IV
Op Comporellen
13
Ze waren erdoor. Het toegangsstation was geslonken tot een snel zwakker wordende ster achter hen en over enkele uren zouden ze door de wolkenlaag dringen.
Een gravitisch schip hoefde niet middels een reeks van trage spiralen af te remmen, maar kon ook weer niet loodrecht omlaag duiken. Vrij van zwaartekracht betekende nog niet vrij van luchtweerstand. Het schip kon in een rechte lijn dalen, maar deze manoeuvre moest met de nodige voorzichtigheid gebeuren en vooral niet te snel.
'Waar gaan we naartoe?' vroeg Pelorat die keek of hij niet wist hoe hij het had. 'Met al die wolken kan ik niet zien waar we naartoe gaan, ouwe makker.'
'Ik ook niet,' zei Trevize, 'maar we hebben een officiële holografische kaart van Comporellen. Ik heb de omtrek van de landmassa's en een overdreven reliëf voor zowel landhoogten als oceaandiepten, alsmede politieke subdivisies. De kaart zit in de computer en die doet het werk. Hij vergelijkt wat hij waarneemt met de kaart. Het schip weet dus precies waar we zijn. We gaan in een cycloïdische baan naar de hoofdstad.'
Pelorat zei: 'Maar als we naar de hoofdstad gaan, belanden we pardoes in een politiek wespennest. Als deze wereld anti-Foundation is, zoals die vent bij het toelatingsstation suggereerde, dan vragen we om moeilijkheden.'
'Van de andere kant zal dit zeker het intellectuele centrum van de planeet zijn. En als we informatie willen, zullen we er toch naartoe moeten. En wat die anti-gevoelens betreft, ik betwijfel of ze daar openlijk voor uitkomen. De burgemeester mag dan niet bijster op mij gesteld zijn, maar ze kan toch niet gedogen dat een Raadsheer onheus behandeld wordt. Ze is bepaald niet op een precedent gesteld.'
Blits was uit het toilet gekomen en haar handen waren nog nat van het wassen. Ze trok zonder enige gêne haar onderkleding recht en zei: 'Neem me niet kwalijk, maar ik hoop wel dat de excrementen zorgvuldig gerecycled worden.'
'We hebben geen keus,' zei Trevize. 'Hoe lang denk je dat onze watervoorraad zou duren als we de excrementen niet opnieuw in de kringloop brachten? Waar denk je dat die overheerlijke gistcakes groeien die we gebruiken om onze diepgevroren voedselvoorraden wat extra smaak te geven? Ik hoop niet dat ik je eetlust heb verminderd, efficiënte Blits.'
'Waarom? Waar denk je dat het water en het eten op Gaia vandaan komt, of op deze wereld, of Terminus?'
'Op Gaia zijn de excrementen natuurlijk even levend als jij,' zei Trevize.
'Niet levend. Bewust. Er is verschil. Maar het niveau van bewustzijn is natuurlijk uitermate laag.'
Trevize snoof misprijzend maar gaf niet eens antwoord. Hij zei: 'Ik ga naar de cockpit om de computer gezelschap te houden. Niet dat die mij nodig heeft.'
Pelorat zei: 'Mogen we dan met je meegaan om jou gezelschap te houden? Ik kan er maar niet aan wennen, dat het schip zonder ons kan landen, dat het andere schepen, of stormen kan waarnemen, of wat dan ook.'
Trevize grijnsde breeduit. 'Ik zou er maar rap aan wennen als ik jou was. Het schip is veel veiliger in handen van de computer dan bij mij. Maar kom maar gerust mee. Het kan geen kwaad om te zien wat er gebeurt.'
Ze waren nu over de zonzijde van de planeet. Daar, legde Trevize uit, kon de computer veel gemakkelijker de kaart met de werkelijkheid vergelijken.
'Da's nogal wiedes,' zei Pelorat.
'Nee hoor! De computer kan even snel oordelen aan de hand van het infrarode licht dat het oppervlak zelfs in de duisternis uitstraalt. Maar de grote golflengte van infrarood geeft de computer niet die resolutie die het zichtbare licht verstrekt. Ik bedoel dat de computer het dan niet zo scherp en gedetailleerd ziet en als het niet strikt nodig is, wil ik het hem zo gemakkelijk mogelijk maken.'
'En wat als de hoofdstad zich aan de nachtzijde bevindt?'
'Die kans is fifty-fifty,' zei Trevize, 'maar als de kaart eenmaal bij daglicht wordt gezien, kunnen we zonder een centje pijn de hoofdstad vinden, ook in het donker. En zodra we in de buurt van de hoofdstad komen, onderbreken we microgolf-stralen en krijgen we instructies hoe we het best naar de geschiktste ruimtehaven kunnen gaan. Je hoeft je nergens zorgen over te maken.'
'Weet je dat zeker?' vroeg Blits. 'Je zet me daar zonder papieren neer en zonder een geboortewereld die ze kennen. En ik mag onder geen beding Gaia vermelden. Dus wat moet ik doen, als ze daar beneden naar mijn papieren vragen?'
