36 Leiden

‘Wat is dat voor een doosje?’ vroeg Mirte.

‘Dat is een losse harde schijf. Die sluit ik aan op de computer. Je mag kijken, maar je hebt beloofd dat je je kop houdt!’

‘Ja, dat hebben we beloofd,’ zei Roos.

‘Cool. Daar gaat-ie dan.’ Sjaak haalde een snoertje met twee stekkertjes uit zijn bureaula en stopte het ene stekkertje in zijn computer en het andere in de losse harde schijf. Daarna sloot hij de harde schijf aan op het stopcontact en zette de computer aan.

‘Oké, wat is je e-mailadres, Roos?’

Sjaak typte het adres van Roos en haar wachtwoord. Binnen een paar seconden zaten ze een paar oude e-mails van oom Cees aan Roos te bekijken.

‘Hier,’ zei Roos. ‘Dit is de laatste. Dat gaat over zijn nieuwe huis. Maar mijn vader en moeder vonden natuurlijk weer dat er niets aan de hand was.’

Sjaak opende een ander programma en schoof de e-mail ernaar toe. Een hele lijst met nummers verscheen op het scherm. Hij klikte op een paar nummers en die werden ineens rood.

‘Ja, die computer hangt momenteel aan het net. Dat betekent dat er iemand mee bezig is. Eens even kijken.’

Sjaak typte een aantal commando's en ineens verscheen er een rijtje beelden op het scherm.

‘Hee,’ riep Roos. ‘Dat is oom Cees. Heb je die foto's uit zijn computer gehaald?’

‘Nee, die komen gewoon van zijn website. Maar die vent ken ik wel. Die voetbalt toch wel eens met ons mee op het veldje?’ zei Sjaak.

‘Klopt,’ zei Roos. ‘Hij heeft alleen een andere bril op.’

‘Lelijk,’ zei Mirte. ‘Dat grote zwarte ding. Met die halfkale kop ziet hij er toch al zo oud uit.’

‘Die bril interesseert me niet. Wat is er nou aan de hand met die man? Wat willen jullie weten?’

‘Ik heb er gewoon een raar gevoel over. Sjef is naar hem toe gegaan en ik ben bang dat hij niet veilig is. Dat er iets akeligs gaat gebeuren.’

‘Is dat alles?’ vroeg Sjaak, terwijl hij zijn armen omhoog gooide in een gespeeld gebaar van wanhoop.

‘Ben ik daarvoor mijn hele fortuin in de waagschaal aan het stellen? Als mijn Pa hoort dat ik zit te breken in een andere computer neemt hij mijn complete apparatuur in beslag. Dan ben ik alles kwijt. En hij meent het want hij heeft me al een keer gewaarschuwd.’

‘Nou, doe niet zo dramatisch,’ kwam Mirte ertussen. ‘Roos heeft wel vaker dromen en gevoelens die uitkomen. Ze wist ook van tevoren dat haar ratjes dood zouden gaan.’

‘Dat zal wel,’ zei Sjaak. ‘Die zagen er natuurlijk ziek uit. Dat kan ik ook.’

‘Jij vertrouwt nooit wat, Sjaak. Roos is echt niet gek.’ Mirte had er genoeg van. Maar Sjaak deed zijn computerscherm uit en sloeg demonstratief zijn armen over elkaar.

‘Goed. Dan regelen jullie het zelf maar. Ik kan het risico niet nemen.’

‘Sjaak,’ zei Roos, terwijl ze hem aankeek, ‘Misschien was het van die ratjes ook wel toeval. Flipje was al oud, dat klopt. Bolle was kerngezond. Echt waar. Maar daar gaat het nu niet om. Wil je me gewoon een half uur helpen? Je hoeft me niet te geloven. Maar een half uurtje, wil je dat doen?’

Roos zag al snel dat ze succes had. De armen voor zijn borst, die als een stevig boerenhek op slot zaten, begonnen wat te ontspannen en zakten zachtjes naar beneden.

‘Als je wil kan Mirte op de gang op wacht gaan staan.’

Sjaak kuchte. Zijn handen waren langzaam verder gezakt. Roos wist dat ze nog één goede opmerking nodig had.

