22

Het was doodstil geworden in de zaal. Niemand durfde met zijn ogen te knipperen. Niemand durfde zich te verroeren. Niemand durfde zelfs maar adem te halen.

‘Maar... maar...’ stamelde koningin Orneta ten slotte.

‘Niets te maren,’ zei Kahlan met een stem die al net zo dodelijk klonk als die van Nicci. ‘Profetie wordt niet altijd duidelijk geopenbaard in de bewoording. Profetie kan een verborgen betekenis hebben – dat heb ik jullie allemaal verteld. Zoals Nathan het ook al heeft verteld. En Heer Rahl.

Nathan en anderen die veel ervaring hebben in het ontrafelen van verborgen betekenissen in profetische teksten, zijn al een tijd bezig Heer Rahl met deze profetie te helpen, in een poging erachter te komen of er wellicht een kans bestaat dat er in dit geval een andere betekenis achter schuilt dan je op het eerste gezicht zou denken. Dat is de taak van profeten – de werkelijke betekenis van profetieën ontcijferen. Zoals Richard en ik jullie al herhaaldelijk hebben proberen duidelijk te maken, is profetie niet bedoeld voor leken en moet daarom worden overgelaten aan deskundigen.’

Een kanselier van een zuidelijk D’Haraans gewest, gekleed in een enkellange donkerblauwe mantel die rond zijn omvangrijke middel bijeen werd gehouden met een sierlijk bewerkte gouden riem, stak een vinger op. ‘Ja, natuurlijk hebt u gelijk, Biechtmoeder. Dat zien wij nu ook wel in. Misschien kunnen we beter...’

‘Echter,’ zei Kahlan op een heldere, messcherpe toon die hem meteen de mond snoerde, ‘soms betekent een profetie precies wat ze zegt.’

‘Maar kan het niet zo zijn dat deze een verborgen betekenis heeft?’ vroeg koning Philippe.

Kahlan keek de koning aan met de uitdrukkingsloze blik die ze zich, net als alle Belijdsters, al op jeugdige leeftijd eigen had gemaakt. Het was een gelaatsuitdrukking die een onveranderlijk deel van haar was geworden sinds de eerste keer dat ze haar macht had ontketend op een veroordeelde man en hem had bevolen de waarheid over zijn gruwelijke misdrijven te bekennen.

‘U wilde een profetie horen, zodat u zich, zoals u zelf zei, ervan kon overtuigen dat Heer Rahl en ik ons onderwerpen aan wat er volgens de profetie moet gebeuren. Zoals koningin Orneta het zo treffend zei: profetie dient te worden vervuld. Ze moet worden geopenbaard opdat de vereiste stappen kunnen worden ondernomen.’

Koningin Catherine, bij wie de tranen inmiddels over de wangen stroomden, legde een beschermende arm over haar ongeboren kind terwijl ze haar man aankeek. Hij kon haar niet recht in de ogen kijken.

Koningin Orneta’s houding veranderde van bezorgd in verontwaardigd. ‘Dit kunt u niet menen. Wij weigeren eenvoudig te geloven...’

‘Generaal,’ riep Kahlan.

Generaal Meiffert, die bij de muur had gestaan, stapte naar voren en begroette haar met een klap van zijn vuist tegen zijn gepantserde hart. ‘Biechtmoeder?’

‘Staan de executiepelotons klaar?’

Het woord ‘executie’ gonsde in angstige fluisteringen door de zaal.

‘Ja, Biechtmoeder. Wij zijn er klaar voor. De onthoofdingen kunnen nu meteen beginnen.’

Er brak paniek uit in de menigte.

‘Onthoofdingen?’ riep de kanselier uit. ‘Bent u helemaal gek geworden? Dit kunt u niet menen... Dit kunt u niet doen!’

Kahlan bekeek hem met de uitdrukkingsloze blik waarmee een Belijdster naar een veroordeelde kijkt. ‘De profetie verlangt het bloed van iedereen die hier aanwezig is. Daar is de tekst heel duidelijk in.’ Kahlan wendde zich tot Nicci. ‘Dat klopt toch?’

