46

Kahlan probeerde achter Richard aan te gaan, de kamer in, maar Cara, met haar Agiel in haar hand en vast van plan hem te beschermen, was haar voor. Voordat Kahlan haar kon volgen, sprong Nicci voor haar en voegde zich bij Cara. Beide vrouwen waren bang dat Richard zich halsoverkop in een gevaarlijke situatie zou storten. Kahlan, al net zo bezorgd, wist Benjamin voor te blijven en rende hen achterna, de duisternis in.

Een uitzinnige koning Philippe trachtte hen te volgen, maar werd tegengehouden door soldaten. Benjamin wist de koning ervan te overtuigen Heer Rahl en de anderen eerst de kans te geven om uit te zoeken wat er aan de hand was.

Eenmaal binnen bleef iedereen staan. Het was doodstil in de kamer.

Kahlan hield haar adem in om de stank van bloed niet in te hoeven ademen.

Over haar schouder kijkend, zag ze Benjamin in de deuropening staan, in afwachting van een teken dat er versterking nodig was. Aan de andere kant van de kamer, aan weerskanten van dubbele deuren, bolden doorschijnende gordijnen op in een zacht briesje, als spookachtige schimmen in het licht van de maan.

‘Je ziet hier geen hand voor ogen,’ fluisterde Cara.

Nicci ontstak een vlammetje, dat midden in de lucht boven haar handpalm bleef zweven. Ze vond al snel een kandelaar waar nog een paar kaarsen in stonden en zette hem overeind, waarna ze het vlammetje bij de kaarsen hield.

Toen het wat lichter werd, kon Kahlan eindelijk meer zien dan de vage gestaltes die zichtbaar waren in het maanlicht dat door de open deuren aan de andere kant van de kamer naar binnen kwam.

‘Lieve geesten,’ fluisterde ze in de akelige stilte.

Nicci vond een paar lampen tussen het puin, stak ze aan en zette ze op een tafel die nog overeind stond.

In het lamplicht konden ze eindelijk de volledige omvang van de verwoestingen zien. Overal lagen versplinterde meubelstukken op hun kop. Kussens lagen her en der verspreid door de hele kamer. De leren stoelen waren opengereten door klauwen of tanden. Kahlan wist niet welke van de twee.

Vlak naast haar stond een bank die rood was van het bloed. De muren waren besmeurd met bloedspetters en –vlekken, alsof het er in wilde razernij tegenaan was gesmeten. De hoeveelheid bloed in de kamer was beangstigend.

Aan hun voeten lag koningin Catherine, op haar rug. Haar hoofdhuid was gedeeltelijk van haar schedel gerukt. Lange groeven die zo te zien waren achtergelaten door slagtanden liepen dwars over haar blootliggende schedel en over het bovenste gedeelte van haar gezicht. Een groot deel van haar wang was weggescheurd. Haar ogen staarden, met een blik waarin de verlammende doodsangst nog zichtbaar was, zonder iets te zien naar het plafond.

Omdat de restanten zo doordrenkt waren met bloed, was het onmogelijk vast te stellen welke kleur haar japon ooit had gehad.

Catherines volledige middenrif was opengereten. Ze was bijna in tweeën gescheurd. De spieren van haar linkerbovenbeen, dat tot op het bot openlag, bungelden slap op de grond. Over het hele bot liepen lange groeven, waarschijnlijk eveneens veroorzaakt door slagtanden.

De vloer lag bezaaid met ingewanden. Het leek wel of ze was aangevallen door een hele horde wolven, die haar met hun tanden hadden verscheurd. Wat er van haar over was had bijna niets menselijks meer.

Kahlan voelde haar knieën knikken. Haar gedachten gingen onwillekeurig naar de vrouw die haar eigen kinderen had vermoord, de vrouw die zij met haar kracht had overmeesterd. Dit was precies wat de vrouw had voorspeld dat er met Kahlan zou gebeuren.

