82 Toronto

Sjef lag al drie uur op zijn buik op de grond om de plattegronden in te tekenen. Hij had een computerscherm achter de tekeningen gezet, zodat hij de camera's goed kon volgen. Steeds weer zette hij kleine aanwijzingen en streepjes op de vellen karton. Op alle drie de verdiepingen was een patroon ontstaan. Sommige deuren had hij rood getekend. Dat betekende dat hij zeker wist wat er achter zat. Van andere deuren had hij pas een vaag vermoeden, die waren oranje. Er waren ook nog onrustbarend veel deuren die helemaal geen kleur hadden. Daarover was hem nog niets bekend. Juist toen hij hoopte opnieuw een deur in te kunnen vullen schakelde het beeld weer naar de volgende vier camera's. Oom Cees keek naar hem.

‘Hoe gaat het, Sjef?’

‘Irritant. Elke keer schiet het beeld weer weg. Dan moet ik weer vier minuten wachten.’

‘Kan ik nog ergens mee helpen?’

‘Ja, misschien wil je dit laatste stuk van de gang op de eerste verdieping uitgummen en wat smaller maken. Kijk maar. Het komt zo in beeld. Er achter zit een soort toiletruimte. Daar komt-ie.’

‘Dat is geen toiletruimte,’ zei Oom Cees peinzend. ‘Dat is de wasruimte van een operatiekamer. Waar chirurgen en operatiezusters hun handen wassen, 10 minuten lang, zodat je handen helemaal steriel zijn. Dan moet daar vlak naast een operatiekamer zijn.’

‘Dat kan best wel kloppen,’ zei Sjef.

Het beeld verdween en de roldeuren kwamen aan de beurt.

‘Daar ben ik klaar mee,’ zei Sjef. ‘Hierna komt iets waar je ook eens naar moet kijken.’

Ze wachtten samen tot het beeld weer versprong.

‘Daar is het toch helemaal donker, Sjef?’

‘Dat dacht ik eerst ook. Maar als je goed kijkt zie je helemaal achterin een soort schemering. Een heel vaag licht.’

‘Oh, dat. Ik dacht dat het een storing was.’

‘Nee, het is licht. Het is ook op de eerste verdieping. Ik heb geen idee waar dat licht vandaan komt. Maar ik weet wel zeker dat het van de muur komt die grenst aan de grote operatiekamer.’

‘Waar die couveuse klaarstaat?’

‘Ja. Maar die komt over een half uur pas weer in beeld, omdat sommige camera's ook nog draaien. Dan zie je elke keer een ander stuk van de ruimte waar zo'n camera hangt.’

Weer schakelde het beeld verder.

‘Dat is de kantine,’ zei Sjef. ‘Daar zit diezelfde man die jouw computer aan het opzoeken is. Het lijkt wel of hij zit te eten met een collega.’

‘Dat is Luiz Perignon!’ riep Oom Cees. ‘Wat doet die nou in Lyon?’

Sjef keek hem verbaasd aan.

‘Ken je hem?’

‘Jazeker. Een beroemd chirurg, heeft een grote prijs gewonnen voor precies zoiets als nu met Bernadette en dat baby'tje te gebeuren staat. Mijn God. Daarna is hij tamelijk plotseling verdwenen. Het laatste was ik heb gehoord is dat hij helemaal corrupt is geworden. Hij is zeker in staat om een verdacht experiment te doen met gentransplantatie.’

‘Betekent dat ...’ Sjef kon niet over zijn lippen krijgen wat hij dacht. ‘Dan moet die plattegrond dus zo snel mogelijk klaar?’ Zei hij.

‘Eerst zullen Roos en Lucia het gebouw moeten vinden. Daarna hangt alles af van de plattegrond die jij daar ligt te maken.’

Opnieuw versprong het beeld en de wasruimte kwam weer in beeld. Ze zagen hoe de deur open ging en twee zusters in operatiekleding de ruimte binnen kwamen. Gemoedelijk keuvelend liepen ze naar de waskranen toe en begonnen hun handen en onderarmen te schrobben.

Oom Cees en Sjef keken elkaar aan. Geen van beiden zeiden ze iets. Er was ook weinig te zeggen. Het begin van de operatie was geen kwestie van uren meer. Nu begonnen zelfs de minuten te tellen.