92
Pelorat kwam binnen en trof hen zo aan. Hij bleef stokstijf staan en zei: 'Wat is er aan de hand?'
Blits maakte zich los van het kind en zocht naar een zakdoek om haar ogen te drogen. Ze schudde haar hoofd en Pelorat zei terstond, maar nu echt bezorgd: 'Wat is er toch aan de hand?'
Blits zei: 'Fallom, rust nou maar een poosje. Ik bedenk wel iets waardoor het wat beter voor je wordt. Vergeet niet, ik hou net zo veel van jou als Jemby.'
Ze pakte Pelorat bij de elleboog en duwde hem de hut uit. 'Er is niets aan de hand, Pel, niets.'
'Het gaat om Fallom, hè? Ze mist Jemby nog steeds.'
'Verschrikkelijk. En er is niets wat wij kunnen doen. Ik kan haar vertellen dat ik van haar hou, en dat is de volle waarheid. Iedereen zou toch van zo'n lief en intelligent kind houden! Ze is verschrikkelijk intelligent, volgens Trevize te intelligent. Ze heeft Bander vroeger gezien, liever gezegd: geviewd, een holografische projectie van Bander. Maar die herinnering doet haar weinig; ze is daar zelfs koel en zakelijk onder en ik begrijp ook waarom. De enige band tussen die twee was dat Bander de eigenaar van het landgoed was en Fallom de opvolger. Dat is de enige relatie geweest.'
'Begrijpt Fallom dat Bander haar vader is.'
'Haar moeder. Als we dan toch zijn overeengekomen om Fallom als vrouw te zien, dan is Bander dat ook.'
'Ik vind alles best. Maar weet Fallom dan van de ouderlijke relatie?'
'Ik weet niet of zij zou begrijpen wat dat is. Het is natuurlijk mogelijk, ze heeft er echter niets van laten blijken. Maar ze heeft wel uitgekiend dat Bander dood is. Het is tot haar doorgedrongen dat de inactivatie van Jemby het resultaat moet zijn geweest van stroomuitval en aangezien Bander voor de stroom zorgde... Dat maakt me wel bang.'
Pelorat zei peinzend: 'Maar waarom, Blits? Dat is toch alleen maar een logische gevolgtrekking?'
'Er valt nog een logische gevolgtrekking uit die dood te maken. De natuurlijke dood moet een uiterst zeldzaam en bijna nergens voorkomend fenomeen op Solaria zijn, met de langlevende en geïsoleerde Ruimters daar. Ze zullen hooguit ervaring met een enkel sterfgeval hebben en een Solariaans kind van Falloms leeftijd moet er helemaal geen ervaring mee gehad hebben. Als Fallom maar door blijft denken over Banders dood, dan zal ze zich afvragen waarom Bander gestorven is. En het feit dat dat gebeurd is toen wij als vreemden op die planeet landden, zal haar zeker voeren naar de voor de hand liggende oorzaak en het gevolg.'
'Dat wij Bander gedood hebben?'
'Wij hebben Bander niet gedood. Dat was ik.'
'Dat kan zij onmogelijk raden.'
'Maar ik zou het haar toch moeten vertellen. Ze is nu al gebeten op Trevize en die is duidelijk de leider van de expeditie. Ze zal ervan uitgaan dat hij de dood van Bander teweeg heeft gebracht. En ik kan toch moeilijk toestaan dat Trevize daar de schuld van krijgt.'
'Wat doet dat er nu toe, Blits? Het kind voelt niets voor haar va... moeder. Alleen voor haar robot, Jemby.'
'Maar de dood van de moeder riep ook de dood van haar robot op. Ik had bijna bekend dat ik het gedaan heb. Ik moest er echt tegen vechten.'
'Waarom?'
'Zodat ik het op mijn eigen manier kon uitleggen. Ik kon haar dan troosten, voorkomen dat ze zelf achter de feiten zou komen, maar zonder een rechtvaardiging van de daad.'
'Maar er was toch wel degelijk een rechtvaardiging. Het was zelfverdediging. Een seconde later zouden we allemaal dood geweest zijn als jij niet gehandeld had.'
'Zoiets zou ik ook gezegd hebben, maar ik kon me er niet toe brengen om het haar uit te leggen. Ik was veel te bang dat ze me niet zou geloven.'
Pelorat schudde zijn hoofd en zei zuchtend: 'Zou het dan beter zijn geweest als we haar niet hadden meegenomen? Jij wordt zo ongelukkig door deze situatie.'
'Nee,' zei Blits woedend. 'Zeg zoiets nooit meer. Ik zou veel ongelukkiger zijn geweest als ik hier gezeten had in de wetenschap dat we een onschuldige hadden achtergelaten die afgeslacht zou worden, enkel en alleen om iets dat wij gedaan hadden.'
'Zo gaat het nu eenmaal in Falloms wereld.'
'Nee Pel, ga nu niet zo denken als Trevize. Geïsoleerden kunnen zulke zaken accepteren en dan uit hun hoofd zetten. Maar Gaia redt levens, wij vernietigen niet, en wij blijven ook niet werkeloos toezien als leven wordt vernietigd. Al het leven, dat weten we, komt constant tot een einde om plaats te maken voor nieuw leven, maar dit einde mag nooit zinloos zijn. Banders dood, hoewel onvermijdelijk, is al nauwelijks te verdragen. Die van Fallom zou alle perken te buiten gaan.'
'Goed dan,' zei Pelorat. 'Je zult wel gelijk hebben. Maar ik ben hier niet naar toe gekomen om met jou over Fallom te praten. Het gaat over Trevize.'
'Wat is er met Trevize?'
'Blits, ik maak me zorgen over hem. Hij wacht nu op de uitslagen over de toestand op Aarde en ik weet niet zeker of hij tegen de spanning bestand is.'
'Ik maak me geen zorgen over hem. Hij zal wel een stabiele en krachtige geest hebben.'
'We zijn allemaal beperkt. Luister, de planeet Aarde is warmer dan hij verwacht had; dat heeft hij me verteld. Ik vermoed dat hij denkt dat het daar zelfs te warm voor leven is, hoewel hij zich wanhopig probeert aan te praten dat dat niet zo is.'
'Misschien heeft hij gelijk, misschien is het daar niet te warm voor leven.'
'Hij laat doorschemeren dat die warmte afkomstig kan zijn van een radioactieve korst, maar ook daar wil hij niet aan. Over een dag of twee zijn we er zo dichtbij dat de waarheid niet meer te verdonkeremanen zal zijn. Wat als Aarde nu inderdaad radioactief is?'
'Dan zal hij dat feit dienen te accepteren.'
'Blits, ik weet niet hoe ik het zeggen moet, hoe ik dat in mentale termen moet gieten. Wat als zijn geest
Blits wachtte even en zei toen wrang: 'Als daar de stoppen doorslaan?'
'Ja, als daar de stoppen doorslaan. Kun je niet iets doen om hem meer weerstand te geven? Kun je hem niet rustig houden, onder controle, zo te zeggen?'
'Nee Pel, ik geloof niet dat hij zo fragiel is. Gaia heeft destijds het onherroepelijke besluit genomen van zijn geest af te blijven.'
'Maar daar gaat het juist om. Hij heeft die ongewone eigenschap altijd gelijk te hebben. Als dit project van Aarde niets uithaalt zal dat misschien niet zijn brein vernietigen, maar misschien wel die eigenschap. Die is uiterst ongewoon en misschien is hij ook ongewoon fragiel.'
Blits dacht even na. Toen haalde ze haar schouders op: 'Ach, misschien kan ik een oogje in het zeil houden.'