20

Kahlan maakte zich geliefd bij de afgevaardigden door eerst een uitgebreid middagmaal te laten serveren. Op de tafels stonden schalen vol vlees, vis en wild en alle mogelijke zoetigheden. En er was een keur aan wijnen. Muzikanten speelden zachte, rustgevende muziek, terwijl bedienden met dienbladen vol kleurrijke, met honing gezoete nectardrank tussen de mensenmassa’s door liepen. Gasten pakten in het voorbijgaan de zware glazen met de populaire drankjes van de bladen.

Terwijl Kahlan uitkeek over de menigte, voelde ze een steek van eenzaamheid. Ze wenste dat Richard hier bij haar kon zijn. Ze miste hem. Maar hij had het druk.

Net als zij.

Terwijl ze rondliep door de krioelende menigte die zich te goed deed aan voedsel en wijn en nectardrankjes, nam Kahlan niet de tijd om zelf iets te nemen, maar glimlachte en begroette iedereen persoonlijk, hen bedankend voor hun aanwezigheid en er intussen op toeziend dat al hun wensen werden vervuld. Het personeel stond klaar om ervoor te zorgen dat het de afgevaardigden aan niets ontbrak.

Een aantal mensen begon over profetie en benadrukte hun overtuiging dat het een van de belangrijkste hulpmiddelen was om hen de toekomst binnen te leiden, erop aandringend dat zij en Richard er goed aan zouden doen meer aandacht te schenken aan wat dergelijke voorspellingen hun allemaal te zeggen hadden. Kahlan hoorde het geduldig aan en vroeg zo nu en dan vriendelijk om bepaalde uitspraken wat nader te verklaren.

Cara, die niemand vertrouwde, zelfs deze leiders uit het hele D’Haraanse Rijk en bondgenoten in de oorlog niet, bevond zich zelden meer dan een armlengte bij haar vandaan. Terwijl Kahlan door de zaal liep, werd ze meerdere malen aangesproken door mensen die zich afvroegen of de keuken ook dit of dat had. Kahlan trachtte het iedereen naar de zin te maken door zich onmiddellijk om te draaien naar bedienden, die nooit ver weg waren, en ervoor te zorgen dat iedereen op zijn wenken werd bediend.

Toen de uitgebreide lunch ten slotte ten einde liep, ging zij de afgevaardigden voor naar een aangrenzende ruimte, waar ze op een groot podium ging staan, zodat iedereen haar kon zien. Vanillekleurige muren, versierd met prachtig lijstwerk en met goud gegarneerde blauwe tapijten, gaven de ruimte iets vertrouwelijks en intiems.

Door een wand van openslaande deuren die naar het terras voerden, zag Kahlan dat de storm de hele wereld wit had gekleurd. Af en toe liet de wind het glas in de sponningen rammelen.

Nu de mensen lekker gegeten hadden en ontspannen waren, vouwde Kahlan, terwijl zij voor hen op het podium stond, haar handen ineen en wachtte rustig af tot de gesprekken verstomden en iedereen aandacht voor haar had. Vanuit haar ooghoeken zag ze Nicci binnenkomen. De tovenares gleed bijna ongemerkt tussen de mensen door tot ze bij een tafeltje vlak achter Kahlan stond. Achter de tafel stonden statige, hoge stoelen met gebeeldhouwde rugleuningen die eruitzagen als adelaars met uitgeslagen vleugels. Deze stoelen hadden Richard en Kahlan in het verleden gebruikt bij het ontvangen van petitionarissen, van wie velen zich nu in deze zaal bevonden. Cara, in haar rode leer, stond links achter Kahlan.

Kahlan haalde een keer diep adem en begon.

‘Ik weet dat velen van jullie zich zorgen maken over waar het naartoe moet in de toekomst. Ik heb gehoord dat jullie veel belangstelling hebben voor wat profetie ons daarover te vertellen heeft. Een aantal van jullie heeft die zorgen op een heel directe manier aan mij persoonlijk kenbaar gemaakt. Omdat ik begrijp dat wij allemaal belang hebben bij een gemeenschappelijke, succesvolle toekomst, wilde ik iedereen deze mogelijkheid bieden om zijn bezorgdheid uit te spreken.’

