9 Utrecht

In een mooi nieuw huis in een luxe buitenwijk van Utrecht zaten de ouders van Bernadette en haar zus Lucia in spanning te wachten. De tv was wel aan, maar geen van drieën keken ze naar het scherm. De uitzending van de finale van het European Talent Festival was uitgesteld en zou pas over 30 minuten beginnen. Ze wachtten op telefoon. Lucia, ruim een jaar jonger dan Bernadette maar nogal wat ongeduriger, kon er niet meer tegen.

‘Wat duurt dat toch lang. Waarom belt ze nou niet? Kunnen we háár nou niet gewoon opbellen?’

‘Misschien staat ze net te zingen,’ zei haar vader Martin. Hij zag er uit als een typische verstrooide professor in zijn vrije tijd, met zo'n klein rond brilletje, een vale wollen trui en half versleten slippers aan zijn voeten.

‘Als ze staat te zingen dan zal ze echt haar mobieltje wel uitzetten, wat denk je dan. Wat zijn jullie toch hopeloos ouderwets!’

‘Lucia, dat kan wel wat minder. Wij zijn ook zenuwachtig, maar dan hoef je nog niet zo tegen je vader te praten!’

Annelies keek haar dochter streng aan, maar begreep wel dat het voor Lucia allemaal teveel begon te worden.

‘Nou, laten we dan maar opbellen.’

De hele familie liep naar het oude telefoontoestel, dat op het bureau in de hoek stond. Ernaast stond de nieuwste aanwinst, een computer, de eerste die de familie had aangeschaft, omdat het voor het huiswerk van Bernadette en Lucia langzamerhand onmisbaar werd. Lucia pakte de hoorn van de telefoon.

‘Houd het wel kort hoor Lucia,’ zei Annelies. ‘Zo'n gesprek naar het buitenland is erg duur.’

‘Ik wil haar best met de computer bellen, dan kost het niks, maar dat willen jullie niet.’

‘Nee,’ zei Annelies, ‘Al dat gedoe met computers. Voor je het weet heb je ergens ineens schulden of ze stelen je bankrekening leeg.’

‘Ja hoor, de hele wereld wil jouw computer kraken. Natuurlijk,’ zei Lucia, terwijl ze razendsnel het nummer van Bernadette intypte.

‘Hallo, met Bernadette.’

‘Hee Berna, met Lucia.’

‘Ik wilde jullie net op gaan bellen. De uitslag is uitgesteld. Het ging heel lekker, maar volgens Ismael zijn die Russische rockers ook heel goed.’

‘Alweer Ismael. Je praat de hele tijd over Ismael. Heb jij soms iets met hem?’

Nog voordat Bernadette kon reageren onderbrak Martin haar.

‘Hoe vond je het gaan, Bernadette? Wij hebben erg genoten van je optreden.’

Martin en Annelies waren misschien ouderwets, maar ze waren wel toegewijde ouders. Martin was professor in de biochemie, en bovendien een erg goede pianist. Dat bleek ook wel, want de helft van de ruimte in de woonkamer werd ingenomen door een staande piano en een levensgrote Bösendorfer vleugel. Annelies speelde viool in het Utrechtse symfonieorkest. Bernadette had haar talent en opleiding niet van een vreemde.

‘Nou,’ zei Bernadette, toen ik begon was ik heel zenuwachtig. Maar ze begonnen al te klappen toen ik nog niet eens halverwege was!’

‘Het ging geweldig,’ riep Lucia. ‘Je zult zien dat je gaat winnen!’

‘Ik weet het niet zo zeker. Die rockers uit Rusland zijn er ook nog.’

‘Als je maar je best gedaan hebt, Bernadette,’ zei Annelies. ‘Dan heb je jezelf niets te verwijten.’

‘Gaan jullie straks ook kijken?’ vroeg Bernadette.

‘Ja, natuurlijk,’ zei Martin. ‘We willen wel zien wie er gewonnen heeft voor we morgen naar Engeland gaan!’

‘Oké,’ zei Bernadette. ‘Ik bel jullie straks weer op.’

‘Ja graag,’ riep Lucia. ‘Wij zetten de champagne alvast klaar.’

‘Goed plan,’ riep Bernadette terug. ‘Maak hem dan maar open als we elkaar aan de telefoon hebben!’

‘Tot straks en succes!’ zei Martin.

Lucia legde de hoorn van de telefoon terug.

‘Zouden die rockers dan toch gaan winnen?’ vroeg ze aan niemand in het bijzonder.

Annelies was al gaan zitten. Ze streek een lok van haar lange blonde haar uit haar gezicht, dat er vrijwel hetzelfde uitzag als van Bernadette. Grijsblauwe ogen, het gezicht een tikkeltje rond, bijna altijd een glimlach om haar mond, tenzij ze zich zorgen maakte. En als ze zich zorgen maakte ging dat meestal over iets moderns, zoals kinderen met muziek spelers op de fiets of computervirussen. Zo te zien maakte ze zich nu ook zorgen. Er stonden diepe rimpels in haar voorhoofd en de kraaienpoot rimpeltjes bij haar ooghoeken waren dieper dan normaal.

‘Echt gerust ben ik er toch nog steeds niet op, dat hele festival.’

‘Het is toch een unieke kans voor Bernadette?’ Zei Martin.

‘Ja,’ zei Annelies. ‘Dat weet ik wel. Maar ik heb vandaag Paolo nog gebeld, die directeur daar. Ik ben er gewoon niet gerust op. Misschien moeten we toch maar niet naar Manchester gaan.’

‘Ja, hallo,’ zei Martin, ‘Ik kan daar niet zomaar wegblijven. Ik moet een presentatie geven aan de universiteit. Wat zei die Paolo dan, dat je nu weer ongerust bent?’

‘Ik heb hem nog eens gevraagd over de andere deelnemers. Paolo zei dat die anderen allemaal een jaar lang allerlei voorrondes hebben moeten doen. Hoe kan het dan kloppen dat Bernadette een paar weken geleden ineens werd uitgenodigd, zomaar via onze oppas?’

Martin wist geen antwoord te geven. Er viel een geladen stilte, die doorbroken werd door Lucia.

‘Het gaat weer beginnen!’