66 Lyon
Dokter Luiz Perignon en dokter Ricardo Jensen hadden zojuist de journaal uitzending over de ontvoering van Bernadette gezien. Ze zaten weer in de zithoek bij het raam met uitzicht op de rivier. Dokter Jensen zag er tevreden uit.
‘Perfect,’ zei hij. ‘Die politie commissaris was me nog wat schuldig. We staan nu quitte.’
Dokter Perignon knikte alleen maar. Toen er een piepje klonk, draaide hij zich om en pakte een afstandbediening. Het beeld van de televisie werd vervangen door opnames van wat een camera ergens in een grote en smetteloos schone garage leek. Er kwamen twee roldeuren in beeld. Boven de rechter deur begon een rode lamp te knipperen. Een zoemer ging, de roldeur begon zich te openen. De donkergroene BMW van de familie de Landon kwam achteruit binnengereden. Even later kwam Dominique de Landon de auto uit. Ze had Genia in haar armen. Ze huilde. De baby lag slap achterover met de ogen half open, zo te zien meer dood dan levend.
‘Ze zijn er. Kom!’
Dokter Perignon stond op en snelde naar de deur, gevolgd door dokter Jensen. Ze liepen langs het bureau van de secretaresse, en kwamen in een hoge lange gang van wat nog het meest op een groot oud schoolgebouw leek. Met de lift gingen ze naar de eerste verdieping waar ze door een gang liepen die er hetzelfde uitzag, met allerlei gesloten deuren. Boven een van de deuren knipperde een rode lamp. Dokter Perignon hield de deur open voor zijn collega en stapte toen ook de hal met de roldeuren binnen. Luiz wilde de familie de Landon welkom heten, maar Ricardo onderbrak hem.
‘Wacht even,’ zei hij, terwijl hij het magere polsje van Genia met zijn gemanicuurde vingers omvatte.
‘Ze moet meteen naar de bewakingsunit,’ zei hij. ‘De pols is veel te snel, haar hart begint het op te geven, opschieten.’
Binnen een mum van tijd was er een verplegersteam met een brancard ter plaatse, waarna de beide dokters, de familie de Landon en het team zich in vliegende haast naar de eerste verdieping spoedden. Achter één van de deuren bevond zich een complete intensive care unit voor kinderen. Het duurde maar een paar minuten voor Genia aan de hartbewaking en beademing lag. Al snel kwam er weer wat kleur op haar gezicht. Pas toen ontspanden Dominique en Olivier de Landon zich.
‘Gelukkig,’ zei Olivier. ‘Ik ben blij dat we zo snel terecht konden. Ze gaat hard achteruit, zoals u ziet.’
‘Ik zie het,’ zei Ricardo. ‘Welkom. Dit is een eerste klas bewakingsunit, jullie hebben voorlopig niets te vrezen.’
Dominique kon haar ogen niet van haar dochtertje afhouden, terwijl Olivier knikte, en dokter Jensen vragend aankeek.
‘Ach, neem me niet kwalijk,’ zei Luiz. ‘Dit is mijn collega Ricardo Jensen. Ik heb jullie over hem verteld. Hij is zonder twijfel de meest ervaren chirurg ter wereld op het gebied van de operatie die Genia kan redden. Ricardo, dit zijn Dominique en Olivier de Landon.’
Ricardo had alle tijd gehad om een speciale doktersglimlach op te zetten. Hij stak zijn hand uit en begroette het echtpaar de Landon. Zijn hand was warm en vertrouwenwekkend, zijn gezicht professioneel, vriendelijk en bezorgd tegelijk. Dominique voelde zich meteen op haar gemak en glimlachte naar Ricardo.
‘Bedankt dat u zich voor ons dochtertje in wilt zetten. Ons zoontje heeft het niet gehaald. We hopen heel erg dat we Genia kunnen redden.’
Ricardo keek haar ernstig aan.
‘Niets in de geneeskunde is zeker. Maar er is geen laboratorium in de wereld waar Genia betere kansen heeft dan hier, bij Dokter Perignon.’
Ondertussen had Olivier zijn hand op de onderarm van Luiz gelegd, en leidde hem weg van zijn vrouw en dokter Jensen.
‘Luiz, heb je nou een donor? Is het inmiddels zeker?’ fluisterde hij.
Dokter Perignon knikte.
‘Laten we naar mijn spreekkamer gaan. Dan kunnen we het één en ander door nemen.’
Even later lieten ze Genia achter in de kundige handen van het intensive care team. In de spreekkamer van Luiz werden een paar fauteuils bijgeplaatst door mannen in overall, er werd koffie gebracht en de speciale cappuccino voor dokter Jensen. Toen nam Luiz weer het woord.
‘We hebben inmiddels veel vooruitgang geboekt. Er is een donor. Ze is binnen en wordt gekoeld. We hebben ons hele programma omgezet. Vandaag doen we nog een experiment op een vrijwilliger. Morgen kunnen we de operatie met Genia doen.’
‘Echt?’ Dominique keek dokter Perignon vol verwachting aan. ‘Kan er niets meer tussenkomen?’
‘Nee,’ zei Luiz. ‘Niets meer. We willen alleen nog een paar procedures optimaliseren. Dat doen we vandaag. Maar alles is onder controle. Kijk maar even mee.’