Trevize zei: 'Dat zal niet zo gauw gebeuren. Iedereen zal ervan uitgaan dat dat soort zaken bij het toelatingsstation geregeld is.'
'Maar als ze er nou toch naar vragen?'
'Als het zover komt, zien we dan wel wat we moeten doen. Maar laten we nou geen moeilijkheden creëren.'
'Tegen de tijd dat we met dat probleem geconfronteerd worden, is het misschien te laat voor een oplossing.'
'Ik vertrouw op mijn vindingrijkheid.'
'Over vindingrijkheid gesproken, hoe heb je me door dat toelatingsstation gekregen?'
Trevize keek Blits aan en zijn lippen krulden zich langzaam tot een glimlach waardoor hij opeens een ondeugend schoffie leek. 'Gewoon. Met mijn hersens.'
Pelorat zei: 'Maar wat heb je dan gedaan, beste kerel?'
Trevize zei: 'Het was een kwestie om iets te vinden wat hem aansprak. Ik had dreigementen en subtiele omkoperijtjes gesuggereerd. Ik had op zijn logica gewerkt en op zijn loyaliteit jegens de Foundation. Niets hielp, dus was ik op een laatste redmiddel aangewezen. Ik heb hem verteld, Pelorat, dat jij je vrouw bedroog.'
'Mijn vrouw? Maar beste kerel, ik heb momenteel geen vrouw.'
'Dat wist ik, ja, maar hij niet.'
Blits zei: 'Met vrouw bedoel je een vrouw die een bijzonder vaste relatie met een man heeft?'
Trevize zei: 'Dat is nog te simpel, Blits. Een wettige relatie, iemand die zonodig per wet bepaalde rechten van de man kan afdwingen.'
Pelorat zei nerveus: 'Ik heb echt geen vrouw, Blits. Ik heb er vroeger wel eens eentje gehad, maar de laatste tijd niet meer. Als jij staat op dat wettige ritueel, dan ...'
'O Pel,' zei Blits en ze zwaaide achteloos met haar rechterhand, 'wat kan mij dat nou schelen? Ik heb ontelbare partners die me even na staan als jouw ene arm tot je andere. Alleen een Geïsoleerde voelt zich zo eenzaam dat hij tot kunstmatige conventies zijn toevlucht moet nemen om tot een zwakke afspiegeling van een ware relatie te komen.'
'Maar ik ben een Geïsoleerde, Blits.'
'Jij zult steeds minder Geïsoleerd worden, Pel. Je wordt nooit helemaal Gaia, maar toch minder Geïsoleerd en dan heb je een zee van partners.'
'Ik wil alleen maar jou, Blits,' zei Pel.
'Dat komt omdat je nog niets weet. Maar je leert het wel.'
Trevize had tijdens deze woordenwisseling zo geconcentreerd op de monitor gekeken dat zijn gelaat gespannen stond. Het wolkendek was nu te dichtbij en een ogenblik was alles een grijze nevel.
Microgolf-visie, dacht hij en terstond schakelde de computer over op detectie van radarecho's. De wolken verdwenen en het oppervlak van Comporellen werd in valse kleuren zichtbaar. De grenzen tussen de diverse sectoren van het beeld waren wat wazig en trilden een beetje.
'Hebben we de rest van de landing dat beeld?' vroeg Blits enigszins verbaasd.
'Nee, maar net zo lang tot we onder de wolken zijn. Dan gaan we weer op zonlicht over.' En terwijl hij dat zei, kwam de zonneschijn en daarmee een normaal beeld terug.
'Ik zie het,' zei Blits. Toen wendde ze zich tot hem. 'Maar wat ik niet zie is wat het voor belang heeft voor een ambtenaar of Pel nu wel of niet zijn vrouw bedriegt?'
'Als die kerel, die Kendray, jou vastgehouden had, had dit nieuws misschien Terminus kunnen bereiken, zei ik hem. En daarmee ook Pelorats vrouw. Dan zou Pelorat in grote moeilijkheden zijn. Ik sprak me niet nader over die moeilijkheden uit, maar ik deed het wel voorkomen alsof het barre ellende zou zijn. Weet je, tussen mannen onder elkaar bestaat een soort van vrijmetselarij.' Trevize grinnikte nu openlijk. 'En de ene man verraadt de andere niet. Hij zou desgevraagd helpen. Ik vermoed dat dit komt omdat de helper ook zelf wel eens geholpen moet worden. Ik neem aan,' zei hij, maar nu wat ernstiger, 'dat er ook onder vrouwen zo'n vrijmetselarij bestaat, maar aangezien ik geen vrouw ben, heb ik dit fenomeen nooit van nabij kunnen bestuderen.'
Blits' gezicht leek op een knappe donderwolk. 'Is dat een grap?' vroeg ze.
