52
Even voelde Trevize de verstikking van de duisternis en verwilderd dacht hij: Is dit nu de dood?
Alsof zijn gedachten een echo hadden opgeroepen, hoorde hij Pelorat fluisteren: 'Is dit de dood?'
Trevize probeerde nu ook te fluisteren. 'Waarom vraag je het dan?' vroeg hij kolossaal opgelucht. 'Het feit dat je kan praten wijst er al op dat dit de dood niet is.'
'Er bestaan legenden over een leven na de dood.'
'Nonsens,' mompelde Trevize. 'Blits? Ben je daar. Blits?'
Hij kreeg geen antwoord.
En weer echode Pelorat: 'Blits? Blits? Wat is er gebeurd, Golan?'
Trevize zei: 'Bander moet dood zijn. Want in dat geval kan hij geen energie meer voor het landgoed leveren. De lichten zouden dan uitgaan.'
'Maar hoe kan ... bedoel je dat Blits dit gedaan heeft?'
'Ik denk van wel. Maar ik hoop dat ze er zelf geen schade van heeft opgelopen.' Op handen en voeten kroop hij in de totale duisternis. (Als men althans niet het incidentele opflikkeren van een radioactief atoom dat uiteensloeg op een muur meerekende.)
Toen voelde zijn hand iets warms en zachts. Hij tastte verder en herkende een been dat hij vastgreep. Het been was duidelijk te klein om van Bander te zijn.
'Blits?'
Het been begon te trappen, waardoor Trevize los moest laten.
Hij zei: 'Blits, zeg toch iets.'
'Ik leef nog,' klonk de vreemd verwrongen stem van Blits.
Trevize zei: 'Ben je in orde?'
'Nee.' En met dat woord keerde het licht weer terug, maar zwak. De muren glansden dof, werden helder en zwakten weer af.
Bander lag als een donkere hoop ineengekronkeld op de grond. Aan zijn zijde, met zijn hoofd in haar armen, zat Blits.
Ze keek naar Trevize en Pelorat. 'De Solariaan is dood,' zei ze en haar wangen glinsterden van tranen.
Trevize stond perplex. 'Maar waarom huil je?'
'Moet ik dan niet huilen als een levend iets met gedachten en intelligentie door mij gedood wordt? Dat is niet mijn bedoeling geweest.'
Trevize knielde bij haar neer om haar overeind te helpen, maar ze duwde hem weg.
Toen knielde Pelorat naast haar neer en zei zacht: 'Toe Blits, zelfs jij kunt hem niet meer tot leven brengen. Vertel ons wat er gebeurd is.'
Ze liet zich nu overeind trekken en zei dof: 'Gaia kan doen wat Bander kon. Gaia kan ook gebruik maken van de ongelijk verdeelde energie van het universum en dit door mentale kracht iets laten doen.'
'Dat wist ik,' zei Trevize in een poging haar te sussen, maar hij had er geen notie van hoe hij dat moest doen. 'Ik weet nog goed hoe jij - liever gezegd, Gaia - ons ruimteschip vasthield. Daar moest ik aan denken toen hij me vasthield nadat hij mijn wapens had afgenomen. Hij hield jou ook in zijn greep, maar ik wist zeker dat jij je los kon breken als je dat wou.'
'Nee, dat zou me niet gelukt zijn. Toen jouw schip in de greep van mij/ons/Gaia was,' zei ze bedroefd, 'waren Gaia en ik waarlijk een. Maar nu is er een hyperruimtelijke scheiding die mij/ons/Gaia sterk beperkt. En Gaia werkt alleen door de massa van al die verzamelde hersenen. Maar zelfs de som van al die hersenen kon niet die transductielobben van deze ene Solariaan weerstaan. Wij kunnen niet zo delicaat, efficiënt en onvermoeibaar als hij van energie gebruik maken. Je ziet bijvoorbeeld dat ik die muren niet feller kan laten schijnen en ik weet zelfs niet hoe lang ik het kan volhouden. Hij kon de energie voor een compleet landgoed verschaffen, zelfs in zijn slaap.'
'Maar jij hebt hem tegengehouden,' zei Trevize.
'Omdat hij niet verwacht had dat ik een dergelijke macht bezat,' zei Blits. 'En omdat ik hem daar geen enkele blijk van heb gegeven. Hij heeft zich volledig op jou geconcentreerd, Trevize, omdat jij die wapens droeg en ook deze keer is het maar goed geweest dat je ze bij je had. Ik moest mijn kans afwachten om hem met een onverwachte klap uit te schakelen. Toen hij op het punt stond ons te doden en zijn gehele brein daarop was geconcentreerd, en op jou speciaal, kon ik toeslaan.'
