14
Kendray keek ernstig toen hij weer terugkwam in het toelatingsstation. Hij zag de Verre Ster verdwijnen. En toen zijn dienst er bijna opzat, was hij nog steeds gedeprimeerd.
Hij begon net aan zijn avondmaal toen een van zijn collega's, een slungelachtige man met breed uit elkaar staande ogen, dun blond haar en wenkbrauwen zo blond dat ze bijna afwezig leken, naast hem ging zitten.
'Wat mankeert eraan, Ken?' vroeg de ander.
Kendrays lippen trilden. Hij zei: 'Dat was een gravitisch schip dat zonet voorbijkwam, Gatis.'
'Dat rare ding met radioactiviteit nul?'
'Daarom is het niet radioactief. Geen brandstof. Gravitisch.'
Gatis schudde zijn hoofd. 'Waar we voor uit moesten kijken, bedoel je?'
'Inderdaad.'
'En dat heb je ook gedaan. Jij zult eens geen mazzel hebben.'
'Ik had niet zo'n mazzel. Er was een vrouw aan boord, zonder identificatie-papieren. En ik heb haar niet aangegeven.'
Wat! Nee, zeg mij maar niks. Ik wil er niks van weten. Geen woord meer. Je mag dan mijn vriend zijn, maar ik ben niet van plan om medeplichtige achteraf te worden.'
'Daar maak ik me geen zorgen over. Niet erg tenminste. Ik moest dat schip omlaag sturen. Ze willen graviteit, het kan ze niet schelen hoe. Dat weet je.'
'Maar je had toch die vrouw kunnen aangeven?'
'Dat stond me niet aan. Ze is niet getrouwd. Ze is gewoon meegenomen ... om te gebruiken.'
'Hoeveel mannen zijn aan boord?'
'Twee.'
'Het kan ze op Terminus ook niet schelen wat ze doen.'
'Dat klopt.'
'Walgelijk! En dat kan allemaal ongestraft.'
'Een van hen was getrouwd en hij wilde niet dat zijn vrouw erachter kwam. Als ik haar had aangegeven, was zijn vrouw erachter gekomen.'
'Maar die zit toch op Terminus?'
'Natuurlijk, maar ze komt er toch wel achter.'
'Net goed. Die kerel krijgt dan zijn verdiende loon.'
'Kan best zijn, maar dat wil ik niet op mijn geweten hebben.'
'Je krijgt op je donder omdat je het niet gerapporteerd hebt. Iemand ellende willen besparen is geen excuus.'
'Zou jij haar dan aangegeven hebben?'
'Als ik had gemoeten, ik denk van wel.'
'Nee, dat had je niet gedaan. De regering wil dat schip. Als ik erop gestaan had om mijn rapport te maken, dan zouden die twee van gedachten veranderd zijn, dan waren ze nu al op weg naar een andere planeet. En dat zou de regering nooit gewild hebben.'
'Maar zullen ze je wel geloven?'
'Ik denk van wel. Het was een heel mooie vrouw. Stel je eens voor, zo'n vrouw gaat vrijwillig met twee kerels mee, getrouwde kerels die hun kans aangrijpen. Het is erg verleidelijk, weet je.'
'Ik geloof niet dat jij graag zou hebben dat moeder de vrouw zou horen dat jij dat gezegd hebt. Dat je het zelfs maar gedacht hebt.'
Kendray zei uitdagend: 'Wie zou het haar dan vertellen?
Jij?'
'Kom nou. Je weet wel beter.' Gatis' verontwaardiging duurde maar kort en hij zei: 'Maar die twee kerels zullen er toch niet veel aan hebben, weet je, dat jij ze doorgelaten hebt.'
'Dat weet ik.'
'De mensen beneden komen er snel genoeg achter. En al krijg jij er geen moeilijkheden mee, zij in elk geval wel.'
'Dat weet ik,' zei Kendray. 'En ik heb met hen te doen. De moeilijkheden die die vrouw zal veroorzaken zijn niets vergeleken bij wat dat schip zal aanrichten. De kapitein maakte enkele opmerkingen ...'
Kendray zweeg even en Gatis vroeg begerig: 'Wat zei hij?'
'Doet er niet toe,' zei Kendray. 'Maar als het uitkomt, ben ik de sigaar.'
'Ik zal het niet doorvertellen.'
'Ik ook niet. Maar ik heb toch met die twee mannen uit Terminus te doen.'