23 Atlantische Oceaan

In het vliegtuig luisterde Sjef naar zijn lievelingsmuziek op de iPod. Hij keek uit het raam. Ze vlogen over Schotland. Hij kon de bergen en de meren zien liggen. Plots voelde hij een klopje op zijn schouder. De man naast hem gebaarde dat de stewardess met hem wilde spreken. Het was Angelique.

‘Sjef, we hebben net een bericht doorgekregen van je oom. Je mag eerste klas gaan zitten. Daar heb je veel meer ruimte en een stoel waarin je lekker kan slapen. Ga je mee?’

‘Maar dat is toch hartstikke duur?’ vroeg Sjef.

‘Je oom betaalt. Dus daar zou ik me maar geen zorgen over maken.’

De buurman bemoeide zich er mee.

‘Jongen,’ zei hij, ‘als je de kans krijgt om eerste klas te vliegen zeg je geen nee. Het is hartstikke luxe. Ik wou dat die oom van jou het mij aanbood.’

Sjef keek van Angelique naar de buurman en terug. Wel heel leuk, eerste klas, maar het kwam weer zo plotseling. Dat was soms het vervelende met oom Cees. Zelfs leuke verrassingen hadden altijd iets raars en je wist nooit precies wat je verwachten moest.

De buurman stond op om Sjef langs te laten.

‘Kom op, joh, altijd doen. Veel plezier. En als je me mist kom je maar een praatje maken!’

Hij lachte, terwijl hij Angelique een vette knipoog gaf. Die stond achter de buurman af te wachten.

‘Oké dan,’ zei Sjef. ‘Laat ik het maar doen.’

Hij pakte zijn spullen bij elkaar en liep achter Angelique aan naar de voorkant van het vliegtuig, naar een ruimte die Sjef nog nooit gezien had. Er stonden twaalf grote stoelen, van elkaar afgescheiden, en het zag er allemaal heel comfortabel uit. Maar er zat helemaal niemand.

‘Als je slaap hebt, kun je die stoelen helemaal plat leggen, dan lig je net zo lekker als thuis in je eigen bed,’ zei Angelique.

Ze keek weer net langs Sjef heen, wat hem steeds het gevoel gaf dat ze iets te verbergen had. Hij dacht eraan hoe Roos hem had aangeraden om wakker te blijven.

‘Maar ik heb niet zo'n slaap hoor,’ zei hij.

‘Dat is ook goed,’ zei Angelique. ‘Zoek maar een stoel uit. Ik zal toch even een deken voor je halen.’

Sjef ging zitten op een stoel vlak naast het voorste raampje. Tot zijn verrassing kon je bijna recht naar voren kijken. Sjef bedacht hoe spectaculair dat moest zijn bij het opstijgen en landen. Maar op dit moment was er overal alleen maar zee. En weer overviel hem dat gevoel van kleinheid. Het gigantische vliegtuig was maar een stipje boven die enorme oceaan. En hijzelf een stipje in het vliegtuig.

Angelique bracht hem de deken, legde hem uit hoe hij de film en de muziek kon aanzetten en verdween toen weer.

Sjef zette de koptelefoon op en drukte op wat knoppen tot hij zijn voorkeursmuziek had gevonden, Keltische folkmuziek met prachtige ijle vrouwenstemmen. Dat stelde hem wel op zijn gemak. Maar toen hij om zich heen keek zag hij dat Angelique het zware gordijn had dichtgedaan. Hij was echt helemaal alleen.