61

‘Deze situatie vraagt om een keuze en die heb ik gemaakt,’ zei koningin Orneta. ‘Mijn besluit staat vast.’

Het kleine gezelschap afgevaardigden keek elkaar aan. Hertogin Marple zette haar kopje op een laag tafeltje en boog zich naar voren terwijl ze opkeek naar Orneta. ‘Je wilt dus zeggen dat je werkelijk gelooft dat Heer Rahl en de Biechtmoeder instrumenten zijn van de Wachter? Serieus?’

Het viel Orneta op dat de vrouw eerder gechoqueerd klonk dan ongelovig. Haar ogen glinsterden van het plezier van zo’n kwalijke roddel. Sommige mensen genoten er nu eenmaal van om machtige personen omlaag te halen met schandaalverhalen over onsmakelijke zonden.

Orneta had absoluut geen belangstelling voor roddels of met modder gooien. Zij werd gedreven door belangrijker overwegingen. Zij trok zich alleen iets aan van verachtelijk gedrag als dat kwalijke gevolgen had voor haar en haar volk.

Anderen in het kleine gezelschap gaven fluisterend uiting aan hun bezorgdheid. Orneta had de afgelopen dagen serieuze gesprekken met deze mensen gevoerd. Zij behoorden tot de afgevaardigden die zich het meest zorgen maakten over profetie, die er vast in geloofden en die wilden dat ze zou worden ingezet om hen de toekomst binnen te leiden. Ze vonden het heel erg dat de Heer Rahl en de Biechtmoeder hen geen deelgenoot wilden maken van profetieën. Ze hadden het gevoel dat hun opvattingen werden genegeerd.

Orneta had er nooit iets van gemerkt dat profetie zo belangrijk was voor deze mensen, maar de laatste tijd was die een steeds grotere rol gaan spelen in hun leven. Zo was het haar zelf ook vergaan. Sinds het vrede was geworden, hadden ze meer zorgen gekregen over de toekomst.

Uit de vertrouwelijke gesprekken met Orneta en Ludwig had iedereen kunnen opmaken dat er maar één verklaring was voor het feit waarom Heer Rahl en de Biechtmoeder weigerden hen deelgenoot te maken van profetieën.

Orneta gebaarde naar Ludwig. ‘Zoals abt Dreier al heeft verteld, zijn er verschillende passages in profetieën ontdekt waarin Heer Rahl “de brenger des doods” wordt genoemd. Ik vind het niet prettig dit te moeten vertellen. En jullie hoeven mij ook niet op mijn woord te geloven. Hoewel het mij niet verstandig lijkt Heer Rahl naar het bewuste materiaal te vragen, is het wel degelijk beschikbaar. Indien jullie erop zouden staan het met eigen ogen te zien, is bisschop Arc, hoewel niet van ganser harte, bereid het jullie te tonen.’

De gedachte dat de Wachter van de wereld van de doden hun leiders beïnvloedde en voor zijn eigen doeleinden gebruikte, was natuurlijk verontrustend. De meesten wilden het niet geloven, maar de bewijzen logen er niet om.

‘Wie anders dan de Schepper, die alles heeft gemaakt, is in staat de toekomst te kennen?’ vroeg Ludwig. ‘En hoe kan de Schepper, die immers alles weet, ons, Zijn eigen schepselen, waarschuwen voor gevaren die Hij in onze toekomst ziet?’

Iedereen leunde met grote ogen naar voren. ‘Door middel van profetie,’ zei Ludwig in antwoord op zijn eigen vraag. ‘De Schepper gebruikt omina om ons te waarschuwen voor gevaren die alleen Hij kan zien. Dan is het toch duidelijk dat de Naamloze dit middel om ons te redden geheim wil houden? En dat hij juist diegenen onder ons die wij het allermeest vertrouwen, wil bezitten om die profetieën voor ons verborgen te houden en zich er op die manier van te verzekeren dat wij gemakkelijker in de armen van de dood belanden?’

Wat hij hiermee bedoelde lag voor de hand. Het achterhouden van profetieën kon alleen maar betekenen dat Heer Rahl en de Biechtmoeder de doeleinden van de Wachter dienden.

Het was een ontnuchterende conclusie die deze mensen bepaald niet lichtvaardig opnamen en die, zelfs voor de hertogin, verder ging dan lasterpraat. Orneta dacht dat ze misschien een kleine demonstratie van besluitvaardigheid nodig hadden om hen te helpen beslissen wat ze eraan moesten doen.

Ze pakte Ludwig bij zijn arm. ‘Zou je zo goed willen zijn bisschop Arc te laten weten dat wij graag zijn adviezen willen horen op het gebied van profetie? Laat hem weten dat sommigen van ons, net als hijzelf, profetie van vitaal belang achten voor onze toekomst en dat wij er graag van op de hoogte willen worden gehouden. Vertel hem ook dat, in ruil voor zijn hulp, ik in elk geval al heb besloten dat hij op mijn loyaliteit en dat van mijn volk kan rekenen.’