'En het heeft schitterend uitgepakt.'
'Hoe kun jij zoiets wreeds zeggen, Trevize? Ik was alleen maar van plan geweest om hem tegen te houden, ik wilde alleen die transductor blokkeren. Ik was van plan geweest hem steviger beet te pakken als hij merkte dat hij ons niet kon doden en dat de verlichting uitgevallen was. Hij had in een normale, diepe slaap moeten vallen en dan had ik die transductor weer aangezet. De energie was dan aangebleven en wij hadden uit dit huis kunnen vluchten, naar ons schip toe, en weg van Solaria. Ik had gehoopt de zaken zo te arrangeren dat hij bij het ontwaken alles vergeten was. Gaia wil niet graag doden als een resultaat ook zonder dat teweeggebracht kan worden.'
'Wat is er dan mis gegaan. Blits?' vroeg Pelorat.
'Ik heb nog nooit met zoiets als transductie-lobben te maken gehad en het ontbrak me aan tijd om er ervaring mee te verkrijgen. Ik blokkeerde alleen met alle kracht, maar toen ging het mis. Niet de ingang van energie in die lobben werd geblokkeerd, maar de uitgang. Energie stroomt natuurlijk altijd in tomeloze hoeveelheden naar die lobben, maar de hersenen beschermen zich door die energie terstond weer uit te stoten. Toen ik de uitgang geblokkeerd had, stapelde de energie zich in hem op en in een fractie van een seconde werd de temperatuur zo hoog dat de proteïne van de hersenen explodeerde en hij stierf. De lichten gingen uit en ik verwijderde de blokkering terstond, maar toen was het natuurlijk al te laat.'
'Ik zie niet in hoe je iets anders had kunnen doen, liefje,' zei Pelorat.
'En wat heb ik aan die troost, in de wetenschap dat ik hem gedood heb?'
'Bander stond op het punt ons te vermoorden,' zei Trevize.
'Dat was reden om hem tegen te houden, niet om hem te doden.'
Trevize aarzelde. Hij wilde niet zijn ongeduld laten blijken omdat hij Blits niet nog meer overstuur wilde maken, terwijl die uiteindelijk niet meer had gedaan dan zich verdedigen tegen een extreem vijandelijke wereld.
Hij zei: 'Blits, we moeten nu verder kijken dan Banders dood. Omdat hij dood is, is alle stroom op het landgoed uitgevallen. Dat zal vroeg of laat, maar vermoedelijk vroeg, door de andere Solarianen opgemerkt worden. Die zullen dan gedwongen zijn om de zaak te onderzoeken. En ik denk niet dat je een gecombineerde aanval van hen kunt weerstaan. Je hebt zelf toegegeven dat je die beperkte energie die je nu gaande houdt, niet lang in stand kunt houden. We moeten daarom meteen naar boven, naar ons schip.'
'Maar hoe doen we dat, Golan?' vroeg Pelorat. 'We hebben vele kilometers onder de grond afgelegd. Het is hier bepaald een doolhof. Ik voor mij heb er geen flauw idee van hoe we naar boven kunnen komen. Ik heb nooit gevoel voor richting gehad.'
Toen Trevize om zich heen keek, zag hij dat Pelorat gelijk had. Hij zei: 'Ik ga ervan uit dat er veel openingen zijn. We hoeven niet per se naar buiten te gaan door dezelfde opening als waar we binnenkwamen.'
'Maar we weten niet waar die openingen zijn. Hoe vinden we ze dan?'
Trevize wendde zich tot Blits. 'Kun jij mentaal iets waarnemen waar we ons op kunnen richten?'
Blits zei: 'De robots zijn allemaal uitgeschakeld. Ik voel wat sub-intelligent leven recht boven ons, maar dat betekent alleen dat het oppervlak recht boven ons is, wat we al weten.'
'We zullen toch naar een uitgang moeten zoeken,' zei Tre-vize.
'Op goed geluk?' vroeg Pelorat. 'Dat lukt ons nooit.'
'Misschien wel, Janov,' zei Trevize. 'Als we zoeken, hebben we een kans, hoe klein ook. Het alternatief is hier blijven en dan lukt het ons zeker niet. Een kleine kans is beter dan niks.'
'Wacht even,' zei Blits. 'Ik voel iets.'
'Wat?' vroeg Trevize.
'Een brein.'
'Intelligent?'
'Ja, maar beperkt. Maar wat ik heel duidelijk bespeur is iets anders.'
'Wat dan?' vroeg Trevize weer terwijl hij tegen zijn ongeduld vocht.
'Angst! Een onverdraaglijke angst!' fluisterde Blits.