74 Elba

De man met de officiële pet keek beduusd toen hij de gezichten van Ismael en Emma zag.

‘Maar,’ zei hij, ‘jullie zijn toch van de tv? Van de begeleidingsband van Bernadette? Van dat festival?’

‘Nou,’ antwoordde Emma vinnig, ‘niet zomaar een begeleidingsband. Wij waren er eerder dan Bernadette, hoor.’

‘Oh, sorry,’ zei de man. ‘Maar wat doen jullie dan hier? Jullie zijn toch in Frankrijk?’

‘Zo te zien niet,’ zei Ismael. ‘Maar we moeten er wel naar toe. Kunt u ons helpen?’

De man zette zijn pet af en krabde zich op het hoofd.

‘U herkent ons toch?’

De man knikte.

‘Dan ziet u toch dat we niet in Frankrijk zijn?’

Weer knikte de man. Toen keek hij verward naar Emma, naar Ismael en naar de grote televisie in de hoek van de hal. Hij schudde zijn hoofd en keek op een klok. Het was een paar minuten voor vier. Hij liep op het apparaat af en zette het aan. Na een paar reclames begon het nieuws en dat viel met de deur in huis. Het ging meteen over True Face.

Er werden een paar stukken getoond van repetities en van de optredens in Hotel Desirée. Ismael zat aan zijn stoel genageld toen hij Bernadette in beeld zag. De commentaarstem vertelde over de ontvoering van Bernadette.

‘De overige leden van de band zijn wanhopig. De finale is al over vier dagen, maar inmiddels ontbreekt van Bernadette nog steeds ieder spoor.’

Vervolgens kwam de politiecommissaris uit Orange in beeld. Hij keek ernstig.

‘Alle opsporingsteams zijn in staat van paraatheid gebracht, en we laten niets aan het toeval over,’ zei hij. ‘Maar we moeten ook realistisch zijn, en rekening houden met de mogelijkheid dat Bernadette niet meer in Frankrijk is.’

Juist toen Emma en Ismael dachten dat het onderwerp afgelopen was, kwamen ze tot hun verbijstering zelf in beeld. Ze zagen er ernstig uit en gaven commentaar op de situatie, althans zo leek het.

‘We gaan er gewoon van uit dat het goed komt. Zodra Bernadette er is gaan we keihard aan het werk,’ zei Ismael op het scherm. En meteen erachteraan kwam een stukje interview met Emma.

‘Natuurlijk is het een uitdaging, zo kort voor het optreden. Maar we zijn allemaal professionals, en we zijn vol vertrouwen. Wij gaan dit festival winnen.’

In de hal van het hotel zaten Emma en Ismael elkaar met open mond aan te kijken.

‘Zie je nou wel,’ zei de man met de officiële pet. ‘Dat was een uitzending uit Frankrijk.’

‘Maar dit is drie weken geleden opgenomen, toen we net gehoord hadden dat we een nieuwe zangeres zouden krijgen. Toen kenden we Bernadette nog niet eens!’

‘Waarom zijn jullie dan niet in Frankrijk? Daar gingen jullie toch repeteren? Ik snap er nou niets meer van.’

Ismael zuchtte.

‘We moeten nou juist naar Frankrijk toe. We zijn op zoek naar Bernadette! Snap dat nou toch!’

‘Dat zal voorlopig niet gaan, denk ik.’

‘Hoezo? Jullie hebben hier toch vliegtuigen?’

‘Nee nee, dat gaat echt niet.’ De man met de officiële pet schudde hartgrondig zijn hoofd.

Emma zag hoe het gezicht van Ismael begon te betrekken.

‘Waarom niet? Snap je niet wat er op het spel staat?’

De man trok een bedenkelijk gezicht en schudde nog eens nee.

Toen sprong Ismael overeind. Hij stak een halve kop boven de man uit. Hij greep hem bij de revers van zijn jasje en tilde hem wel 20 centimeter omhoog.

‘Dan ga jij nou eerst maar eens uitleggen waarom niet!’

‘Ismael! Zet hem neer! Ben je gek geworden!’ riep Emma.

Ismael zette de man weer neer en mompelde een verontschuldiging. De man streek zijn revers en zijn haar glad en greep in zijn binnenzak. Er kwam een opgevouwen papier uit, met allerlei onbegrijpelijke tekst erop. Hij liet het aan de twee zien, maar die konden er niets van maken.

‘Dit is het weerbericht,’ zei de man. Toen liep hij naar het raam en schoof de vitrage opzij.

Ze hadden uitzicht op de zonovergoten startbaan, maar aan de horizon was de lucht gitzwart. Te zien aan de stand van de zon was dat naar het noorden. Emma knikte.

‘Het is dus te slecht weer om naar Lyon te vliegen?’ vroeg ze.

‘Ja,’ zei de man. ‘Dat zeg ik toch. Het kan niet.’

‘Tot wanneer? Wanneer trekt dat onweer dan weg?’ vroeg Ismael.

‘Je moet over de Alpen heen. En daar kan het lang blijven hangen. Reken maar op morgenochtend.’

‘Kunnen we dan beter met de auto gaan?’ Emma vroeg het aan niemand in het bijzonder. Maar de man schudde zijn hoofd.

‘In de nacht door de Alpen met zo'n onweer? Dat zou ik niet doen.’

Hij liep naar de bar en pakte wat kopjes.

‘Willen jullie misschien thee?’

Emma en Ismael knikten. Ondertussen overlegden ze wat ze konden doen. De man geleidde hen naar een tafeltje.

‘Maar ik snap nog steeds niet hoe dat zit met jullie interview op het nieuws,’ zei hij.

‘Dat is vals,’ zei Emma. ‘Ze hebben stukjes gebruikt van drie weken geleden. Toen werd ons gevraagd wat we er van vonden dat we er een zangeres bij gingen krijgen.’

‘Maar hoe zit het dan met die ontvoering van Bernadette?’

‘Dat weten wij ook niet. Daar wilden we uw computer voor gebruiken.’

‘Nou, ga je gang dan maar. Jullie kunnen hier slapen vannacht, als je wilt.’

Het onweer was inmiddels in volle hevigheid losgebarsten. Golven regen striemden over het Aviotel, en de startbaan leek meer op een rivier. Emma en Ismael keken moedeloos naar buiten, steeds terugschrikkend van de gigantische bliksemontladingen die het hele landschap voor een fractie van een seconde in een flitsfoto veranderden. Nog voor de foto op hun netvlies vervaagde verscheurde de donder het landschap en deed de ramen trillen. Voorlopig zou van vliegen niets komen.