precies hetzelfde,’ zei Richard, neerkijkend op het oude symbool dat in de vloer was gekrast. ‘“Houd hen in de gaten.”‘

‘Dit was de laatste plek waar we ons bespied voelden,’ zei Kahlan. ‘Ik vraag me af of Catherine ook heeft gevoeld dat er iemand naar haar keek.’

‘Wat ik wil weten is wie dit hier heeft aangebracht en hoe het kan dat niemand dat heeft gezien.’