Kahlan wachtte tot iedereen glimlachte en ging toen verder. ‘Jullie weten allemaal dat er zich problemen hebben voorgedaan met mensen die menen bezocht te zijn door profetie. Verschillende van deze mensen hebben in hun angst dingen gedaan die absoluut onvergeeflijk zijn. Jullie hebben een van hen gisteren zelf gezien en gehoord wat zij haar kinderen heeft aangedaan als reactie op wat volgens haar een toekomstvisioen was. Helaas zijn haar kinderen nu dood en hebben geen enkele toekomst meer. Kennelijk kon de profetie hen dus niet helpen en heeft ze slechts geresulteerd in hun veel te vroege dood.

Dit is de reden waarom Richard vanmiddag niet bij ons is. Hij houdt zich met deze kwesties bezig, alsmede met enkele ernstige aangelegenheden die te maken hebben met profetie. Als begaafd tovenaar en de Heer Rahl behoort het tot zijn verantwoordelijkheden om deze kwesties tot een oplossing te brengen. Door alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd, weten wij allemaal dat hij meer dan geschikt is om zich van dergelijke taken te kwijten.

Toch wilde mijn echtgenoot aandacht schenken aan uw vragen en zorgen en daarom heeft hij mij gevraagd hier vandaag aanwezig te zijn om die zorgen aan te horen en eventuele vragen te beantwoorden.’

Kahlan spreidde haar handen. ‘Dus als iemand iets te zeggen heeft, doe dat dan alstublieft nu, nu wij hier allemaal bijeen zijn, zodat we eventuele misverstanden uit de weg kunnen ruimen en de kwestie kunnen oplossen.’

Iedereen keek tevreden.

Koningin Orneta liet er geen gras over groeien. ‘Wat wij willen benadrukken,’ zei ze, terwijl ze haar slanke blote armen over elkaar sloeg en naar voren kwam, ‘is dat profetie onze belangrijkste leidraad is.’

‘Profetie is niet onze belangrijkste leidraad,’ zei Kahlan. ‘Gezond verstand is onze belangrijkste leidraad.’

Met een kort handgebaar wuifde de koningin Kahlans opmerking weg. ‘Profetie toont ons wat wij moeten doen om ervoor te zorgen dat het onze volken in de toekomst goed zal gaan.’

‘Profetie toont ons volgens u dus wat er gaat gebeuren.’

‘Inderdaad,’ zei de koningin.

‘Maar als u gelooft dat het laat zien wat er gaat gebeuren, dan maakt het toch niet uit of u het weet of niet. U kunt immers niet veranderen wat er gaat gebeuren, anders zou het geen profetie zijn, maar een kwestie van gissen.’

Het gezicht van de koningin betrok. ‘Profetie is ons gegeven om ons te helpen, het wordt op magische wijze doorgegeven, om onze leidraad te zijn in de toekomst die ze onthult.’

‘Hoe dan ook,’ zei Kahlan, de menigte opnieuw geruststellend toelachend, ‘zoals ik eerder al opmerkte, er wordt aan gewerkt. Jullie hoeven je niet druk te maken over de complexiteiten van profetie. Behalve de Zusters van het Licht hebben we Nathan de profeet hier bij ons, die Richard helpt met alle profetische aangelegenheden. Verder hebben we nog andere begaafden, zoals Eerste Tovenaar Zorander’ – ze wees achter zich – ‘en tovenares Nicci. En dan heb ik het nog niet eens over Richard zelf. Op dit moment houdt hij zich met al die zaken bezig, omdat dat zijn plicht en verantwoordelijkheid is. Ik kan jullie verzekeren dat Heer Rahl zijn verantwoordelijkheid bijzonder serieus neemt.’

‘Ja,’ zei koningin Orneta, op geveinsd geduldige toon, ‘dat is ons inderdaad verteld.’

Kahlan haalde haar schouders op. ‘Wat zou u nog meer willen?’

De koningin hield één puntige elleboog vast, terwijl ze met haar andere hand nonchalant met haar juwelen halssnoer speelde. ‘Biechtmoeder, ik wil wat iedereen hier wil. Iedereen hier heeft onheilspellende waarschuwingen over de toekomst gehoord. Wij willen weten wat profetie daarover te zeggen heeft.’

