89
De gasreuzen hadden ze nu achter de rug. Een asteroïde gordel bevond zich net voorbij de gasreus die het dichtst bij de zon draaide. (Hij was inderdaad de grootste en massiefste zoals de legenden hadden geprofeteerd.)
Binnen de asteroïde gordel waren vier planeten en Trevize bestudeerde ze nauwkeurig. 'De derde is de grootste. Het formaat en de afstand van de zon kloppen ongeveer. Hij kan bewoonbaar zijn.'
Pelorat ving een onzekere klank in Trevizes stem op en hij vroeg: 'Heeft hij dan geen atmosfeer?'
'O jawel,' zei Trevize. 'De tweede, derde en vierde planeet hebben elk een atmosfeer. Zoals in de kinderverhaaltjes wordt gezegd is die van de tweede te dicht en die van de vierde niet dicht genoeg, maar die van de derde klopt precies.'
'Denk je dan dat dat Aarde is?'
'Denken!' viel Trevize uit. 'Ik hoef het niet te denken. Dat is Aarde. En daar is die gigantische satelliet waarover jij verteld hebt.'
'O ja?' En Pelorats glimlach werd breder dan Trevize ooit gezien had.
'Absoluut. Kijk zelf maar, dit is de maximale vergroting.'
Pelorat zag twee sikkels, waarvan de ene duidelijk groter en feller was dan de ander.
'Is die kleine de satelliet?' vroeg hij.
'Jazeker. Hij staat veel verder van de planeet dan men zou verwachten, maar hij draait er echt in een baan omheen. Hij is ongeveer zo groot als een kleine planeet; hij is om precies te zijn kleiner dan welk van die vier binnenste planeten ook. Toch is hij voor een satelliet erg groot. Hij heeft een diameter van minstens tweeduizend kilometer en daarmee is hij ongeveer zo groot als de satellieten rond die gasreuzen.'
'Niet groter?' Pelorat leek teleurgesteld. 'Het is dus geen gigantische satelliet?'
'O jawel hoor! Een satelliet met een doorsnee van twee- tot drieduizend kilometer die om een enorme gasreus zweeft is normaal, maar net zo'n satelliet rond een kleine, vaste, bewoonbare planeet is andere koek. Die satelliet daar heeft een diameter die ongeveer een kwart is van die van Aarde. Heb je ooit van een dergelijke bijna-pariteit met een bewoonbare planeet gehoord?'
Pelorat zei timide: 'Ik weet zo weinig van die dingen.'
Trevize zei: 'Neem het dan van mij aan, Janov, dit is uniek. We kijken naar iets dat praktisch een dubbelplaneet is en er zijn maar weinig bewoonbare planeten die iets meer hebben in hun baan dan wat losse stenen. Janov, je hebt van die gasreus gehoord met die enorme ringen op een zesde plaats ten opzichte van zijn zon, je hebt gehoord van een derde planeet met een enorme satelliet. Tegen de klippen op, tegen alles wat de wetenschap aanvaard heeft, hebben ze dat beweerd. De wereld waar jij nu naar kijkt is Aarde. Het kan onmogelijk iets anders zijn. We hebben hem gevonden, Janov, we hebben hem gevonden.'