'Nee, ik meen het,' zei Trevize. 'Ik zeg ook niet dat die Kendray ons er alleen doorgelaten heeft om te zorgen dat Pelorat geen moeilijkheden met zijn vrouw kreeg. Maar die mannelijke vrijmetselarij kan misschien het laatste stootje zijn geweest bij mijn andere argumenten.'
'Maar dat is verschrikkelijk! Een maatschappij wordt door regels bijeengehouden en tot een geheel gemaakt. Is dat alles zo weinig van waarde dat het om triviale redenen genegeerd kan worden?'
'Luister,' zei Trevize, ogenblikkelijk weer in de verdediging. 'Sommige regels zijn op zich triviaal. Maar heel weinig werelden zijn erg kieskeurig wat betreft reizigers uit of naar de ruimte. Ik heb het dan wel over tijden van vrede en betrekkelijke welvaart, zoals nu, dank zij de Foundation. Om de een of andere reden voldoet Comporellen niet aan dat beeld. Het zal wel iets met ondoorgrondelijke plaatselijke politiek te maken hebben. Wat kan ons dat schelen!'
'Daar gaat het niet om. Als we alleen maar de regels volgen die wij juist en redelijk achten, dan blijft geen enkele regel overeind, want er zal nooit een maatregel komen die door iedereen als redelijk en juist ervaren wordt. Je hebt altijd dissidenten. En wat krijg je dan, dat een sluwe truc uitloopt op rampspoed en anarchie, zelfs voor die sluwerd, want ook hij zal de ineenstorting van de maatschappij niet overleven.'
Trevize zei: 'Maar zo gemakkelijk stort die maatschappij niet in elkaar. Jij spreekt als Gaia en Gaia kan met geen mogelijkheid zich de associatie van vrije individuen voorstellen. Regels, voorzien van rechtvaardigheid en logica, kunnen gemakkelijk waardeloos worden onder bepaalde omstandigheden, maar evenzogoed worden ze nog uit inertie gehandhaafd. Het is dan niet alleen juist, maar zelfs nuttig om die regels te breken, omdat we hiermee duidelijk maken dat ze hun tijd gehad hebben, ja, zelfs schadelijk kunnen zijn.'
'Op die manier kan elke dief en moordenaar beweren dat hij de mensheid dient.'
'Nu doe je wel erg extreem. In het superorganisme dat Gaia is, bestaat er automatisch consensus over de regels van het maatschappelijke verkeer en het komt bij niemand op om ze te breken. Je kunt ook zeggen dat Gaia vegeteert en tot fossiel wordt. Toegegeven, er is een element van wanorde in een vrije associatie, maar dat is de prijs die men moet betalen voor het vermogen om vernieuwingen en veranderingen te introduceren. Ik vind het een hele schappelijke prijs.'
Blits' stem werd schril. 'Je zit er helemaal naast als je denkt dat Gaia vegeteert en een fossiel wordt. Onze daden, onze zienswijzen, onze opvattingen worden constant aan een zelfonderzoek onderworpen. Ze blijven niet door inertie gehandhaafd tot ze waanzin zijn. Gaia leert uit ervaring en door na te denken en gaat dus als dat moet op veranderingen over.'
'Zelfs al is dat zo, dan nog verloopt dat proces van zelfonderzoek en leren heel langzaam, omdat er niets op Gaia bestaat wat niet Gaia is. Hier zijn we vrij. Zelfs als bijna iedereen het met elkaar eens is, zullen er altijd wel een paar zijn die het er niet mee eens zijn. En soms, soms kunnen ze daarbij groot gelijk hebben. En als ze maar slim genoeg zijn en enthousiast genoeg en voldoende gelijk hebben, dan zullen ze het op den duur winnen en worden ze de helden van hun toekomst. Zoals Hari Seldon die psychohistorie vervolmaakte, die zijn eigen hersenen tegen die van het ganse Imperium inzette, en heeft gewonnen.'
'Hij heeft alleen tot dusver gewonnen, Trevize. Het Tweede Imperium dat hij gepland heeft, zal er niet komen. Daarvoor in de plaats komt Galaxia.'
'O ja?' vroeg Trevize grimmig.
'Het is jouw beslissing geweest en hoe vaak we ook ruziemaken over Geïsoleerden en hun vrijheid om dwaas en misdadig te zijn, iets in jouw hoofd dwingt je om het eens te zijn met mij/ons/Gaia.'
'Wat er in mijn hoofd zit,' zei Trevize nog grimmiger, 'is datgene wat ik zoek. En daar begin ik.' En hij wees naar de monitor waar een grote stad aan de horizon op afgebeeld stond: een verzameling lage structuren die af en toe de hoogte ingingen, omringd door velden die bruin waren onder een lichte vorstlaag.
Pelorat schudde zijn hoofd. 'Jammer. Ik had de landing willen zien, maar ik liet me door jullie discussie meeslepen.'
Trevize zei: 'Dat is niet erg, Janov. Je kunt toekijken als we vertrekken. Ik beloof dat ik dan mijn mond zal houden als jij Blits zover kunt krijgen dat ze haar mond houdt.'