‘Ik kan u verzekeren, koningin Orneta, dat wij dergelijke zaken bijzonder serieus nemen. Wij staan per slot van rekening allen aan dezelfde kant en delen een gemeenschappelijk belang in de toekomstige voorspoed van het D’Haraanse Rijk. Wat u echter goed moet begrijpen is dat profetie een zeer gespecialiseerd terrein is. Mensen die begaafd zijn op dat gebied en die er ervaring mee hebben, houden zich er op dit moment mee bezig. Zij doen er alles aan wat mogelijk is.’

De menigte zweeg en alle ogen richtten zich op de breedgeschouderde koning Philippe van het westelijke Middenland, die nu naar voren kwam. Hij was een held die stoutmoedig voor hun zaak had gestreden en reeds in een vroeg stadium trouw had gezworen aan het nieuw gevormde D’Haraanse Rijk. Hoewel menigeen in deze ruimte qua status zijn gelijke was, keek iedereen tegen hem op.

Hij droeg een gedistingeerde, kastanjebruine galamantel in militaire stijl, die perfect om zijn gespierde lichaam sloot. Op zijn heup, aan een brede, bewerkte, bruinleren riem, droeg hij een glanzend, gegraveerd ceremonieel zwaard dat rijkelijk was versierd met goud en zilver. Ondanks alle versieringen was het in zijn handen nog steeds een geducht wapen. Kahlan wist dat hij een verstandig leider was, maar ook dat hij een licht ontvlambaar karakter had.

Zijn echtgenote, Catherine, zijn immer aanwezige schaduw, schreed samen met hem naar voren. Zij droeg een prachtige donkergroene, brokaten japon, geborduurd met schitterende gouden blaadjes. Ze zag er oogverblindend uit. Hoewel zij een koningin was met evenveel gezag als haar man, had ze weinig belangstelling voor regeringszaken.

Ook was ze hoogzwanger. Kahlan wist dat dit hun eerste kind was en dat ze zich er beiden heel erg op verheugden nu de oorlog voorbij was.

Koning Philippe gebaarde om zich heen naar de verzamelde hoogwaardigheidsbekleders. ‘Wij zijn de leiders van de landen die samen het D’Haraanse Rijk vormen. Velen van ons hadden u eerder al trouw gezworen, Biechtmoeder, in het Middenland. Al onze mensen hebben gestreden, zijn gewond geraakt of gesneuveld om ervoor te zorgen dat wij hier vandaag als overwinnaars kunnen staan. Zij hebben het recht om, via ons, te horen welke vorm de toekomst gaat krijgen die zij met hun offers mogelijk hebben gemaakt. Namens hen, als hun vertegenwoordigers, behoren wij geïnformeerd te worden over wat profetieën ons te zeggen hebben, zodat wij erop kunnen toezien dat zij worden nageleefd en niet genegeerd.’

Achter koning Philippe steeg een instemmend gebulder op. Iedereen was het met hem eens.

Koningin Orneta, die haar informele leidersrol niet gaarne afstond, wuifde met een graatmagere arm in de richting van de menigte en verzocht om stilte. ‘Profetie moet worden gehoorzaamd. Wat wij willen, Biechtmoeder, is dat u ons vertelt wat de profetie zegt, zodat wij zelf kunnen zien of u haar wel in acht neemt.’

‘Maar ik heb zojuist met velen van jullie gesproken, jullie zorgen aangehoord en uitgelegd waarom profetie niet bedoeld is voor leken.’

De koningin glimlachte op die minzame manier die bij sommige vorstinnen een aangeboren talent leek te zijn dat grensde aan een zekere aanleg voor het theatrale.

‘Inderdaad,’ zei ze, met een blik op koning Philippe alsof ze hem duidelijk wilde maken dat hij haar het woord moest laten doen. ‘Maar wij hebben in onze eigen landen allemaal de duistere waarschuwingen gehoord van verschillende waarzeggers, diegenen met een bepaalde mate van profetisch talent. Dat is een van de redenen waarom wij allemaal zo graag aanwezig wilden zijn op deze bijeenkomst. Er gebeurt iets belangrijks – alle tekenen wijzen erop.