‘Jazeker, Biechtmoeder. Er bestaat geen enkele twijfel aan mijn vertaling.’ Nicci keek nogmaals in het boek. ‘Hier staat heel duidelijk: “Om nieuw leven voort te kunnen brengen en zich ervan te verzekeren dat het voorjaar gevolgd zal worden door voorspoed en veiligheid voor alle landen, dient het bloed van hun leiders hier te worden vergoten.”’

Kahlan keek weer naar de kanselier. ‘Ik kan u verzekeren dat onthoofdingen vrij bloederig zijn. De profetie zal dus worden vervuld.’

‘En u dan?’ riep koningin Orneta. ‘U bent ook een leider. Als dit over ons gaat, dan gaat het ook over u!’

‘Ik kies ervoor te geloven dat de profetie niet over mij gaat.’ Kahlan tilde haar hand op en wees ermee om zich heen. ‘Maar ze gaat duidelijk over u allen.’

 Op dat moment kwamen de mannen van het Eerste Rot, gekleed in lederen wapenrusting en maliënkolders, met wapengordels waaraan glanzende zwaarden, bijlen, messen en strijdknotsen hingen, naar voren van de achterkant van de zaal, waar ze zich onopvallend hadden verzameld. De soldaten begaven zich tussen de mensen en grepen hen bij hun armen, om ervoor te zorgen dat zij niet konden ontsnappen.

‘Als u maar niet denkt dat wij hier lijdzaam blijven staan toekijken!’ protesteerde de koningin.

‘Ik kan u vertellen,’ zei Kahlan op kalme toon, ‘dat dat ook niet nodig zal zijn.’

‘Zo mag ik het horen,’ snoof koningin Orneta verontwaardigd, terwijl twee mannen links en rechts van haar kwamen staan.

‘Bij een executie zoals deze zou het veel te lastig zijn als u staat.’ Kahlans stem klonk ijskoud. ‘U zult een voor een moeten knielen, zodat u uw hoofden op grote houten blokken kunt leggen. Vervolgens zal een beul snel en efficiënt zijn werk doen. Wij hebben een aantal ploegen klaarstaan en ik kan u verzekeren dat het allemaal snel voorbij zal zijn. De profetie zal worden vervuld. Door middel van uw opoffering zullen uw landen en volken veilig zijn. Zo wil de profetie het.’

Koningin Catherine kwam naar voren en stak haar arm omhoog terwijl ze de andere om haar buik liet liggen. ‘Maar mijn kindje heeft nog niet eens een kans gekregen om te leven.’ De tranen stroomden over haar wangen. ‘U kunt mijn ongeboren kind niet ter dood veroordelen!’

‘Catherine, ik heb je kindje niet ter dood veroordeeld. Je hebt zelf gezegd, en zeg het alsjeblieft als het niet klopt: “De Schepper heeft ons profetie geschonken, dus moeten wij ernaar luisteren.” Je begrijpt dus dat niet ik, maar de profetie dit van ons verlangt. In feite heb je, door zo aan te dringen op het naleven van profetieën, je eigen kind ter dood veroordeeld.’

Kahlan keerde de menigte haar rug toe en begon weg te lopen.

‘Wilt u nu zeggen dat u werkelijk van plan bent ons te laten onthoofden?’ riep de doodsbange kanselier haar achterna. ‘Dat meent u toch niet serieus?’

Kahlan draaide zich weer om. ‘Bloedserieus,’ zei ze, alsof het haar verbaasde dat hij aan haar woorden twijfelde. ‘We hebben op alle mogelijke manieren geprobeerd jullie er allemaal van te overtuigen dat profetie is bedoeld voor diegenen die het mysterieuze karakter ervan kunnen doorgronden, maar niemand wilde ons geloven. Ik heb de executiepelotons laten aanrukken voor het geval mijn allerlaatste poging om jullie te overtuigen ook zou mislukken en iedereen in plaats daarvan zou eisen de profetie aan te horen en ten uitvoer te brengen. Dat hebben jullie gedaan – niemand uitgezonderd – en derhalve rest mij niets anders dan jullie wens uit te voeren. Jullie hebben er immers zelf voor gekozen.’

