100


Bijna in jubelstemming zakten ze naar het oppervlak van de maan. Ook Fallom had zich nu bij hen gevoegd en omklemde zichzelf in jeugdige overgave alsof ze echt weer terug naar Solaria ging.

Wat Trevize betrof, een laatste restje gezond verstand liet hem weten dat het vreemd was dat Aarde - of wat er ook van Aarde op deze planeet kon zijn - die toch zulke maatregelen had genomen om iedereen buiten te houden, nu zo meewerkte om hen binnen te loodsen. Maar kon het einddoel niet identiek zijn? Was het misschien een kwestie van 'Als je hen toch niet kunt tegenhouden, laat hen dan komen en maak hen op je gemak af?' In beide gevallen zou het geheim van Aarde bewaard blijven.

Maar ook die gedachte verdween en verdronk in de golf van vreugde die steeds groter werd naarmate ze dichter bij het oppervlak kwamen. Maar ver daarbuiten, op een geheel ander terrein, klampte hij zich even vast aan die seconde van verlichting die hem bereikt had vlak voordat hun glijvlucht naar de satelliet van Aarde was begonnen.

Hij scheen geen twijfel te hebben over waar het schip naar toe ging. Ze waren nu vlak boven de glooiende heuvels en Trevize, die aan de computer zat, had geen enkele behoefte iets te doen. Het was alsof hij en de computer werden geleid en hij voelde een enorme euforie bij de gedachte dat de verantwoordelijkheid van zijn schouders was afgewenteld.

Ze vlogen nu evenwijdig aan de grond op een klip af die dreigend als een barrière voor hen verrees: een barrière die zacht in het Aardlicht glinsterde en in de lichtbundel van de Verre Ster. De ophanden zijnde botsing deed Trevize niets en het verbaasde hem niet eens dat een stuk van de klip voor hem wegviel en plaats maakte voor een gang die in kunstlicht glansde.

Het schip vloog nu in een kruiptempo kennelijk uit zichzelf en paste precies in de opening ... ging binnen ... gleed voort... De opening sloot zich achter hen en voor hen opende zich weer een gang. Via die tweede gang arriveerde het schip in een gigantische hal die het uitgeholde binnenste van een berg leek.

Het schip kwam tot stilstand en ze renden allemaal verlangend naar de luchtsluis. Het kwam bij geen van hen op, zelfs niet bij Trevize, om te kijken of de atmosfeer daarbuiten voor hen geschikt was, of dat er eigenlijk wel van een atmosfeer sprake was.

Maar er was lucht. Hij was prettig om in te ademen. Ze keken om zich heen met de verrukking van mensen die eindelijk thuisgekomen zijn en pas na enige tijd zagen ze een man die hen beleefd opwachtte.

Hij was lang en hij keek ernstig. Zijn haar was bronskleurig en kort geknipt. Hij had brede jukbeenderen, zijn ogen stonden helder en hij was net zo gekleed als de figuren in oeroude geschiedenisboeken. Hoewel hij een krachtige indruk maakte, had hij toch iets vermoeids over zich, niet in een mate dat dit zichtbaar was, maar dat zich buitenzintuiglijk uitte.

Fallom reageerde het eerste. Luid fluitend rende ze op de man af, terwijl ze wild met haar armen zwaaide en riep: 'Jemby! Jemby!' alsof ze geen lucht kon krijgen.

Geen seconde verminderde ze vaart en toen ze dichtbij was, bukte de man zich en tilde hij haar hoog in de lucht. Ze sloeg haar armen om zijn nek en snikte: 'Jemby!'

De overigen kwamen wat rustiger naderbij en Trevize zei langzaam en duidelijk (zou deze man Galactisch verstaan?): 'Neem ons niet kwalijk, meneer. Dit kind heeft haar beschermer verloren en zoekt daar nu wanhopig naar. Hoe zij u uitgekozen heeft, is ons een raadsel, aangezien ze een robot zoekt; een mechanische ...'

Toen pas sprak de man. Zijn stem was eerder functioneel dan muzikaal en zijn klank had iets zwak archaïsch, maar hij sprak volmaakt Galactisch.

'Ik begroet u allen in vriendschap,' zei hij en hij zag er onmiskenbaar vriendschappelijk uit; hoewel zijn gezicht ernstig bleef. 'En wat dit kind betreft,' vervolgde hij, 'zij ziet scherper dan u denkt, want ik ben een robot. Mijn naam is Daneel Oliwaw.'

De Foundation en Aarde
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml