53 Utrecht

Lucia ruimde de tafel af. Een bord met afgekloven kippenbotjes, de schalen van de friet, de appelmoes en de erwtjes, alles bracht ze keurig naar de keuken. Nikkie liep naar de bank en zette de televisie aan.

‘Ha, dus nu krijg ik koffie?’

‘Ja,’ zei Lucia. ‘Ik zorg ervoor. En omdat je kip gemaakt had krijg je ook speculaasjes.’

Ze kende de hele procedure. Het filterzakje, twee schepjes gemalen koffie, een flinke scheut water. Dan het kopje, melk, een suikerklontje. Voor zichzelf schonk ze een glas appelsap in. Langzamerhand begonnen haar handen steeds meer te trillen. Toen alles klaar stond diepte ze de twee witte pilletjes op uit haar broekzak en liet ze in de hete koffie glijden. Ze besloot eerst de koektrommel met speculaasjes naar de woonkamer te brengen. Daarna waren haar handen wat kalmer. Ze liep terug naar de keuken, zette alles op een dienblad, reikte Nikkie haar kopje aan en nestelde zich in de grote leunstoel. Toen hun favoriete programma bezig was zakte Nikkie langzamerhand onderuit op de bank. Ze begon steeds luider te snurken. Lucia legde voor de zekerheid een kussen onder haar hoofd. Van Nikkie zou ze tot de volgende morgen geen last hebben. Ze liep naar boven en schakelde meteen haar computer in. Het icoontje van Roos begon te knipperen.

‘Hee Lucia, hoe gaat het nou?’

‘Ik heb dat mens slaappillen gegeven. Ik moet even kunnen computeren.’

‘Oké. Ik weet echt niet meer wat ik denken moet. Volgens Annelies en Joost is alles in orde.’

‘Wat je maar in orde noemt. Dat mens is een soort nazikampbewaarder geworden. Maar ik durf niks te zeggen want ze heeft die foto van Tom en mij.’

‘Ik voel me zo ongerust. Ik wou dat ik naar Bernadette toekon.’

‘Weet Annelies waar ze is?’

‘Nee, vanwege die fans weet niemand het precies.’

‘Dan kunnen we toch niets doen. Laten we maar gaan slapen, misschien weet Sjef morgen meer.’

‘Ja, oké. Ik houd je op de hoogte als ik iets hoor. Maar ik vind het wel eng. Als er maar niets gebeurt vannacht.’

‘Ja, als er maar niets gebeurt.’

‘Nou, welterusten.’

‘Oké, welterusten.’

Zowel Roos als Lucia deden hun computer uit en gingen in bed liggen. Ze hadden allebei moeite om in slaap te vallen. En ze hadden geen idee hoe snel ze elkaar weer zouden zien.