69 Toronto

‘Oom Cees’!

Sjef bonkte op de deur van de slaapkamer, maar er kwam geen antwoord.

‘Oom Cees, wakker worden, het is half tien.’

Het hele huis was stil, er was nergens een teken van leven.

‘Wakker worden!’

Oom Cees was waarschijnlijk laat naar bed gegaan, maar het was hoog tijd dat er weer wat actie kwam.

Sjef duwde de klink voorzichtig naar beneden en opende de deur langzaam, toch altijd nog beducht voor nieuwe, rare verrassingen. Maar alles was vredig. De slaapkamer zag er netjes opgeruimd uit. Mooi ingericht ook, met elegante meubelen, een simpel maar heel stijlvol Japans bed, met bijbehorende kasten, een stoel, een bureau met computer. Maar het bed was onbeslapen, keurig opgemaakt, zo netjes als in een hotel. Was Oom Cees dan weg? Verward ging Sjef terug naar de gang. Toen hij de trap naderde begon hij langzamer te lopen. De herinnering aan de eerste nacht in het huis van Oom Cees kwam zijn hoofd binnensluipen. Hij stond stil bij de trapleuning, terwijl hij terugdacht aan zijn angst en verbijstering toen Oom Cees en de chauffeur ineens met een pistool voor hem stonden. Het zou nog steeds goed kunnen dat Oom Cees in het complot zat. Bernadette was ontvoerd, Roos was op weg zonder dat ze enig idee had waar naartoe en wat haar te wachten stond. En misschien liep Sjef zelf ook gevaar. Wie zou hem ooit terugvinden als hij verdween in een stad zo groot als Toronto?

Als je Sjef nu had zien staan, voorovergebogen, met zijn handen op de balustrade rond het trapportaal, zou je hebben gedacht dat hij niet helemaal goed bij zijn hoofd was. Hij staarde voor zich uit, en stond zachtjes in zichzelf te mompelen. Als je nog dichter bij kwam zou je kunnen verstaan wat hij zei. Hij praatte tegen zichzelf, dat klopt. Maar hij zei verstandige dingen en luisterde goed.

‘Natuurlijk ben je bang,’ zei hij. ‘Dat zou iedereen zijn. Dus daar is niks mis mee. Het kan heel goed zijn dat je als een rat in de val zit, met de klem over je buik en je pootjes machteloos spartelend. Maar stilzitten helpt niet. Het enige wat je kan doen is doorgaan. Je kunt Bernadette niet in de steek laten en Roos ook niet. Dus de volgende stap is: uitzoeken waar Oom Cees is. Eerst naar de keuken, want je wilt niet opnieuw door die chauffeur verrast worden. En dan naar de regiekamer.’

Sjef knikte tegen zichzelf en kwam langzaam op gang. Net als de vorige nacht schuifelde hij behoedzaam en geluidloos de brede trap af, eerst naar de begane grond. De keuken was leeg en net zo keurig opgeruimd als de slaapkamer van Oom Cees. Er was geen spoor van de chauffeur te bekennen. Toen Sjef de trap naar de benedenverdieping afliep hoorde hij, steeds harder naarmate hij verder naar beneden liep, een repeterend elektronisch pieptoontje. Het deed hem nog het meest denken aan het piepen van een aftellend apparaat. Zoiets als van een elektronische tijdbom uit een televisie programma. Maar dat was toch te dol om waar te zijn? Oom Cees zou toch niet zijn eigen huis op gaan blazen? Hij sloop verder de trap af en keek voorzichtig om de hoek van de regiekamer. Daar zag hij de verklaring van het piepen.

Op het beeldscherm stond een eindeloze rij willekeurige letters met aan het eind een knipperend streepje. Elke keer als het streepje oplichtte klonk het piepje, ten teken dat de computer een nieuwe letter van het toetsenbord herkende. Wist de computer veel dat het toetsenbord alleen maar onzin produceerde, omdat Oom Cees voorover was gevallen? Aan de letters kon je zien hoe zijn hoofd lag. Vooral Q's en W's en A's, omdat zijn achterhoofd op de linkerhelft van het toetsenbord drukte.

Naast het toetsenbord stond een heel rijtje lege koffie kopjes en blikjes: cola, energie drank en ijsthee. Sjef liep op Oom Cees af en tikte op zijn schouder. Er kwam geen enkele reactie. Het gezicht van oom Cees was uitdrukkingsloos en bleek. Zijn linkeroog stond een klein beetje open. Sjef zwaaide met zijn hand voor het oog, een beetje bedeesd. Weer kwam er geen enkele reactie.

‘Oom Cees!’

Sjefs stem trilde van de spanning, en hij riep veel harder dan hij van plan was geweest. Maar dat maakte niet uit. Terwijl de computer onverminderd bleef piepen lag Oom Cees bewegingsloos op het toetsenbord en reageerde helemaal nergens op.

Dat was jammer. Want op de monitor ging net een nieuw scherm open. Er verscheen een rij codes met uitroeptekens erachter. En eindelijk de tekst waar hij al die tijd op had gewacht. In onopvallende grijzige letters verscheen op het scherm:

‘Task completed. Server identified. 7 JPEG streams found. Proceed?’

Met engelengeduld wachtte de computer op antwoord. Een druk op de enter-knop en hij zou de beelden van alle beveiligingscamera's van een geheim laboratorium in Lyon op het scherm zetten, voor iedereen die ze maar zien wilde. Maar Sjef had geen idee wat die tekst betekende of wat hij zou moeten doen.