58 Treinreis Lyon

Lucia werd veel vroeger wakker dan anders. Op haar wekker zag ze dat het nog geen half zeven was. Ze voelde zich erg onrustig en in plaats van verder te slapen besloot ze eerst maar eens beneden te gaan kijken. Tot haar opluchting lag Nikkie nog steeds op de bank te snurken. Goede slaappillen. Ze sloop meteen weer naar boven om haar e-mail te controleren. Toen ze het bericht van Roos gelezen had ging ze meteen aan de slag. Thuis blijven kon ze toch niet, met Nikkie die haar naar Frankrijk wilde brengen. Het zou best kunnen dat Roos gelijk had. Ze pakte etenswaren, een jas en wat kleren, dat was het belangrijkste. Kamperen was ze niet zo gewend, maar Roos zou wel voor dat soort dingen zorgen. Tenslotte sloeg ze haar spaarvarken kapot en pakte al haar geld en haar bankpasje. Een treinreis naar Frankrijk zou vast wel flink duur zijn. Om half acht kwam ze aan in de grote hal van het Centraal Station en ging meteen door naar de winkel voor internationale treinreizen.

Ze kwam in de rij te staan achter een dikke mevrouw met drie grote tassen. Die had allerlei ingewikkelde vragen en de man achter het loket was duidelijk blij toen hij van haar af was.

‘Ik heb twee kaartjes naar Lyon nodig,’ zei Lucia tegen hem.

‘Voor wie is het tweede kaartje dan wel?’

‘Voor mijn nichtje,’ zei ze. ‘Die komt zo meteen met de trein uit Leiden.’

‘Je lijkt me een beetje jong voor zo'n grote reis. Weten je ouders hiervan?’

‘Natuurlijk. Denkt u soms dat we op reis gaan zonder dat onze ouders het weten?’

‘Ja, hallo. Moet ik dat aan je neus zien of zo?’

‘Mijn ouders zijn al in Lyon. In een laboratorium. Mijn vader werkt daar voor proefdierenonderzoek.’

‘En je nichtje dan?’

‘Nou, we gaan daar logeren. Wilt u dat ik mijn vader even bel? Dat wil ik best doen hoor.’

Lucia deed net alsof ze op het punt stond een mobieltje uit haar tas te halen. Dat ze helemaal niet had, want ze zeurde er al drie jaar om, maar Annelies en Martin waren nou eenmaal geen mobieltjesouders.

‘Nee, nee. Zo is het wel goed. En je nichtje, weten haar ouders er ook van?’

‘Ja, natuurlijk. Anders zou ze niet mee mogen.’

‘En hebben jullie retourtjes of enkele reizen nodig?’

‘Enkele reis graag. Want we gaan met zijn allen met de auto terug.’

‘Willen jullie via Parijs of via Luxemburg?’

‘Wat het kortste is.’

‘Dat is Luxemburg. Dan moet je wel een paar keer extra overstappen.’

Lucia dacht na. Natuurlijk wist ze helemaal niet precies hoe de treinen via Luxemburg en Parijs reden. Maar Parijs klonk wel erg groot en griezelig.

‘Mijn moeder zei ook dat Luxemburg beter is.’

‘Zoals je wilt. Tweemaal enkele reis Utrecht Lyon via Luxemburg. Hoe wilde je betalen?’

Lucia slikte even toen de man de prijs noemde. Dat was een hoop geld. Ze maakte haar portemonnee open en zag dat ze wel genoeg bij zich had.

‘Hoe laat gaat de trein?’

De man keek nog even op zijn computerscherm.

‘Over drie kwartier. Op spoor 12. Die haal je makkelijk. Jullie moeten overstappen in Maastricht, Luik, Luxemburg en Metz. Het staat allemaal op dit reisschema.’

‘Dank u wel,’ zei Lucia. Ze pakte het wisselgeld, de kaartjes en het reisschema op.

‘Je ouders komen je toch wel ophalen in Lyon, hoop ik?’

‘Ja, natuurlijk. Weet u toevallig op welk spoor we aankomen?’

Weer keek de man op zijn monitor.

‘Spoor 5.’

‘Dank u. Dan kan ik ze nog even opbellen en dat alvast doorgeven.’

‘Nou, goede reis dan maar.’

‘Dank u wel.’

Lucia liep de winkel weer uit. Een kwartiertje later kwam de trein van Roos aan.

Zonder veel te zeggen liet ze de kaartjes zien. Roos knikte.

‘Over twintig minuten gaat onze trein.’

Weer knikte Roos. Ze zag er moe uit. Ze had die nacht bijna niet geslapen. Toen ze ingestapt waren en de trein weg reed viel Roos al gauw in slaap. Lucia keek nog even uit het raam. Maar door het monotone gedreun van de trein zat ook zij al snel te dommelen.