41 Elba

Emma zat op haar bed gitaar te spelen. Ze had nog niet de moeite genomen zich aan te kleden, want toen ze wakker werd had ze zomaar ineens een paar ideeën voor nieuwe nummers in haar hoofd. Ze had alleen even snel een ochtendjas aangetrokken. Haar lange zwarte haar was nog niet in staarten gevlochten, maar hing als een soort gordijn voor haar gezicht terwijl ze diep geconcentreerd luisterde naar de tonen die haar vingers uit de snaren haalden. Ze had het gevoel dat True Face weer een ballade nodig had, een wat langer liedje, waarin de tekst echt een verhaal vertelt. Ze begon te spelen in D mineur, haar lievelingsakkoord. Maar op de één of andere manier liep het niet lekker. Er begonnen flarden tekst door haar hoofd te dwarrelen, maar die leken wel ruzie te maken met de noten die ze speelde. Hoe langer ze het probeerde, hoe groter het conflict in haar hoofd werd. Uiteindelijk legde ze gefrustreerd haar gitaar op het bed. Ze zou het straks eens aan Bernadette vragen, die had vaak goede voorstellen over hoe de tekst en de muziek van een nieuw nummer het beste bij elkaar pasten. Voor de spiegel schudde Emma haar hoofd, haar haren wapperden breeduit, en vielen daarna als een satijnen sluier over haar schouders. Zou ze vandaag haar haren eens los laten, niet in staarten? Ze dacht even aan Ismael en Bernadette, hoe die twee de laatste tijd naar elkaar keken. Daar broeide iets, dat was duidelijk. Een beetje jaloers was ze wel. Na twee jaar van keihard werken voor haar muziek was ze best aan iets romantisch toe. Maar ja, met wie?

Op dat moment werd er op haar deur geklopt. Ze keek snel op de wekkerradio. Half elf.

‘Wie is daar?’ Riep ze.

‘Ik, Ismael. Mag ik binnenkomen?’

Emma liep naar de deur toe, de ceintuur van haar roze ochtendjas knopend. Ismael klopte alweer, nog voor ze het slot van de deur kon doen. Ze draaide de sleutel om, en binnen een ogenblijk stond Ismael binnen, zijn haren ongekamd, gekleed in een spijkerbroek en een vaal wit T-shirt. Hij zag er geschrokken uit.

‘Bernadette is weg!’ zei hij.

Emma keek hem verbaasd aan.

‘Hoezo weg? We hebben om twaalf uur repetitie. Dan kan ze toch niet weg zijn?’

Ismael schuifelde even verlegen met zijn voeten heen en weer. Hij keek naar de grond.

‘Ze is echt weg. Ik was even gaan kijken of ze zin had om te gaan zwemmen. Haar kamer is leeg, het bed is afgehaald, de kasten zijn leeg, geen koffers, alles is weg.’

‘Samen zwemmen? Hmmm, romantisch!’ Emma kon het niet laten Ismael even te plagen. Even knaagde het gevoel van jaloezie weer in haar buik. Toen keek Ismael haar aan.

‘Het is geen grap, Emma. Ze is echt weg.’

‘Misschien is ze gewoon vannacht naar een andere kamer gegaan. Misschien was er lawaai in haar kamer, of stonk het er of zo.’

‘Ik heb alle kamers gecontroleerd.’

‘Dat kan niet. Ze kan toch niet zomaar weg gegaan zijn. Ze heeft niks tegen ons gezegd!’

‘Dat bedoel ik. Die rockers uit Moermansk hadden me gewaarschuwd dat je in deze business niemand kan vertrouwen. Wie weet waar ze nu is.’

‘Heb je John of Louise al gevraagd?’

‘Die kon ik niet vinden.’

Buiten, juist onder het raam van Emma, klonk rumoer op straat. Emma en Ismael liepen naar het raam en hielden het gordijn iets open. Er stond een vijftigtal fans, die allemaal keken naar een busje dat aan kwam rijden. Emma en Ismael herkenden het busje waarin John hen naar de nieuwe repetitieplek had gebracht. Het busje stopte voor het gebouw en werd onmiddellijk omringd door de fans. John stapte uit en rende de trap op naar het bordes bij de voordeur. Toen draaide hij zich om naar de fans en vroeg ze met brede gebaren van zijn armen om stil te zijn. Blijkbaar luisterden ze naar iets wat hij zei, maar Emma en Ismael konden het niet verstaan achter het gesloten raam.

‘Ik ga me even snel aan kleden. Ik zie je over vijf minuten in de ontbijtzaal,’ zei Emma.

Een paar minuten later, toen Emma de ontbijtzaal binnenkwam, zag ze Ismael en John tegenover elkaar staan. Ismaels gezicht was helemaal rood en opgewonden, en John probeerde hem te kalmeren.

‘We zijn geen kinderen!’ riep Ismael, terwijl hij nog wat dichter bij John kwam staan, zijn vuisten gebald.

‘Dit slaat helemaal nergens op. Dit lijkt wel een ontvoering. We zitten in een band met haar en we kunnen haar niet bereiken? Belachelijk!’

Emma stapte gauw op de twee af en duwde Ismael wat naar achter.

‘Kalm nou, Ismael.’ Emma draaide zich naar John toe.

‘Wat is er aan de hand? Is Bernadette echt weg?’

John stak zijn handen naar voren met de palmen naar beneden, alsof hij de golven van een woeste zee tot bedaren wilde brengen.

‘Rustig nou toch,’ zei hij. ‘Ze is gewoon alvast naar Frankrijk. Ze gaat repeteren met die producer. Later deze week gaan jullie ook.’

‘Waarom heb je ons niet gewoon even afscheid laten nemen? Waarom kunnen we haar niet bereiken?’ Emma begon zich ook op te winden.

‘Heb je naar buiten gekeken?’ vroeg John. ‘Nu staan er vijftig. Vanavond misschien vijfhonderd. Dan komen jullie helemaal nergens meer aan toe. Straks ga ik op het bordes even met ze praten en uitleggen dat Bernadette alvast naar een andere studio is. Daarna gaan we repeteren. Die fans gaan hopelijk Bernadette zoeken. Dan hebben wij hier even rust.’

Ismael keek voorzichtig uit het raam. Er stonden tientallen auto's geparkeerd langs de weg en het aantal fans was inderdaad alweer gegroeid.

‘Ik wil vandaag nog met haar chatten!’ riep hij tegen John.

‘Dat zal niet gaan, het internet ligt hier plat. Alle lijnen zijn overbelast. En mobiele dekking is er niet.’

‘Shit!’ Ismael sloeg hard met zijn vlakke hand tegen de muur. ‘Ik vind het belachelijk.’

John keek op zijn horloge.

‘Ik begrijp dat jullie nog niet ontbeten hebben. Doe dat nou eerst, dan zien we elkaar over een uurtje in de repetitie ruimte.’

‘Oké,’ zei Emma. ‘Kom op Ismael. Even kalmeren nu. Straks kijken we verder.’

Emma duwde Ismael naar de buffet tafel, terwijl John stilletjes de ontbijtzaal verliet.

‘Ik vertrouw die vent niet,’ zei Ismael, terwijl hij, over zijn schouder kijkend, John de zaal zag uitlopen.

Emma zei maar niets. Ze wilde het liefst even rustig nadenken. Er kwamen flarden herinnering terug van hoe ze samen met Bernadette buiten bij het water plezier had gehad over hun beroemdheid. Dat leek ineens zo lang geleden en zo onbereikbaar. Ze had het rare gevoel alsof iemand de band tussen haar en Bernadette langzaam maar zeker doorknipte.