Wij willen weten welke duistere voorspellingen er worden geprofeteerd, zodat wij zodra deze storm ophoudt bericht naar huis kunnen sturen om onze mensen te waarschuwen dat zij zich moeten voorbereiden op dreigende gevaren. Profetie heeft geen enkele waarde als ze geheim wordt gehouden.’

Kahlan rechtte haar rug. Ze liet haar glimlach wegebben en zette haar Belijdstersgezicht op. Het talent van de koningin om een intimiderende verschijning te presenteren zonk in het niet bij dat van Kahlan.

De menigte verviel in een ongemakkelijke stilte.

‘Ik ben er nog niet zo zeker van dat jullie werkelijk profetieën willen horen.’

Koningin Orneta greep de kans die Kahlan haar zojuist had geboden om haar uitdaging in te trekken niet aan.

‘Biechtmoeder, wij stellen het geweldige maal dat u ons hier hebt aangeboden bijzonder op prijs. U bent een geweldige gastvrouw, maar wat wij werkelijk willen, wat wij eisen, is te worden geïnformeerd over wat profetie ons te zeggen heeft, zodat wij ons ervan kunnen vergewissen dat u en Heer Rahl zich onderwerpen aan wat er volgens die profetieën moet gebeuren.’

‘Inderdaad.’ Koning Philippe hief een vuist om alles nog eens te benadrukken. ‘Wij moeten zeker weten dat u en Heer Rahl precies zullen doen wat de profetie voorschrijft.’

‘Ah, dus u vindt dat wij ons moeten onderwerpen aan profetie, ongeacht wat die van ons verlangt, terwijl ik toch duidelijk heb uitgelegd dat het helemaal niet zo gemakkelijk is om een profetie alleen aan de hand van de inhoud te begrijpen? U houdt dus nog steeds vol dat het de woorden zelf zijn die een profetie definiëren en dat ze tot de letter moeten worden opgevolgd? Zo is het toch? En u vreest dat wij niet de kracht kunnen opbrengen om dat te doen?’

Een paar mensen in de ruimte lieten instemmende geluiden horen. Anderen knikten heftig. Vele anderen riepen door elkaar heen dat dat nu precies was waar het hun om ging.

Kahlan knikte treurig. ‘Daarover is iedereen het dus eens?’

De reacties maakten duidelijk dat dit inderdaad het geval was.

‘Profetieën moeten worden vervuld,’ zei de koningin toen het rumoer afnam. ‘Ze moeten worden geopenbaard en gehoorzaamd.’

Koning Philippe, die niet ver bij koningin Orneta vandaan stond, sloeg met een beslist gebaar zijn armen over elkaar om uiting te geven aan zijn instemming.

Kahlans dreigende blik gleed van koningin Orneta naar de zwangere koningin Catherine. ‘Kiest ook u profetie voor uw ongeboren kind? Ook nadat u hebt gezien wat profetie andere, onschuldige kinderen heeft aangedaan? Hoe het hun alleen maar pijn en een gruwelijke dood heeft gebracht?’

Catherine wierp een bezorgde blik in de richting van haar man, alvorens zich te vermannen en Kahlan met een kort knikje antwoord te geven op haar vraag. ‘De Schepper heeft ons profetie geschonken. Dus moeten wij ernaar luisteren, Biechtmoeder.’

Kahlan liet haar blik nogmaals over de menigte dwalen.

‘Weten jullie het allemaal heel zeker?’

Iedereen riep ongeduldig van ja. Sommigen schudden hun vuisten om hun overtuiging kracht bij te zetten.

‘Goed dan,’ zei Kahlan terwijl ze langzaam, droevig, haar hoofd schudde, ‘ik had gehoopt jullie ervan te kunnen overtuigen dat profetie en elk handelen dat erop is gebaseerd, moeten worden overgelaten aan de deskundigen op dat gebied, maar als jullie erop staan, rest mij geen andere keuze dan mij aan jullie wensen te onderwerpen.’

De afgevaardigden waren duidelijk blij dat ze eindelijk hun zin kregen, ook al werd hun enthousiasme enigszins getemperd door het gewicht van de verantwoordelijkheid die ze zo gewillig op zich namen.

‘Jullie krijgen je zin,’ zei Kahlan. ‘Jullie zullen te horen krijgen wat de profetieën jullie te vertellen hebben.’