43 Toronto

De chauffeur en Oom Cees bleven nog een paar seconden stil staan. Sjef had geen idee wat hij doen moest.

Toen keken de chauffeur en Oom Cees elkaar aan en knikten.

‘Oké,’ zei Oom Cees. ‘Dat staat er wel op.’

Hij liep met gespreide armen op Sjef af. Die stond stil, verbijsterd, aan de grond genageld, als een pasgeboren lam dat in totale verwarring voor het eerst daglicht ziet. Voor hij het wist had Oom Cees hem stevig omhelsd en alweer losgelaten.

‘Welkom in Toronto!’

De chauffeur greep Sjefs hand en stond er stevig aan te pompen.

‘Goed gedaan, jochie,’ zei hij. ‘Heel goed gedaan. Ik kan wel zien dat je familie van Cees bent. Prima acteerwerk.’

Oom Cees had ondertussen een stoel gepakt en begon aan wat knoppen van het grote regelpaneel te draaien.

‘Eens even kijken hoe het geworden is,’ zei hij.

Op de beeldschermen verscheen de scene die zich zojuist had afgespeeld, van Oom Cees en de chauffeur met het pistool die Sjef betrapten in de regiekamer. Het was opgenomen vanuit verschillende beeldhoeken, en je kon alle details prachtig zien. Het leek wel speelfilm kwaliteit.

‘Schitterend!’ zei de chauffeur.

‘Dit vond ik het mooiste,’ zei Oom Cees, terwijl hij weer aan de knoppen draaide. ‘Ik zou gezworen hebben dat je echt sliep. En dat litteken lijkt zo echt, ongelooflijk goed.’

Op de monitoren speelde nu een filmpje van Oom Cees die inbreekt in de slaapkamer van Sjef en naar het litteken op zijn wang kijkt.

‘Ik sliep echt, hoor!’ zei Sjef.

‘Toch staat het er goed op,’ zei de chauffeur. ‘Maar ik vond het eigenlijk het mooiste moment toen je zogenaamd voor het eerst het filmpje over Lucia zag. Nog voor je ging slapen.’

‘Ja,’ zei Oom Cees. ‘Dat is inderdaad prachtig. Laat me eens even kijken.’

Al snel had hij het materiaal gevonden, en Sjef zag ook weer in prachtige kwaliteit en vanuit allerlei hoeken hoe hij ontdekte dat Oom Cees griezelige filmpjes had.

‘Wist je dan dat ik je bespioneerde?’ vroeg Sjef, met verbijstering in zijn stem.

‘Ja, natuurlijk. En je deed het zo goed, soms kon ik haast mijn lachen niet houden. Maar ja, jullie hadden die filmpjes zo slim in elkaar gezet, ik vond dat ik ook wat moest doen.’

‘Filmpjes in elkaar gezet?’ vroeg Sjef. ‘Hoe kom je daar nou bij? Ik heb die dingen nooit eerder gezien.’

De chauffeur kwam lachend dichterbij en gaf Sjef een ferme klap op zijn schouder.

‘Je lijkt je oom wel. Die kan ook nooit ophouden.’

Maar oom Cees begon toch te twijfelen.

‘Zit jij dan niet in het project?’ vroeg hij aan Sjef. ‘En wie heeft dat litteken gemaakt?’

‘Wat voor project? Dat litteken is gewoon echt. Waar heb je het over?’

Het viel oom Cees nu pas op dat Sjef heel bleek was en dat hij van boven tot onder stond te rillen.

‘Nou gewoon, die filmpjes. Roos weet er toch ook van. Vanmorgen probeerde een vriendje van Roos nog in te breken in mijn computer. Toen heb ik voor de gein mijn webcam aangezet, dat ze me zogenaamd stiekem konden zien.’

‘Wie was dat?’

‘Sjaak. Die knul die weleens meevoetbalt als ik bij jullie logeer. Die altijd zijn bril recht zet als hij zenuwachtig is.’