Hij pakte de afstandbediening en drukte op een paar knopjes. Hij schakelde langs verschillende camera beelden, van de gangen, een laboratorium met allerlei mensen die in witte jassen experimenten aan het doen waren aan lange tafels met overal microscopen, en uiteindelijk een kamer die nog het meest op een mortuarium leek. Handvaten zaten aan deuren van roestvrij staal, op sommige deuren zaten etiketten en vellen papier met gegevens en grafieken. Twee mannen in operatiekostuum kwamen in beeld. Een van hen opende een deur en drukte op een knop, waarna een grote schuiflade naar voren kwam rollen. In de la lag een meisjeslichaam, ingerold in lakens, als een Egyptische mummie die in een science fiction film verdwaald is geraakt. Het gezicht was niet te zien. De andere man draaide aan wat knopjes op een regelpaneel tot hersengolven zichtbaar werden. Hij knikte. Voorzichtig draaiden de mannen samen het lichaam op de buik, en ritsten het laken open. De blote rug werd zichtbaar.
Een van de mannen zei iets onverstaanbaars tegen de plek waar de oren achter het laken moesten zitten.
Heel eventjes ving Bernadette flarden op van fel licht en iets van warmte. Het leek wel of ze al jaren in het donker had gelegen. Ze voelde hoe ze op haar buik werd gedraaid. De slangetjes op haar pols en in haar neus deden pijn. Alles was ontzettend zwaar. Ook haar oogleden. Het lukte met geen mogelijkheid om ze te openen. Ze herinnerde zich heel vaag dat ze in een auto zat en gesis hoorde. Maar ze had geen idee waar ze nu was. Het interesseerde haar ook niet. Ze wilde alleen maar liggen en slapen. Een onbekende mannenstem klonk ergens in de verte.
‘Bernadette! Bernadette!’
Ze probeerde iets te zeggen, maar er kwam geen enkele klank. Waarom was het toch zo vreselijk koud? Langzaam voelde ze zich wegzakken, tot ze helemaal niets meer hoorde, zag of voelde.
Dokter Perignon keek naar de hersengolven. Ze zagen er goed uit, dat kon je zien aan de reactie van Bernadette op haar naam. Onmerkbaar voor de anderen zuchtte hij en schakelde het beeld uit.
‘Waarom liet u de ruggenwervels zien?’ vroeg Olivier, duidelijk ongerust. ‘Het zou toch een nier zijn?’
Luiz probeerde zijn kurkdroge lippen in beweging te krijgen, maar Ricardo was hem voor.
‘We willen alleen het allerbeste voor Genia. Met de nier blijft er risico dat de transplantatie niet goed gaat. En in de huidige conditie van Genia krijgen we maar één kans om het goed te doen. Die kans is het best met ruggenmergcellen.’
‘Maar... dat betekent toch, ik bedoel...’ Olivier kon niet uit zijn woorden komen.
‘Ja,’ zei Ricardo. ‘Inderdaad. Er is geen keus. De nier is voor de donor minder belastend, als u begrijpt wat ik bedoel.
Helaas, daarmee zijn de kansen aanzienlijk minder goed. Uiteindelijk is de keus natuurlijk aan u.’
Dominique en Olivier zaten versteend op hun fauteuils.
Hun knokkels lijkbleek om de leuning geklemd, hun gezichten vol verbazing en twijfel. De zwaarte van hun beslissing drong tot hun door en geen van beiden wist iets te zeggen.
Ricardo greep de afstandbediening. Binnen een paar seconden kwam het beeld van Genia op de monitor. Ze zag er uit als een engeltje, in haar high tech bed, verbonden met allerlei machines, via tientallen draden en slangen. Een slapend engeltje met een veel te groot hoofd.
‘Er zitten natuurlijk consequenties aan de keus,’ zei Ricardo vervolgens.
‘Aan het gebruik van ruggenmerg zijn aparte complicaties verbonden. Het plan was dat de donor gevonden zou worden in een hotel in Parijs met een onverklaarbaar litteken, maar verder in goede conditie. Dat gaat nu niet. U begrijpt wat ik bedoel. Aan onze nieuwe keus zijn meer risico's voor het laboratorium verbonden en daardoor hogere kosten. Ik hoop dat u de ernst van de situatie ziet en dat de kosten geen bezwaar zijn.’
Dominique keek naar haar dochter op het grote scherm aan de wand en toen naar haar echtgenoot. Ze schudde haar hoofd.
‘Nee, de kosten, dat zal geen probleem zijn,’ zei ze, stamelend en nauwelijks verstaanbaar.
Ze probeerde overeind te komen maar voelde zich onzeker op haar benen. Olivier stond op en hielp haar.
‘Ik bel u zo meteen over de financiële afwikkeling,’ zei hij. ‘Ik denk dat we nu beter naar ons hotel kunnen gaan.’
Hij begeleidde zijn vrouw naar de deur, terwijl de dokters ook opstonden. Zonder dat iemand nog een woord zei, verliet het echtpaar de Landon de kamer. De deur viel achter hen dicht.
Ricardo's gezicht klaarde op. De vertrouwenwekkende glimlach was verdwenen. Er was een gulzige grijns voor in de plaats gekomen.
‘Dat is minstens vijf miljoen extra,’ zei hij. ‘Bingo!’
Luiz staarde voor zich uit en zei niets terug. De beelden van Patiëntje 17 en die van de blanke rug met de drie moedervlekjes van Bernadette zweefden afwisselend voor zijn geestesoog. Hoewel hij formeel de baas van het laboratorium was, had hij het gevoel dat hij geen enkele invloed meer had op de loop van de gebeurtenissen.