30
Ze waren nu voorbij de grootste planeten van het zonnestelsel en vlogen ergens tussen de twee buitenste planeten. Er was binnen een straal van anderhalf miljard kilometer geen massa van betekenis. Voor hen lag de ontzaglijke kometennevel die echter zwaartekrachtkundig gesproken onbeduidend was.
De Verre Ster was nu op een snelheid van 0,1 c. gekomen, eentiende van de snelheid van het licht. Trevize wist dat in theorie het schip de snelheid van het licht kon benaderen, maar ook dat de praktijk had uitgewezen dat 0,1 c. een redelijke limiet was.
Met die snelheid was elk voorwerp met een behoorlijke massa te ontwijken, maar dat ging niet op voor de ontelbare stofdeeltjes in de ruimte en zelfs nog minder voor individuele atomen en moleculen. Bij een extreem hoge snelheid konden zelfs dergelijke minuscule voorwerpen kwaad berokkenen en de scheepsromp beschadigen. Bij een snelheid van ongeveer die van het licht had elk atoom dat op de romp smakte de eigenschappen van een kosmisch stralingsdeeltje. En alles aan boord dat aan die kosmische straling werd blootgesteld, zou het niet lang overleven.
De verre sterren leken op de monitor nauwelijks te bewegen, hoewel het schip zich met een snelheid van dertigduizend kilometer per seconde voortbewoog. Het heelal leek stil te staan.
De computer tastte de ruimte voor het schip af om te zien of er zich gevaarlijke voorwerpen in haar koers bevonden en maakte dan minuscule koerscorrecties voor het extreem onwaarschijnlijke geval dat er botsingsgevaar was. Maar gezien het kleine formaat van elk mogelijk naderend voorwerp, de hoge snelheid waarmee hij gepasseerd werd en het ontbreken van enige inertie tengevolge van de koersverandering, kon niemand aan boord weten of er een bijna-botsing had plaatsgevonden.
Trevize maakte zich dan ook geen zorgen. Hij dacht er zelfs niet aan. Hij concentreerde zich volledig op de drie sets van coördinaten die hij van Deniador gekregen had en in het bijzonder op de set die het dichtstbijzijnde stelsel aangaf.
'Mankeert er iets aan de getallen?' vroeg Pelorat angstig.
'Dat kan ik zo niet zeggen,' zei Trevize. 'Coördinaten zijn op zich nutteloos tenzij je het nulpunt weet en de conventies waarmee ze opgericht zijn: de startrichting, om maar iets te noemen, het equivalent van een meridiaan en dat soort zaken.'
'En hoe kom je daarachter?' vroeg Pelorat onzeker.
'Ik heb de coördinaten opgevraagd van Terminus en enkele andere bekende punten, ten opzichte van Comporellen. Als ik die in de computer stop, kan die uitrekenen wat de conventies voor dergelijke coördinaten zijn, mits Terminus en die andere punten juist gelokaliseerd zijn. Ik probeer alleen maar de zaken in mijn hoofd op orde te stellen, zodat ik de computer juist kan programmeren. En als die conventies zijn bepaald, kunnen de cijfers van de Verboden Werelden enige betekenis krijgen. Misschien.'
'Misschien?' vroeg Blits.
'Alleen maar misschien, vrees ik,' zei Trevize. 'Dit zijn per slot heel oude getallen, vermoedelijk Comporelliaans, maar zelfs dat staat niet eens vast. Wat als ze op andere conventies gebaseerd zijn?'
'Wat dan?'
'In dat geval hebben we cijfers zonder betekenis. Maar we zullen wel zien.'
Zijn handen flitsten over de zachtgloeiende toetsen van de computer en voedden hem met de noodzakelijke informatie. Toen zette hij zijn handen op de handsilhouetten op de monitor. Hij wachtte tot de computer de conventies van de bekende coördinaten had uitgewerkt, en onderwierp vervolgens de coördinaten van de dichtstbijzijnde Verboden Wereld aan de gevonden waarde. Vervolgens zocht de computer zijn bevindingen in de Galactische map in zijn geheugen op.