‘Maar misschien lukt het ook wel niet. Oom Cees is echt goed met computers. Ik zou het je niet kwalijk nemen als je het risico te groot vindt. Want misschien ontdekt hij wel dat jij aan het inbreken bent.’

‘Nou Sjaak,’ zei Mirte treiterend. ‘Ik geloof dat Roos haar vertrouwen in je een beetje aan het kwijtraken is.’

Ze lachte haar broer uit. En dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Sjaak sprong overeind en richtte een priemende wijsvinger op zijn zus.

‘Oké!’ fluisterde hij met dreigende stem. ‘Een half uur. Maar jij gaat op de gang staan, precies zoals Roos zei.’

‘Ah,’ giebelde Mirte. ‘Mijn broer wil met Roos alleen op zijn kamer zijn! Spannend!’

‘Eruit,’ siste Sjaak, die liever gebruld zou hebben, maar niet het risico wilde nemen dat zijn moeder hem zou horen.

‘Naar de gang. En geen flauwekul. Zodra er iemand de trap nadert sla je alarm.’

Roos zag dat de overwinning binnen was en wilde niet dat Sjaak en Mirte het met een ruzie zouden bederven.

‘Oké, Mirte. Jij gaat op de gang staan en waarschuwt ons als er iets dreigt.’

Mirte greep nog snel een zak drop van het bureau van Sjaak en snelde naar de deur. Sjaak wilde natuurlijk zijn drop terug hebben, maar Roos was hem voor. Terwijl Mirte de deur achter haar dicht deed, legde Roos zachtjes haar hand op zijn arm.

Toen Sjaak haar aankeek gebeurde er iets raars met Roos. Iets wat ze nooit eerder had meegemaakt. Een gevoel van warmte dat van haar hand zo de arm van Sjaak in leek te gaan. Ze keken elkaar veel te lang aan, allebei verbaasd dat ze hun ogen niet afwendden. Toen trok Roos voorzichtig haar hand terug en Sjaak keek naar de grond.

‘Laten we maar aan het werk gaan,’ zei hij.

Al snel was Sjaak weer met de computer aan de gang. Op het scherm verschenen lange rijen getallen met allemaal puntjes ertussen waar Roos helemaal niets van begreep. Sjaak zat ingespannen naar de getallen te turen, maar blijkbaar was hij niet tevreden. Totdat er ineens een knipperend getal voorbij kwam. Sjaak zette het scherm stil en typte een paar commando's in. Na een paar seconden werd het getal fel rood. Hij dubbelklikte op het getal en ineens was levensgroot het hoofd van oom Cees te zien.

Er stond een grote grijns op zijn gezicht en hij knikte alsof hij ergens heel tevreden over was.

‘Je hebt hem, hè?’ vroeg Roos.

‘Ja,’ zei Sjaak. ‘Dit is zijn webcam. Maar ik ben benieuwd waarom hij zo grijnst. Er moet iets op zijn scherm te zien zijn.’

‘Kunnen wij dat hier ook in beeld krijgen?’ vroeg Roos.

‘Ik ga het proberen,’ zei Sjaak.

Hij tuurde met nog meer inspanning naar het scherm. Er kwamen eindeloze reeksen tekst langs, in onbegrijpelijk computer jargon.

‘Hier moeten we denk ik zijn,’ zei Sjaak ineens. Hij selecteerde een aantal van de tekstregels en schoof ze naar een ander programma toe, waar het hoofd van Oom Cees nog steeds in beeld was. Deze zat met plezier te kijken naar iets op zijn scherm, en waande zich onbespied. Hij peuterde zelfs in zijn neus, op een manier die je alleen maar doet als je denkt dat helemaal niemand je ziet.

Ineens werd het beeld van Oom Cees half zo groot en een tweede venster kwam in beeld. Daarop was een filmpje te zien. Een energieke slanke man in een smetteloze laboratoriumjas sprak een zaaltje wetenschappers toe. Roos en Sjaak herkenden dat het in het Frans was, maar konden er nauwelijks iets van verstaan. Terwijl het filmpje doorging, fluisterde Roos tegen Sjaak:

‘Oom Cees kan heel goed Frans. Hij heeft in Frankrijk gestudeerd, hij kan het vast en zeker allemaal verstaan.’