De menigte werd opnieuw helemaal gek en protesteerde dat het nooit hun bedoeling was geweest het gezag van Heer Rahl te ondermijnen, of dat van de Biechtmoeder.

Toen rukte de kanselier zich los uit de greep van een soldaat en liet zich op zijn knieën vallen. Hij raakte met zijn voorhoofd de grond aan. Toen andere mensen begrepen wat hij deed, haastten ze zich om zijn voorbeeld te volgen. Al snel zaten alle afgevaardigden en vorsten, zelfs de zwangere koningin Catherine, op handen en knieën, met hun voorhoofd tegen de grond gedrukt. De soldaten die tussen hen in stonden deden niets om hen ervan te weerhouden.

‘Meester Rahl, leid ons. Meester Rahl, onderwijs ons. Meester Rahl, bescherm ons. In uw licht gedijen wij. In uw genade vinden wij beschutting. Uw wijsheid verootmoedigt ons. Wij leven slechts om te dienen. Ons leven behoort u toe.’

Het was de devotie voor de Heer Rahl die tot enkele dagen geleden honderden, zo niet duizenden jaren lang elke dag twee keer was opgezegd in het Paleis van de Profeten. Op Cara’s huwelijk had Richard iedereen verteld dat hun levens niet hem toebehoorden, maar henzelf en dat zij niet langer voor hem of voor wie dan ook hoefden te buigen. Ze hadden immers met vereende krachten de tirannie verslagen.

Maar ook al werd de devotie niet langer van hen verlangd, toch meenden zij kennelijk dat dit het geschikte moment was om zichzelf, en Kahlan, aan hun trouw te herinneren.

Kahlan liet het gezang nog even doorgaan alvorens te zeggen: ‘Sta op, mijn kinderen,’ de traditionele zin die door de Biechtmoeder werd gesproken wanneer mensen op hun knieën gingen om voor haar te buigen. Ze bekommerde zich maar zelden om die oude traditie.

Vandaag echter wel.

Op haar commando kwamen de mensen overeind. Ze waren veel stiller en keken opeens veel eerbiediger.

‘Biechtmoeder,’ zei een vrouw in een roze met crèmekleurige zijden jurk, ‘wij hebben eisen gesteld terwijl we hadden moeten luisteren. Ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik heb er spijt van. Ik weet niet wat ons bezielde, maar wij hadden het bij het verkeerde eind. U en Heer Rahl hebben dingen voor ons gedaan die niemand, en zeker geen enkele leider die wij ooit hebben gehad, ooit eerder had gedaan. Samen hebt u ons weggevoerd uit een wildernis van wanhoop en vertwijfeling. Wij hadden u moeten vertrouwen en ons moeten realiseren dat u altijd het beste met ons voor hebt gehad.’

Kahlan glimlachte. ‘Uw verontschuldigingen zijn aanvaard.’ Ze keek de menigte rond. ‘Zijn er misschien nog anderen die er hetzelfde over denken?’

De mensen bestormden het podium en riepen luidkeels hun instemming.

Kahlan liet hun onzekerheid niet onnodig lang voortduren. ‘Goed, dan lijkt het erop dat wij de executiepelotons voor niets hebben laten aanrukken. Als iedereen het ermee eens is de profetie aan ons over te laten, beloven wij ons best te doen de ware betekenis te doorgronden en te doen wat nodig is om u allemaal zo goed mogelijk te beschermen. Zo nodig tot onze laatste snik.’

Een aantal mensen, onder wie koningin Catherine, huilde van opluchting. Enkelen knielden voor het podium neer om de zoom van Kahlans japon te kussen. Het was niet iets wat haar goedkeuring kon wegdragen.

‘Zo is het wel weer genoeg,’ zei ze op zacht berispende toon. ‘Sta nu maar weer op.’

De menigte voelde zich alsof er een verschrikkelijke, beangstigende last van hun schouders was gevallen. Iedereen, zelfs koningin Orneta, toonde zich openlijk dankbaar dat de beproeving op deze manier was afgelopen. Het was wel duidelijk dat de meesten zich schaamden voor hun gedrag.