Toen zag ze, tussen de organen en ingewanden, opeens een kronkelende navelstreng op de grond liggen.

Aan het uiteinde ervan lagen de bloederige, roze resten van Catherines ongeboren kind. De kleine teentjes waren helemaal gaaf. De bovenste helft van het lichaampje ontbrak.

Voor zover Kahlan kon zien was het een jongetje.

Een prins.

Met een kreet van woede wist koning Philippe zich eindelijk los te rukken van de soldaten, die hem niet te hardhandig wilden aanpakken. Hij stormde de kamer binnen. Toen hij zijn vrouw zag liggen, bleef hij als verstijfd staan.

Toen schreeuwde hij het uit, een ijzingwekkende schreeuw zoals die alleen het gevolg kon zijn van het aanschouwen van zoiets gruwelijks, een schreeuw die de goede geesten de tranen in de ogen zou doen springen.

Richard sloeg een arm om de schouders van de man en probeerde hem voorzichtig weg te trekken van het vreselijke schouwspel.

Koning Philippe trok zich los en richtte zich in zijn razernij tot Richard. ‘Dit is uw schuld!’

Nathan hief een waarschuwende hand. ‘Daar is geen sprake van.’

De koning negeerde hem. Hij hief zijn zwaard en hield de punt voor Richards gezicht. ‘U had dit kunnen voorkomen!’

Richard, met zijn eigen zwaard nog steeds in zijn vuist geklemd en met de razernij ervan nog in zijn oogopslag, bracht het wapen langzaam omhoog en gebruikte het om de punt van koning Philippes zwaard opzij te duwen.

‘Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe je je moet voelen,’ zei Richard, met zoveel kalmte in zijn stem als hij kon opbrengen met het zwaard in zijn hand en de razernij ervan in zijn aderen. De gewelddadige dood aan zijn voeten maakte zijn eigen woede alleen maar groter. ‘Je woede en je pijn zijn volkomen begrijpelijk,’ zei Richard tegen hem.

‘Hoe kunt u dat nu weten?’ riep de koning. ‘U geeft niets om uw volk, anders had u ons wel geholpen door dit met behulp van profetie te voorkomen!’

‘Met profetie had dit niet voorkomen kunnen worden,’ zei Richard.

‘U hebt die drie prinsen weggestuurd vanwege een profetie! U wist het! U had dit kunnen voorkomen! U wilde dat dit zou gebeuren!’

Nicci hield de koning scherp in de gaten. Eén verkeerde beweging en haar macht zou zich op hem storten voordat hij goed en wel doorhad wat er gebeurde. Kahlan dacht niet dat de koning besefte welk dodelijk gevaar hem bedreigde, van de kant van Nicci, van Richard, van Nathan, en niet in de laatste plaats van Kahlan zelf.

‘U weet niet wat u zegt,’ waarschuwde Nicci. ‘U zoekt de schuldige in de verkeerde hoek.’

Hij richtte het zwaard op haar. ‘Ik weet heel goed wat ik zeg! Ik heb zojuist gehoord over die profetie die voorspelt dat er hier in het paleis met volle maan een prins ten prooi zal vallen aan slagtanden. Als Heer Rahl ons van die profetie op de hoogte had gebracht, hadden we maatregelen kunnen nemen om dit te voorkomen!’

‘En als jij niet op pad was geweest om achter profetieën aan te jagen,’ zei Kahlan, zelf ook met een ijzige klank in haar stem, ‘had je hier kunnen zijn om je vrouw en ongeboren zoon voor dit lot te behoeden. Zij zijn ten prooi gevallen aan die slagtanden omdat jij op zoek was naar profetie, terwijl je eigenlijk bij hen had moeten zijn om hen te beschermen. En nu probeer je de schuld van jezelf af te schuiven op anderen.’

Richard legde even zijn hand op Kahlans arm, alsof hij haar wilde zeggen de man met rust te laten. Natuurlijk had ze gelijk, maar het had op dit moment weinig zin om dat te benadrukken.