Sjaak knikte en bleef naar het scherm kijken. Daarop veranderde het haarscherpe beeld van de wetenschappers ineens, en maakte plaats voor een schokkerig filmpje, blijkbaar opgenomen met een verborgen camera.

Een jongen speelde met vuurwerk en raakte gewond toen het misging. Een man kwam in beeld die wat bloed van de wang van de jongen veegde en het watje in een buisje met een rode dop stopte. Roos en Sjaak zaten aan hun stoelen genageld. Want de jongen was overduidelijk Sjef. Maar het ergste was het gezicht van oom Cees. Op het moment dat het bebloede watje in het buisje werd gestopt kon je zien dat hij opgelucht was, en het leek wel of hij vol bewondering zat te kijken. Alsof hij blij was dat het bloed van Sjef veilig opgeborgen was en de manier waarop het verkregen was heel slim vond.

Ineens hoorden ze voetstappen naar de deur komen. Mirte klopte en stormde de kamer binnen.

‘Ik denk dat Pa eraan komt. Ik hoorde de garagedeur!’

Sjaak sloot meteen zijn computer af.

‘Oké, wegwezen jullie. En denk erom hè, koppen dicht! Ik zal straks uitzoeken wat dat filmpje bij die oom Cees te betekenen heeft.’

Mirte en Roos knikten. Ze stonden al bij de deur.

‘Bedankt, Sjaak,’ zei Roos.

Hij kuchte en zette zijn bril weer recht.

‘Ja, dat is goed. Maar koppen dicht!’

Roos nam snel afscheid van Mirte en haar moeder, en was de deur uit voor Mirtes vader aankwam. Ze wilde naar huis en met haar ouders de situatie bespreken. Maar ze durfde niet te vertellen dat Sjaak in de computer van Oom Cees had ingebroken. Toen ze binnen kwam zaten haar ouders rustig een film te kijken.

‘Ha Roos, alles goed?’ vroeg Herma.

Roos ging zitten.

‘Ik maak me nog steeds heel erg zorgen over Sjef,’ zei ze. ‘Ik heb er de hele nacht van wakker gelegen.’

Joost zette de film stil.

‘Ach Roos, dat is heel begrijpelijk. Het is nogal wat dat je broer voor het eerst in zijn eentje zover weg is. Het is heel gewoon dat je dan ongerust bent.’

‘Ja, joh,’ zei Herma. ‘Daar hoef je je echt geen zorgen over te maken. Het zou erger zijn als je niet ongerust was. Morgen bellen we hem op en dan zal je zien dat alles in orde is.’

Roos zei maar niets meer. Het beeld van het bebloede watje spookte door haar hoofd. Ze leunde achterover op de bank en zakte langzaam in de kussens. Haar hersens draaiden nog op volle toeren, maar haar ogen werden zwaar. Terwijl Bernadette bezig was beroemd te worden, was Sjef misschien wel in gevaar. Door toedoen van zijn eigen oom. En zonder dat ze iemand kon waarschuwen die haar geloofde. Midden tussen haar gedachten zakte ze langzaam in slaap. Herma en Joost glimlachten. Joost pakte Roos voorzichtig op en droeg haar naar boven, naar haar bed, zoals hij zo vaak gedaan had toen ze nog een klein kind was. Ze werd niet wakker. Voordat hij het licht uitdeed stond hij nog een tijdje naar haar gezicht te kijken. Roos was een echte schat, altijd bezorgd om andere mensen. Maar als je teveel met mensen meeleeft kun je soms domme beslissingen nemen, dat hadden Joost en Herma in hun psychologische praktijk vaak genoeg gezien. Gelukkig was tot nu toe alles goed afgelopen. Joost drukte een kus op het bleke voorhoofd van zijn dochter. Toen liep hij zachtjes de trap af, nam een slok wijn en zette de film weer aan. Er hing een heerlijke rust in huis, en daar genoot Joost intens van. Nog even en ze zouden Cees bellen en horen hoe het met Sjef ging. Hoe kon Joost nou weten dat er een onrustbarende email van Lucia zat te wachten in de in-box van Roos? Of dat Sjef helemaal niet zo'n fijne reis had gehad?