Het gefluister nam weer toe. Ook werd hier en daar goedkeurend geknikt.

Ludwig boog zijn hoofd. ‘Natuurlijk, koningin Orneta. Ik weet zeker dat bisschop Arc zich in uw woorden zal verheugen. Ik kan u namens hem verzekeren dat, wat de toekomst ons ook moge brengen, bisschop Arc en ik ons door profetie zullen blijven laten leiden, opdat wij bedacht zullen zijn op de gevaren die ons wachten op onze weg naar een welvarende toekomst voor iedereen.’

‘Deed Heer Rahl dat ook maar,’ zei ambassadeur Grandon. Hij trok aan zijn puntbaard en schudde spijtig zijn hoofd. ‘Wij kiezen geen partij in een conflict – we staan immers allemaal aan dezelfde kant – dus hoop ik oprecht dat Heer Rahl onze wens om ons aan te sluiten bij Bisschop Arc niet als een vorm van ontrouw zal zien.’

Er ging een instemmend gemompel op onder de aanwezigen. Ze wilden de kant kiezen van de profetie, maar waren uiterst voorzichtig wanneer het op verraad aankwam. Deze mensen waren loyaal aan het D’Haraanse Rijk, maar wilden ook dat D’Hara zich zou laten leiden door profetie.

Orneta legde haar beide handen op de brede marmeren balustrade en keek uit over de uitgestrekte galerijen van het Volkspaleis onder haar. Door de raampartijen boven haar hoofd viel het zonlicht naar binnen. Onder haar liepen de mensen door de zonovergoten gangen of stonden in groepjes bij elkaar, net als het selecte gezelschap hierboven in het kleine, maar comfortabele zitgedeelte van het balkon.

‘Verraad, bedoel je,’ zei Orneta, zonder achterom te kijken. ‘Dat is wat je eigenlijk bedoelt. Je bedoelt dat je hoopt dat Heer Rahl deze keuze niet als verraad zal zien.’

‘Ja, eigenlijk wel,’ zei Grandon. ‘Dat is niet hoe ik het zie en het is ook geenszins mijn bedoeling. Wij zijn nog steeds trouw aan het D’Haraanse Rijk en aan Heer Rahl, het is alleen dat...’

Ludwig, die al luisterend een slokje van zijn wijn nam, trok een wenkbrauw op. ‘Het is alleen dat als bisschop Arc Heer Arc was, hij geschikter zou zijn om de vrede te handhaven dan een Heer Rahl, die beter is in oorlog voeren.’

De ambassadeur hief een wijsvinger. ‘Goed gezegd. Wij zijn trouw aan het D’Haraanse Rijk en, zoals gezegd, aan Heer Rahl en de Biechtmoeder, die wij heel dankbaar zijn voor alles wat zij voor ons hebben gedaan, maar wij geloven dat bisschop Arc – of Heer Arc, zoals u voorstelt – met zijn brede kennis van en ervaring met profetie beter geschikt zou zijn voor het leiderschap. Aangezien hij zich daarbij laat leiden door profetie, is hij beter in staat de vrede te handhaven en ons te helpen het veiligste pad naar de toekomst te kiezen.’

Door de circa vijftien mensen die hier bijeen waren gekomen, werd hier en daar instemmend geknikt en gefluisterd in reactie op ambassadeur Grandons wijze woorden.

‘Zo denk ik er zelf ook over,’ zei Orneta. ‘Heer Rahl en de Biechtmoeder hebben hard gestreden om ons naar de overwinning te voeren. Ik... wij zijn hun veel dank verschuldigd. Ik vrees echter dat zij op een gegeven moment zijn bezweken onder de invloed van duistere fluisteringen, zodat het nu aan ons is om te handelen in het belang van onze volken. Het is onze verantwoordelijkheid ons nu over te geven aan de leiding van Heer Arc. Dat is de keuze die ik maak en die is definitief.’

Ambassadeur Grandon knikte vastberaden. ‘Het zij zo.’

Liever dan meteen zo’n moeilijke en definitieve keuze te maken, nam de hertogin eerst nog maar eens een slokje van haar thee. Anderen in het gezelschap gaven echter onmiddellijk plechtig blijk van hun instemming.

Orneta vond het prettig dat Ludwig zo’n verantwoordelijke functie had; hij was immers belast met het verzamelen en selecteren van profetieën uit alle mogelijke bronnen, die hij vervolgens aan bisschop Arc doorgaf opdat die ze als leidraad kon gebruiken bij het besturen van het gewest Fajin. Inmiddels leek het erop dat bisschop Arc in de hoedanigheid van Heer Arc beter het bestuur van alle landen op zich kon nemen en niet alleen dat van Fajin.

Toen Orneta opkeek van haar wijn zag ze in de verte een Mord-Sith in rood leer een hoek omkomen. Terwijl ze op hen afliep, was de blik van de Mord-Sith strak op Orneta gevestigd.