‘Ik weet echt nergens van. Roos was de hele tijd nerveus, die had het gevoel dat er iets mis ging. Ze wilde maar liever dat ik niet naar je toe zou komen.’

Oom Cees schudde zijn hoofd.

‘Hoezo niet? Ik vind het heel leuk dat je hier bent. We gaan allemaal leuke dingen doen. Wat dacht Roos dan?’

‘Hoe zit het dan met die filmpjes? Er wordt van ons alle vier bloed afgenomen. Ik wist nergens van, ik had het niet eens gemerkt. Hoe kom jij aan die filmpjes?’ vroeg Sjef.

‘Gewoon, met een programma dat gezichten op foto's en filmpjes herkent. Ik wilde wel eens zien wat jullie tegenwoordig allemaal uitspoken. Toen heb ik gewoon het internet even doorzocht met zo'n programma.’

‘Maar wie heeft die filmpjes gemaakt?’

‘Geen idee. Ik had er eigenlijk niet op gelet. Maar we zullen het even opzoeken. Ik had ze eergisteren gevonden.’

Oom Cees bladerde door een serie computerschermen, op zoek naar de dingen die hij twee dagen geleden had bekeken.

‘Hier,’ zei hij. ‘Dit was het.’

Op het scherm verschenen weer de vier filmpjes. Oom Cees, Sjef en de chauffeur keken naar de regel waar meestal de afzender staat. Die was niet ingevuld.

‘Hmmm,’ zei Oom Cees. ‘Dat is raar. Zo te zien willen ze niet laten weten wie ze zijn.’

Hij draaide zich om naar Sjef en de chauffeur.

‘Hier ben ik wel even mee bezig. Als jullie nou eens een lekker ontbijt klaar maken, dan ga ik dit uitzoeken.’

‘Wat betekent dit allemaal?’ vroeg Sjef, die het ijskoud had gekregen en zijn armen om zijn lijf sloeg.

‘Ik dacht echt dat het een grap van jullie was,’ zei oom Cees. ‘Jij dacht dus dat ik in een of ander complot zat. Geen van beiden is waar. Wat er wel waar is, daar moeten we nu achter zien te komen. Geef me even een half uurtje. We zien elkaar aan het ontbijt. Oké? Jij hebt eerst een kop warme thee nodig.’

Sjef en de chauffeur knikten en liepen de regiekamer uit, de trap op en door de lange brede gang naar een prachtige grote keuken.

De chauffeur bond zichzelf een groot wit schort voor en haalde wat uitjes, tomaten, eieren en brood te voorschijn uit een levensgrote koelkast.

‘Ben jij ook de kok hier?’ vroeg Sjef.

De chauffeur lachte.

‘Ja, zoiets. Of butler, hoe je het maar wil noemen. Maar je oom is niet zo formeel. Noem me maar gewoon Budd.’

‘Oké,’ zei Sjef. ‘Ik ben Sjef. Maar dat wist je al.’

Even later zat Sjef aan de tafel met een kop thee voor zich. Budd was druk bezig met het bakken van omeletten en pannenkoeken, het zetten van koffie en het dekken van de grote gezellige tafel in een hoek van de keuken.

Na een paar minuten kreeg hij het te kwaad. Hij verontschuldigde zich en ging naar zijn kamer. Toen hij alleen was overviel hem opnieuw een rilaanval. Hij kroop onder de dekens en dacht na over de situatie. Het zag er niet meer naar uit dat hij gevaar liep. Maar Roos, Bernadette en Lucia waren ook gefilmd. Voorlopig was het belangrijk dat ze geen risico's zouden nemen, ook al waren ze nu nog veilig. Bernadette was op een festival onder het oog van de hele wereld. Roos was gewoon thuis. En Lucia was samen met Nikkie, de oppas die ze al haar hele leven kende. Toch was het waarschijnlijk wel een goed moment om ze allemaal even een e-mail te sturen, voordat er ergens iets mis ging.