Op het scherm verscheen een sterrenveld dat snel veranderde. Toen het tot rust kwam, spatten de sterren in alle richtingen uiteen tot er bijna geen over waren. Voor het menselijke oog was dit niet te volgen; alles leek een waas vol beweging. Maar uiteindelijk bleef er een ruimte over, begrensd met slechts eentiende van een parsec (volgens de indexcijfers onder aan het scherm). Toen werd het scherm rustig. Slechts een stuk of vijf, zes wazige vlekken onderbraken het zwart van de monitor.
'Welke daarvan is de Verboden Wereld?' vroeg Pelorat zacht.
'Geeneen,' zei Trevize. 'Vier daarvan zijn rode dwergen, een is bijna een rode dwerg en die laatste is een witte dwerg. Daar kan onmogelijk een bewoonbare wereld omheen cirkelen.'
'Hoe kun je zien dat dat rode dwergen zijn?'
Trevize zei: 'We kijken niet naar echte sterren: we kijken naar een sectie van de Galactische kaart zoals die in het geheugen van de computer ligt opgeslagen. Iedere ster daarop is officieel genoteerd. Jij kunt ze niet zien en ik ook niet, maar zolang mijn handen contact maken ben ik me bewust van aanzienlijke data over elke ster waarop ik me concentreer.'
Pelorat zei treurig: 'Maar dan zijn de coördinaten waardeloos!'
Trevize keek hem aan. 'Nee Janov, ik was nog niet uitgesproken. We moeten de factor tijd nog invoegen. De coördinaten van de Verboden Wereld dateren van twintigduizend jaar geleden. In die tijd heeft de ster net als Comporellen zich om het Galactische middelpunt verplaatst, maar dat kan met verschillende snelheden gebeurd zijn en in verschillende banen, hoeken en uitslingerringen. In die tijd kunnen beide werelden dichter bij elkaar gekomen zijn, maar ook verder van elkaar af. In die twintigduizend jaar kan de Verboden Wereld wel een halve tot vijf parsecs uit de koers gedreven
zijn. En dan staat hij zeker niet in dit vlak dat maar eentien-de parsec groot is.'
'Wat doen we nu?'
'We verplaatsen de computer twintigduizend jaar terug in de tijd ten opzichte van Comporellen.'
'Kan hij dat doen?' vroeg Pelorat vol ontzag.
'Hij kan de Galaxis niet zelf terug verplaatsen in de tijd, maar wel de kaart in zijn geheugen.'
Blits vroeg: 'Zullen we dan iets zien gebeuren?'
'Kijk maar eens goed,' zei Trevize.
Uiterst langzaam kropen de paar sterren over het scherm. Een nieuwe ster, niet eerder gezien, zweefde van links naar binnen toe en Pelorat wees opgewonden: 'Daar! Daar!'
Trevize zei: 'Sorry. Weer een rode dwerg. Die komen heel veel voor. Minstens driekwart van alle sterren in de Galaxis zijn rode dwergen.'
Het scherm kwam tot rust.
'Wat nu?' vroeg Blits.
Trevize zei: 'Dat is het. Dat is het beeld van de Galaxis zoals die er twintigduizend jaar geleden uitgezien heeft. Precies in het midden van het scherm is een punt waar de Verboden Wereld zou moeten zijn als hij zich met een gemiddelde snelheid had verplaatst.'
'Zou moeten zijn, maar hij is er niet,' zei Blits bits.
'Hij is er niet,' zei Trevize met opmerkelijk weinig emotie.
Pelorat liet zijn adem ontsnappen. 'Wat jammer, Golan.'
Trevize zei: 'Wacht. Wanhoop nu niet. Ik had ook niet verwacht dat ik daar die ster zou zien.'
'O nee?' vroeg Pelorat stomverbaasd.
'Nee, ik heb je toch verteld dat dit niet de Galaxis zelf is, alleen maar de kaart van de computer. Als een echte ster niet op die kaart vermeld is, zien we hem ook niet. Als de planeet al twintigduizend jaar "Verboden" wordt genoemd, zit het er dik in dat hij niet op de kaart is aangegeven. En dat is ook zo, want we zien niets.'