Ook Kahlan was blij dat de beproeving ten einde was.

Rijen mensen kwamen naar het podium om haar te spreken, haar persoonlijk te bedanken voor het feit dat zij van gedachten veranderd was en om haar ervan te verzekeren dat ze het aan haar en Richard overlieten naar eigen goeddunken om te gaan met alles wat met profetie te maken had. Zij boden een voor een hun excuses aan voor hun gedrag en beloofden nooit meer zo onaangenaam en onredelijk te zijn.

Kahlan nam de verontschuldigingen en toezeggingen van volledige medewerking minzaam in ontvangst en liet hun weten hun niets te verwijten en het ook in de toekomst nooit tegen hen te zullen gebruiken.

Toen de mensen de zaal uiteindelijk allemaal hadden verlaten, voegde Benjamin zich bij Kahlan, Cara en Nicci voor de tafel op het podium.

‘Je bent een uitstekende actrice, Biechtmoeder,’ zei Benjamin glimlachend. ‘Zelfs mij brak het zweet even uit, terwijl ik toch wist waar je mee bezig was.’

Kahlan slaakte een diepe zucht. ‘Bedankt voor je hulp, Benjamin. Jij en je mannen hebben jullie rol goed gespeeld. Jullie hebben ons geholpen een groot probleem op te lossen, ook al had ik hun medewerking liever op een andere manier verkregen.’

‘Maar het is je wel gelukt en nu is het gelukkig achter de rug.’ Hij keek haar peinzend aan. ‘Hoe ben je in vredesnaam op zo’n sluw idee gekomen?’

‘Het is een truc die ik ooit van Zedd heb geleerd, niet lang nadat ik Richard leerde kennen.’ Kahlan schudde haar hoofd, even afgeleid door verontrustende gedachten. ‘Maar ik ben bang dat het nog niet is afgelopen. We hebben het probleem slechts tijdelijk kunnen afwenden. Er is iets gaande wat niets te maken heeft met de werkelijke opvattingen van die mensen.

Ik ken veel van deze afgevaardigden. Het zijn goede mensen. Ze hebben ons allemaal bijgestaan in de donkerste uren van de oorlog en hebben gevochten met alles wat ze hadden. Velen hebben een gezin verloren. Allen zijn mensen kwijtgeraakt die ze kenden en van wie ze hielden.

Dit was gewoon niets voor deze mensen. Iemand, of iets, manipuleert hen. We mogen het probleem dan tijdelijk hebben opgelost, het is niet bij deze mensen ontstaan, dus zal het ongetwijfeld weer de kop opsteken.’

‘Kahlan heeft gelijk,’ zei Nicci. ‘Maar zelfs een goed mens kan zich laten meeslepen door de overtuiging van een menigte en er foute ideeën op gaan na houden.’

Cara fronste. ‘En je vervolgens een mes tussen je ribben steken.’

‘Dat moeten we zien te voorkomen,’ zei Nicci. ‘Tot we erachter zijn wat er werkelijk aan de hand is, vrees ik dat we alleen maar op de situatie kunnen reageren, omdat we haar niet onder controle hebben.’

Cara zuchtte instemmend. ‘Laten we hopen dat Heer Rahl alles snel tot op de bodem weet uit te zoeken.’

Kahlan wees naar het boek dat Nicci in haar hand had. ‘Wat is dat trouwens voor boek?’

Nicci hield het omhoog. ‘Dit? Toen je mij liet weten dat je mijn hulp nodig had en wat precies de bedoeling was, was ik niet in de buurt van een bibliotheek, dus ben ik de keuken maar in gedoken en heb dit meegenomen. Het is een kookboek.’

‘Nou, dat was dan een lekker profetisch receptje,’ zei Kahlan.

Nicci glimlachte flauwtjes. ‘Hadden we die twee vrouwen maar zo gemakkelijk kunnen tegenhouden voordat ze hun kinderen vermoordden.’

‘Dat is in elk geval wel bij die man gelukt, die juwelier,’ zei Benjamin.

Kahlan knikte. ‘Ik hoop dat Richard in de kerkers iets te weten is gekomen waar we wat aan hebben.’