72
'We zullen je niet aan je weddenschap houden,' zei Blits. 'Maar waarom regelen we die kwestie niet meteen? Laten we zo gauw we kunnen naar die ster Springen.'
Trevize schudde zijn hoofd. 'Nee, deze keer is het geen kwestie van besluiteloosheid of angst. Het gaat nu om voorzichtigheid. Drie keer hebben we een onbekende planeet bezocht en drie keer zijn we door gevaar overvallen. En drie keer hebben we die wereld in grote haast moeten verlaten. Deze keer is de situatie helemaal cruciaal. Ik ben niet van plan mijn kaarten weer zo stom uit te spelen. We hebben alleen nog maar vage verhaaltjes over radioactiviteit gehoord en dat is niet voldoende. Door stom toeval hebben we een planeet met menselijk leven binnen een parsec van Aarde gevonden . ..'
'Hoe weet jij dat Alpha een planeet met menselijk leven heeft?' onderbrak Pelorat hem. 'Je hebt toch zelf gezegd dat de computer daar een vraagteken bij geplaatst heeft.'
'Best mogelijk,' zei Trevize. 'Maar het is de moeite van het proberen waard. We kunnen toch best eens gaan kijken. Als daar inderdaad menselijke wezens op wonen, dan kunnen die ons misschien meer over Aarde vertellen. Voor hen is Aarde per slot niet iets van heel ver of een legende; het is de buurman die stralend aan hun hemel schijnt.'
Blits zei peinzend: 'Zo'n gek idee vind ik dat niet. Ik heb ook al gedacht dat, stel dat Alpha bewoners heeft die niet door en door Geïsoleerden zijn, dan kunnen ze misschien wel vriendelijk zijn en geven ze ons voor de verandering iets fatsoenlijks te eten.'
'En wie weet ontmoeten we aardige mensen,' zei Trevize. 'Vergeet dat niet. Ben je het met ons eens, Janov?'
Pelorat zei: 'Jij neemt de beslissingen, ouwe makker. Waar jij gaat, daar ga ik ook.'
Fallom zei plotseling: 'Zullen we Jemby vinden?'
Blits zei haastig om Trevize voor te zijn: 'We zullen naar hem uitkijken, Fallom.'
En toen zei Trevize: 'Mooi, dat is dan geregeld. Op naar Alpha.'