93
De volgende zesendertig uur was Trevize er zich vaaglijk van bewust dat Blits, en in mindere mate Pelorat, hem voortdurend als een hondje volgde. Maar dat was in zo'n compact schip niet anders te verwachten en hij had andere dingen aan zijn hoofd.
Hij bevond zich bij de computer en merkte toen dat ze hem vanuit de deuropening gadesloegen. Hij keek hen met een leeg gezicht aan.
'Ja?' zei hij met heel rustige stem.
Pelorat vroeg nogal onhandig: 'Hoe gaat het met je, Golan?'
Trevize zei: 'Vraag dat maar aan Blits. Die zit me al uren aan te staren. Ze zal wel met mijn brein zitten te hannesen. Of niet soms, Blits?'
'Nee, dat doe ik niet,' zei Blits op effen toon. 'Maar als je mijn hulp nodig hebt, dan wil ik het wel proberen. Heb je mijn hulp nodig?'
'Nee, waarom zou ik? Laat me alsjeblieft met rust, allebei.'
Pelorat zei: 'Vertel ons alsjeblieft wat er aan de hand is.'
'Drie keer raden!'
'Is Aarde...'
'Inderdaad. Wat iedereen alsmaar beweerd heeft, is de volle waarheid.' Trevize gebaarde naar de monitor waarop de nachtzijde van Aarde te zien was. De zon werd erdoor verduisterd. Het was een massieve cirkel van zwart tegen een met sterren bezaaide hemel. De omtrek van de planeet was zichtbaar als een onderbroken oranje kromming.
Pelorat vroeg: 'Is dat oranje de radioactiviteit?'
'Nee, alleen maar door de atmosfeer gebroken zonlicht. Het zou een ononderbroken oranje cirkel zijn als de atmosfeer niet zo bewolkt was. Radioactiviteit kunnen we niet zien. Maar de diverse stralingen, zelfs de gammastralen, worden door de atmosfeer opgenomen. Die zenden vervolgens secundaire straling uit, betrekkelijk zwak, maar de computer kan ze zien. Ze zijn dan nog steeds voor het oog onzichtbaar, maar de computer kan voor elk golfdeeltje van de straling een fotoon zichtbaar licht produceren. Aarde wordt dan in een valse kleur getoond. Kijk maar.'
En de zwarte cirkel glansde in een zwak, vlekkerig blauw op.
'Hoeveel radioactiviteit is daar?' vroeg Blits zacht. 'Zoveel dat menselijk leven daar niet mogelijk is?'
'Helemaal geen leven,' zei Trevize. 'De planeet is onbewoonbaar. De laatste bacterie, het laatste virus, is allang dood.'
'Kunnen we daar uitstappen?' vroeg Pelorat. 'In ruimtepakken, bedoel ik?'
'Enkele uren. En daarna worden we geveld door een ongeneeslijke stralingsziekte.'
'En wat doen we nu, Golan?'
'Doen?' Trevize keek Pelorat met een uitdrukkingsloos gezicht aan. 'Weet je wat ik graag zou doen? Ik zou jou en Blits - en dat kind - terug naar Gaia willen brengen en jullie daar voor altijd achterlaten. Dan zou ik naar Terminus terug willen gaan om het schip terug te geven. Dan zou ik ontslag uit de Raad nemen en dat zou Burgemeester Branno zeer plezieren. Dan zou ik verder van mijn pensioen willen leven en de Galaxis de Galaxis laten. Dat hele Seldon Plan kan me niets meer schelen en dat geldt ook voor de Foundation, de Tweede Foundation of Gaia. Laat de Galaxis maar zijn eigen weg uitstippelen. Het zal mijn tijd wel duren en wat kan het mij schelen wat er daarna gebeurt?'
'Dat kun je niet menen, Golan,' zei Pelorat smekend.
Trevize staarde hem geruime tijd aan en haalde toen diep adem. 'Nee, dat doe ik niet, maar wat zou ik dat allemaal graag willen doen.'
'Wat je graag zou willen doet er nu niet toe. Wat ga je doen?'
'Ik breng het schip in een baan rond Aarde, rust wat uit, probeer de schok te verwerken en dan bedenk ik wel wat. Behalve dan ...'
'Ja?'
En Trevize stootte eruit: 'Wat kan ik nog doen? Wat is er nog meer voor mij te doen? Waar moet ik nu nog naar streven, naar zoeken?'