Blits zei: 'We kunnen hem misschien ook niet zien omdat hij niet bestaat. Misschien zijn de legenden van Comporellen vals of deugen de coördinaten niet.'
'Dat is absoluut juist. Maar de computer kan nu gokken wat de coördinaten kunnen zijn, want we hebben de plek opgespoord waar die Verboden Wereld misschien twintigduizend jaar geleden is geweest. Nu we de coördinaten voor de tijd gecorrigeerd hebben, en dat kon alleen met de sterrenkaart, kunnen we overschakelen op het werkelijke sterreveld van de Galaxis.'
Blits zei: 'Maar jij bent van een gemiddelde snelheid van de Verboden Wereld uitgegaan. En als die snelheid nu eens niet gemiddeld was? Dan heb je nog steeds niet de juiste coördinaten.'
'Daar kan ik niets tegen inbrengen, maar een correctie op basis van de gemiddelde snelheid lijkt me heel wat beter dan geen tijdcorrectie.'
'Dat hoop je althans,' zei Blits.
'Dat is precies wat ik doe,' zei Trevize. 'Ik hoop. En laten we nu eens naar de echte Galaxis kijken.'
Zijn publiek keek gespannen toe terwijl Trevize (wellicht om zijn eigen spanning te verminderen en het uur van de waarheid uit te stellen) zacht begon te spreken alsof hij les gaf.
'Het is niet zo gemakkelijk om de echte Galaxis te observeren,' zei hij. 'De kaart in de computer is een kunstmatige constructie en niet ter zake doende aspecten kunnen geëlimineerd worden. Als een nevel het uitzicht bemoeilijkt, kan ik hem wegnemen. Als de hoek van waaruit ik kijk mij niet schikt, kan ik hem veranderen, enzovoort. Maar de echte Galaxis moet ik nemen zoals ik hem krijg. En als ik dan een verandering wil, zal ik me fysiek door de ruimte moeten verplaatsen en dat kost veel meer tijd dan gegoochel met de kaart.'
Terwijl hij sprak toonde het scherm een sterrenwolk zo vol van sterren dat het wel een onregelmatige stofwolk leek.
Trevize zei: 'Dit is een totale, zijwaartse opname van de Melkweg en ik wil natuurlijk de voorgrond. Als ik de voorgrond vergroot, wijkt de achtergrond weg en verdwijnt hij. De coördinaten zijn zo dicht bij Comporellen dat ik hem kan uitbreiden tot ongeveer de situatie zoals we die net van de kaart kregen. Ik zal nu de noodzakelijke instructies geven in de hoop dat ik ondertussen niet uit mijn bol ga. Nu.'
Het sterrenveld werd adembenemend snel vergroot en duizenden sterren vlogen over de rand heen waardoor de toeschouwers de illusie kregen alsof ze naar het scherm getrokken werden. Dit gevoel was zo sterk dat ze automatisch naar achteren leunden.
Het eerste beeld verscheen, niet zo donker als op de kaart, maar de zes sterren waren heel goed te zien. En daar, vlak in het midden, bevond zich een andere ster die veel helderder scheen dan de andere.
'Dat is hem!' fluisterde Pelorat vol ontzag.
'Mogelijk. Ik zal zijn spectrum door de computer laten analyseren.' De computer had enige tijd nodig. Toen zei Trevize: 'Spectrale klasse G-4, iets zwakker en kleiner dan de zon van Terminus, maar veel feller dan die van Comporellen. En geen enkele ster van de G-klasse mag in de Galactische kaart van de computer ontbreken. Aangezien dit hier wel het geval is, is er een sterke aanwijzing dat dit de zon kan zijn waaromheen de Verboden Wereld wentelt.'
Blits zei: 'Is er een kans dat die ster helemaal geen bewoonbare planeet heeft?'
'Die kans is er altijd. En in dat geval zullen we de twee andere Verboden Werelden moeten zoeken.'
Blits hield aan: 'En als die ook vals alarm blijken te zijn?'
'Dan proberen we iets anders.'
'Zoals?'
'Ik wou dat ik dat wist,' zei Trevize grimmig.