Richards medeleven leek niet tot de koning door te dringen. Hij richtte opnieuw zijn zwaard op Richard. Richard bleef de man strak aankijken, maar maakte geen aanstalten het zwaard weg te slaan. Wat de koning ook mocht denken, Kahlan wist dat hij nooit snel genoeg zou zijn. Wanneer Richard dat wilde, kon het zwaard in zijn hand bliksemsnel in actie komen en keihard toeslaan.

‘U hebt gefaald in uw plicht uw volk te beschermen,’ gromde de koning.

‘Hij doet alles wat hij kan om iedereen te beschermen,’ zei Kahlan, klaar om zo nodig de koning met haar eigen kracht neer te slaan.

Hij richtte zijn woedende blik op haar. ‘O ja? Waarom heeft hij ons dan niet verteld dat hij een omenmachine heeft gevonden?’

Richard knipperde met zijn ogen. ‘Wat?’

Koning Philippe trok zijn zwaard terug en zwaaide ermee in de richting van iedereen die buiten stond. ‘Iedereen weet het. De vraag is waarom u een dergelijke machine en alle waarschuwingen die ze heeft gegeven – profetie die alleen van de Schepper Zelf afkomstig kan zijn – voor ons hebt verzwegen.’

‘Wij weten nog helemaal niets van die machine, laat staan of ze bedoeld is om ons te helpen of juist om ons kwaad te doen,’ zei Richard. ‘We kunnen ons vertrouwen toch niet stellen in woorden die afkomstig zijn van een bron waar we niets van weten? Daarom...’

‘Waar ligt uw loyaliteit eigenlijk, Heer Rahl? Bij het leven of bij de dood? Wie dient u eigenlijk?’

Cara hief haar Agiel en hield hem voor het gezicht van de koning. ‘Nu begeeft u zich op erg gevaarlijk terrein. U hebt geen idee waarover u het hebt. Ik raad u aan wat beter op uw woorden te letten en geen dingen te zeggen waar u heel veel spijt van gaat krijgen.’

Richard duwde Cara’s arm voorzichtig omlaag. ‘Ik zou er alles voor over hebben gehad om dit te voorkomen,’ zei hij tegen de koning.

‘Alles behalve de waarheid.’ Philippes blik verliet Cara en keerde terug naar Richard. ‘Er gaan geruchten dat u niet meer in uw eigen slaapkamer durft te slapen en nu weten we waarom. En toch wilde u uw mensen niet waarschuwen voor het gevaar dat hier vrijelijk door het paleis waart. U bent uw verplichtingen tegenover ons niet nagekomen!’

Richard keek hem strak aan, maar zei niets. Kahlan wist dat het geen zin had om te proberen de man op andere gedachten te brengen. Zeker niet op dit emotionele moment, nu hij hier bij de vermoorde lichamen stond van zijn vrouw en ongeboren kind.

Koning Philippe knarste met zijn tanden. ‘U bent niet geschikt om het D’Haraanse Rijk te leiden.’

‘Ik zweer je,’ zei Richard, ‘dat ik erachter zal komen wie hiervoor verantwoordelijk is en erop zal toezien dat er gerechtigheid zal geschieden.’

‘Gerechtigheid? Ik weet al wie hiervoor verantwoordelijk is.’ De koning rechtte zijn schouders en stak zijn zwaard weg. ‘Ik herroep mijn trouw en die van mijn land aan uw regering. Wij erkennen u niet langer als de rechtmatige vorst van het D’Haraanse Rijk.’

Hij wierp nog een korte blik op het stoffelijk overschot van zijn vrouw, dat voor hem op de grond lag en sloot toen een ogenblik zijn ogen alsof hij zijn tranen trachtte te bedwingen, of wellicht een smartelijke kreet, of een aandrang om zijn zwaard weer te trekken.

Toen draaide hij zich om en stormde weg.